Jesaja (boek)/Hoofdstuk 10: verschil tussen versies

8.808 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
God is verbolgen over het onrecht tegen armen, weduwen en wezen, tegen het huichelachtig volk. Daarom zal God bezoeking doen door middel van de Assyriërs, die het volk zullen vertreden en plunderen. (10:1-6). De koning van Assyrië meent dat hij de volken overwonnen heeft door eigen kracht en wijsheid. God zal ook die hoogmoedige koning en zijn land bezoeken als een verterend vuur (10:7-19). Het overblijfsel van Israël, dat na de verdelging is overgebleven, zal niet meer steunen op Assyrië, maar op de Heilige Israëls (10:20-23). Gods volk hoeft niet te vrezen voor Assur, die eens naar Jeruzalem zal optrekken, maar door God neergehouwen zal worden (10:24-34).
 
== Jes. 10:3 ==
Regel 10 ⟶ 13:
 
== Jes. 10:5 ==
Jes 10:5 Wee de Assyriër, die de roede van Mijn toorn is, en Mijn grimmigheid is een stok in hun hand! (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, gebaseerduitgaande opvan de Statenvertaling.</ref>)
 
'''De Assyriër'''. Dit is de koning van Assyrië, zie vers 19. Assyrië was een 'wereldmacht' in die tijd, zie [[Assyrische rijk]].
Regel 132 ⟶ 135:
Jes 10:25  Want nog een klein weinig, zo zal volbracht worden de gramschap, en Mijn toorn tot hun vernieling. (SV)
'''Hun vernieling.''' In 612 v.C. vallen de Assyrische hoofdsteden Assur en Ninevé. De Meden, Babyloniërs en Perzen veroveren de stad Assur. Babyloniërs en Meden verwoesten de stad Ninevé.
 
== Jes. 10:26 ==
Jes 10:26  Want de HEERE der heirscharen zal tegen hem een gesel verwekken, gelijk de slachting van Midian was aan de rots van Oreb; en gelijk Zijn staf over de zee was, welke Hij verheffen zal, naar de wijze van de Egyptenaren. (CP<ref name=":0" />)
'''De slachting van Midian aan de rots van Oreb.''' Een grote veldslag tegen de Midianieten, door Israël gewonnen, Richt. 7:24-25
 
''Ri 7:24  Ook zond Gideon boden in het ganse gebergte van Efraïm, zeggende: Komt af den Midianieten tegemoet, en beneemt hunlieden de wateren, tot aan Beth-bara, te weten de Jordaan; alzo werd alle man van Efraïm bijeengeroepen, en zij benamen hun de wateren tot aan Beth-bara, en de Jordaan. Ri 7:25  En zij vingen twee vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, en doodden Oreb op den rotssteen Oreb, en Zeeb doodden zij in de perskuip van Zeeb, en vervolgden de Midianieten; en zij brachten de hoofden van Oreb en Zeeb tot Gideon, over de Jordaan. (SV)''
 
'''Gelijk Zijn staf over de zee was, naar de wijze van de Egyptenaren.''' Zoals Faraö en zijn ruiters geschiedde, die in de zee omkwamen. Daar Assyrië op Egyptische wijs de staf over Israël verheven had (vers 24), zo zal ook God die naar de wijze van de Egyptenaren verheffen over Assyrië.<ref name=":1" />
 
== Jes. 10:27 ==
Jes 10:27  En het zal geschieden te dien dage, dat zijn last zal afglijden van uw schouder, en zijn juk van uw hals; en het juk zal verdorven worden door de vettigheid. (CP<ref name=":0" />)
'''Verdorven worden door de vettigheid.''' Dit zinsdeel is moeilijk te vertalen. De Statenvertaling heeft 'verdorven worden om des Gezalfden wil'. De Herziene Statenvertaling volgt deze vertaling met 'te gronde gericht worden omwille van de Gezalfde'. De NBG51-vertaling heeft 'zal vernietigd worden op uw schouder'. De Naardense vertaling heeft 'weggerot is een juk dan al van vuil en vet!'. De Duitse theoloog en Hebraïcus Umbreit (1795-1860) vertaalde letterlijk aldus: "En het juk wordt verhinderd door de vettigheid."<ref>Aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901).</ref>
 
De vergelijking schijnt genomen te zijn van ossen, zó doorvoed en gemest, dat zij het hun opgelegde juk niet langer verdragen, maar het afwerpen. Het juk is gewoonlijk voor het vlees van de stier door druk en wrijving nadelig, maar hier geschiedt juist het tegenovergestelde, de vetheid van de stier verderft het juk.<ref name=":1" />
 
== Jes. 10:28 ==
[[Bestand:Jeruzalem noordelijk land - Klaus Koenen 2007.jpg|miniatuur|636x636px|De lichtblauwe streep tekent de route van de Assyriërs.]]
Jes 10:28  Hij komt te Ajath, hij trekt door Migron; te Michmas legt hij zijn gereedschap af. (SV)
Jesaja schetst de trektocht van de Assyrische koning Sanherib vanaf het noorden van Jeruzalem, tegen deze stad, in het 14e jaar van koning [[Hizkia]] van Juda. Sanherib zou een divisie onder zijn beste veldheren tegen Jeruzalem zenden, om het tot de overgave te noodzaken (2 Kon. 18:17 vv.; 19:8 vv.)<ref name=":1" />.
 
'''Hij''', d.i. Assur oftewel Assyrië oftewel de Assyrische koning.
 
