Jeremia 6: verschil tussen versies

3.103 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 33:
Jer 6:8  Laat u tuchtigen, Jeruzalem! opdat Mijn ziel niet van u afgetrokken wordt, opdat Ik u niet stel [tot] een woestheid, [tot] een onbewoond land. (CP<ref name=":0" />)
'''Niet van u afgetrokken wordt.''' Zich niet met afschuw van u afkeert.
 
== 9 ==
Jer 6:9  Zo zegt de HEERE der heirscharen: Zij zullen Israëls overblijfsel vlijtig nalezen, gelijk een wijnstok; breng uw hand weder, gelijk een wijnlezer aan de ranken. (CP<ref name=":0" />)
Nebukadnezar zal het ene gedeelte van het volk na het andere in ballingschap naar Babel voeren (52:28).
 
'''Israëls overblijfsel.''' Wat overgelaten is van het reeds getuchtigde Juda
 
'''Nalezen, gelijk een wijnstok.''' Juda’s onbekeerlijkheid heeft dat noodzakelijk gemaakt. Men zal het aflezen gelijk een wijnstok, die men van zijn laatste druiven berooft (2:21; 8:13).
 
'''Gelijk een wijnlezer aan de ranken.''' Gelijk een druivenplukker aan de wijnranken.
 
== 10 ==
Jer 6:10  Tot wie zal ik spreken en betuigen, dat zij het horen? Ziet, hun oor is onbesneden, dat zij niet kunnen toeluisteren; ziet, het woord des HEEREN is hun tot een smaad, zij hebben geen lust daartoe. (SV)
'''Tot een smaad.''' Tot een voorwerp van smaad.
 
== 11 ==
Jer 6:11  Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid, ik ben moede geworden van inhouden; ik zal ze uitstorten over de kinderkens op de straat, en over de vergadering der jongelingen te zamen; want zelfs de man met de vrouw zullen gevangen worden, de oude met dien, die vol is van dagen. (SV)
Jong en oud zullen getroffen worden door Gods grimmigheid.
 
'''Die vol is van dagen.''' De hoogbejaarde.
 
== 12 ==
Jer 6:12  En hun huizen zullen overgaan tot anderen, met de akkers en vrouwen tezamen; want Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen de inwoners van dit land, spreekt de HEERE. (CP<ref name=":0" />)
'''Overgaan tot anderen.''' Overgaan in de handen van vreemden.
 
== 13 ==
Jer 6:13  Want van hun kleinste aan tot hun grootste toe pleegt een ieder van hen gierigheid, en van den profeet aan tot den priester toe bedrijft een ieder van hen valsheid. (SV)
'''Pleegt een ieder van hen gierigheid.''' Ieder van hen aast op winst, is uit op winstbejag, op eigen voordeel.
 
'''Bedrijft een ieder van hen valsheid.''' Pleegt bedrog, is frauduleus.
 
== 14 ==
Jer 6:14  En zij genezen de breuk van de dochter van Mijn volk op het lichtst, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede. (SV)
'''Genezen.''' Zedelijk en geestelijk genezen.
 
'''De breuk.''' De wond.
 
'''Op het lichtste.''' Oppervlakkig, onbeduidend.
 
== 15 ==
Jer 6:15  Zijn zij beschaamd, omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in het minste niet, weten ook niet van schaamrood te maken; daarom zullen zij vallen onder de vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen zij struikelen, zegt de HEERE. (SV)
'''Gruwel.''' Een gruweldaad.
 
'''Onder de vallenden.''' Onder, met de anderen die vallen.
 
==Andere hoofdstukken==
{{Jeremia hoofdstukken}}
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jer. 6:9. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 5 okt. 2021.
 
== Voetnoot ==