Jerobeam II: verschil tussen versies

164 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Jerobeam II''' was een koning van het koninkrijk Israël (10-stammenrijk) en regeerde van 787 tot 747 v.Chr.<ref>Aldus de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995.</ref> Onder zijn heerschappij was er vrede en uitwendige bloei in het land, maar ook [[afgoderij]].
 
We lezen in de '''Bijbel '''over hem in 2 Koningen 13:3; 14:16-29; 15:1,8; 1 Kronieken 5:17; Hos. 1:1, Am. 1:1; 7:9-11.
Regel 7:
Hij was de zoon en opvolger van [[Joas (koning van Israël)|Joas]], koning over Israël, gewoonlijk de tweede Jerobeam of Jerobeam II genoemd.
 
{{Stamboom Jehu}}
Hij regeerde van het jaar 787 tot 747 vóór Chr., derhalve gedurende 40 jaren. Neemt men echter de twaalfjarige tussenregering of regeringloosheid niet aan, welke op zijn bestuur zou gevolgd zijn, dan is men verplicht de mening te verdedigen, dat hij de koninklijke waardigheid gedurende 53 jaren bekleed heeft.
 
Hij regeerde van het jaar 780-751 vóór Chr.<ref>Volgens de tijdbalk [[Stichting De Oude Wereld]] (2009) gebaseerd op de Masoretische tekst. En 787 tot 747 vóór Chr volgens de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995.</ref>, derhalve gedurende 4030 jaren. Neemt men echter de twaalfjarige tussenregering of regeringloosheidregeringsloosheid niet aan, welke op zijn bestuur zou gevolgd zijn, dan is men verplicht de mening te verdedigen, dat hij de koninklijke waardigheid gedurende 5341 jaren bekleed heeft.
 
{{Tijdbalk Israël 800-700 v.C.}}
 
Evenals zijn vader Joas had hij succes in de '''oorlog'''. Terstond na de aanvaarding van de heerschappij trachtte hij de Syriërs ook uit zijn Overjordaanse bezittingen te verdrijven, en zette, na gelukkig geslaagd te zijn, zijn krijgsplannen tegen Moab, Ammon, ja zelfs tegen het rijk van Hamath en Damaskus voort. Daar de zege zijn wapenen steeds vergezelde, bracht hij het rijk der tien stammen tot ongekende bloei en luister, en weer tot dezelfde macht, vroeger door Salomo bezeten. Hamath en Damascus werden teruggenomen, want God had medelijden met Israël.