'''Ajath''', d.i. [[Ai]]<ref name=":2">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901).</ref> (zie kaart).
 
'''[[Migron]],''' ten zuiden van Ai<ref name=":2" />.
 
'''[[Michmas]]''', zie kaart.
 
'''Legt hij zijn gereedschap af.''' Laat hij de bagage onder bedekking achter.
 
== Jes. 10:29 ==
Jes 10:29  Zij trekken door den doorgang, te Geba houden zij hun vernachting; Rama beeft, Gibea Sauls vlucht. (SV)
'''De doorgang,''' d.i. de enge bergpas tussen Michmas en Geba (1 Sam. 13:23)
 
'''[[Geba]].''' Zie kaart.
 
'''Houden zij hun vernachting''', daar is hun nachtleger;
 
'''[[Rama (in Benjamin)|Rama]]''', zie kaart. Daar trokken de Assyriërs de volgende morgen door
 
'''[[Gibea]] Sauls.''' De woon- en geboorte plaats van koning Saul.
 
== Jes. 10:30 ==
Jes 10:30  Roep luide met uw stem, gij dochter van Gallim! laat ze horen tot Lais toe, o ellendige Anathoth! (SV)
'''Dochter van Gallim.''' Burgerij van Gallim. Gallim was een plaats, ten noorden of noordoosten van Jeruzalem, waarlangs of waar in de buurt het Assyrische leger zou komen.
 
'''[[Lais]].''' De oude naam van de stad [[Dan]], in het noorden van Israël. De inwoners van [[Anathoth]] worden dus opgeroepen zo hard te roepen, dat hun geluid tot in het hoge noorden van Israël hoorbaar is.
 
'''[[Anathoth]].''' Plaats ten noordoosten van Jeruzalem, zie kaart.
 
== Jes. 10:31 ==
Jes 10:31  Madmena vliedt weg, de inwoners van Gebim vluchten met hopen. (SV)
'''[[Madmena]] ... [[Gebim]].''' Twee steden of dorpen waarvan de precieze ligging onbekend is, maar gelet op het zinsverband moeten wij de plaatsen waarschijnlijk in Benjamin, in de streek ten noorden van Jeruzalem zoeken.
 
== Jes. 10:32 ==
Jes 10:32  Nog een dag blijft hij te Nob; hij zal er zijn hand bewegen tegen de berg van de dochter van Sion, de heuvel van Jeruzalem. (CP<ref name=":0" />)
'''[[Nob]].''' Een stad in Benjamin, een dichtbij, ten noorden van Jeruzalem gelegen priesterstad.
 
'''De heuvel van Jeruzalem.''' De berg [[Sion]] is een heuvel.
 
== Jes. 10:33 ==
Jes 10:33  Doch ziet, de Heere HEERE der heirscharen zal met geweld de takken afkappen, en die hoog van gestalte zijn, zullen neergehouwen worden; en de verhevenen zullen vernederd worden. (CP<ref name=":0" />)
De God van Israël laat de Assyriërs niet verder dan tot hiertoe komen, want Hij verlaat Zijn stad niet in de hoge nood, gelijk de goden van Kalno en Karchemis (Jes 10:9).
 
'''Met geweld de takken afkappen'''. God zal met geweld de takken van het machtige leger, dat als een trots woud Jeruzalem omringt, afkappen,
 
'''Die hoog van gestalte zijn, zullen neergehouwen worden enz.''' Ook de boven dit trotse woud nog uitstekende bomen zullen vallen; dus zowel de geduchte krijgsmacht als haar fiere aanvoerders, met één slag.
 
'''De verhevenen zullen vernederd worden.''' De verhevenen, die trots op eigen kracht en kloekheid uit de hoogte spreken (Jes 10:13), zullen vernederd worden (Jak. 4:6).
 
''Jak 4:6  Hij geeft echter grotere genade. Daarom zegt Hij: ‘God weerstaat hoogmoedigen, maar nederigen geeft Hij genade’ (Telos)''
 
== Jes. 10:34 ==
Jes 10:34  En Hij zal met ijzer de verwarde struiken van het woud omhouwen; en de Libanon zal vallen door de Heerlijke. (CP<ref name=":0" />)
'''Hij zal met ijzer de verwarde struiken van het woud omhouwen.''' De God van Israël zal met ijzer, met harde hand, de verwarde struiken van het woud, dat mastbos van het reuzenleger (Jes 10.18 ) omhouwen.
 
''Jes 10:18  Ook zal Hij verteren de heerlijkheid van zijn woud en van zijn vruchtbare veld; van de ziel af, tot het vlees toe; en hij zal zijn, gelijk als wanneer een vaandrager versmelt.'' (CP<ref name=":0" />)
 
'''De Libanon zal vallen door de Heerlijke.''' De Libanon, het Assyrische leger, dat tegenover de berg van de dochter Sions en de heuvel van Jeruzalem (vers 32), zich voordeed als ware het reuzengebergte van de Libanon met zijn prachtig cederbos tegen die nietige heuvelen opgekomen, zal vallen door de Heerlijke, die veel heerlijker en machtiger is dan de roofbergen (Ps. 76:4) en de geweldige golven van de zee (Ps 93:4).
 
''Ps 76:4  (76-5) Gij zijt doorluchtiger en heerlijker dan de roofbergen. (SV)''
 
''Ps 93:4  Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee. (SV)''
 
De Heerlijke zal komen als een rijsje, een takje, een nederig mens, onze Heiland Jezus Christus, zie volgende hoofdstuk.
 
== Voetnoten ==