Jericho: verschil tussen versies

555 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 56:
'''Weg naar Jeruzalem.''' Naar Jeruzalem liep toen een drukke weg. De aanzienlijke handel te Jericho, vooral in balsem gedreven, was oorzaak, dat in latere tijden een tolkantoor (tolhuis) aldaar gevestigd werd<ref>D. Harting, ''Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament'' (1861-1863). Opgenomen als ''Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament'' in Online Bible (uitgeverij Importantia).    </ref>.
 
De weg liep door verlaten bergen en was berucht om haar onveiligheid.<blockquote>''Lu 10:30  Jezus hernam en zei: Een mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in handen van rovers, die hem zowel uitkleedden als slagen gaven, en weggingen, terwijl zij hem half dood lieten liggen.'' (Telos)</blockquote>De weg van Jericho naar Jeruzalem is zeer zwaar. Allereerst voert hij door de diepe kloof, die nu ''Wadi el-Kelt''Johannes heet. Daarna stuit men op de Doper,bergpas van JezusAdummim, Bartimeüswelke nu bekend staat als de Zacheüs.''talcat ed-damm'' Inen Jericho'szijn omstrekennaam prediktenog Johannessteeds dankt aan de Doperrode enkalkrotsen, leerdedie dezich Heerdaar Jezusbevinden. ZijnVervol­gens reismoet naarmen de stadhoogte enbeklimmen, zijndie verblijfnaar aldaarde werdvoet doorvan de genezingOlijfberg vanvoert.<ref>A. Noordtzij, Joh. de blindGroot, [[Bartimeüs]]''Des enHeeren heirscharen.'' Premieboek bij de bekeringN.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van deblz. oppertollenaar18 [[Zacheüs]]is onvergetelijkonder gemaaktwijziging verwerkt op 2 dec. 2020. </ref>
 
'''Johannes de Doper, Jezus, Bartimeüs Zacheüs.''' In Jericho's omstreken predikte Johannes de Doper en leerde de Heer Jezus. Zijn reis naar de stad en zijn verblijf aldaar werd door de genezing van de blind [[Bartimeüs]] en de bekering van de oppertollenaar [[Zacheüs]] onvergetelijk gemaakt.
 
<blockquote>''Mr 10:46  En zij kwamen in Jericho; en toen Hij Jericho uitging met zijn discipelen en een aanzienlijke menigte, zat de zoon van Timeus, Bartimeus, een blinde bedelaar, langs de weg. Mr 10:47 En toen hij had gehoord dat het Jezus de Nazarener was, begon hij de woorden te roepen: Zoon van David, Jezus, erbarm U over mij! Mr 10:48 En velen waarschuwden hem dat hij zou zwijgen; hij riep echter des te meer: Zoon van David, erbarm U over mij! Mr 10:49 En Jezus bleef staan en zei: Roept hem; en zij riepen de blinde en zeiden tot hem: Heb goede moed, sta op, Hij roept u. Mr 10:50 Hij nu wierp zijn kleed af, sprong op en kwam bij Jezus. Mr 10:51 En Jezus antwoordde hem en zei: Wat wilt u dat Ik u doe? De blinde nu zei tot Hem: Rabboeni, dat ik weer kan zien. Mr 10:52 En Jezus zei tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond kon hij weer zien, en hij volgde Hem op de weg.'' (Telos</blockquote>