Jesaja (boek)/Hoofdstuk 11: verschil tussen versies

3.723 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 66:
In dit vers wordt de Heer Jezus voorgesteld als rechter. Zie [[Jezus Christus#Rechter|Jezus Christus, paragraaf Rechter]] over dit onderwerp.
 
'''Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN.''' 'Ruiken' of (Statenvertaling) 'rieken'. Merk op, ten eerste, dat de Geest van de vreze van Jahweh op hem rust (zie voorafgaande vers); ten tweede, dat hier naar drie zintuigen verwezen wordt: reuk, gezicht, gehoor. Alle zijn op God gericht en worden door God geleid. Iets ruikt voor hem aangenaam als het aangenaam voor God is. Iets 'stinkt' als het voor God 'stinkend' is. "Hij zal ademen, leven, Zich bewegen in de vreze Gods. Het rieken is de fijnste ademing en de fijnste onderscheiding tevens, het is het beeld der zuiverste geestelijke onderscheiding van goed en kwaad." (Isaac Da Costa)<ref name=":3">Aangehaald in Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 11. </ref>.
 
'''Hij zal naar het gezicht van Zijn ogen niet richten.''' Hij zal een rechtvaardig oordeel spreken en zich niet laten beïnvloeden door het aanzien (de maatschappelijke status) van een persoon; zonder aanzien des persoons zal hij rechtspreken.
Regel 191:
 
''Heb 4:1  Laten wij dan vrezen, dat niet misschien iemand van u, terwijl een belofte om in <u>zijn rust</u> in te gaan overblijft, schijnt achter te blijven. (...)  Heb 4:9  Er blijft dus een sabbatsrust over voor het volk van God.  Heb 4:10  Want wie in <u>zijn rust</u> ingaat, komt ook zelf tot rust van zijn werken, evenals God van de zijne. Heb 4:11 Laten wij ons dan beijveren in die rust in te gaan, opdat niemand valt volgens hetzelfde voorbeeld van ongehoorzaamheid. (Telos)''
 
== Jes. 11:11 ==
Jes 11:11  Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van [[Assyrische rijk|Assyrie]], en van [[Egypte]], en van [[Pathros]], en van [[Morenland]], en van [[Elam (koninkrijk)|Elam]], en van [[Sinear]], en van [[Hamath]], en van de eilanden der zee. (SV)
'''Weder te verwerven.''' Tot Zich te verzamelen, vergaderen, zie volgende vers.
 
'''Eilanden der zee'''. Met inbegrip van de kustlanden, zie [[Eiland]].
 
== Jes. 11:12 ==
Jes 11:12  En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. (SV)
'''Een banier oprichten onder de heidenen.''' Een verzamelpunt, waar het overige van het volk Israël zich moet verzamelen. Zie [[Banier]] voor het hoofdartikel over de banier.
 
In vers 10 is Christus een banier der volkeren, een verzamelpunt voor hen. In vers 12 wordt misschien dezelfde banier bedoeld, die tevens van betekenis is voor de verstrooiden van Israël. Of anders een tweede banier, alleen voor de Israëlieten.
 
'''Verzamelen ... vergaderen.''' Sinds de 19e eeuw zien we een hervergadering in het historische thuisland van de Israëlieten.
 
'''De vier einden des aardrijks.''' Van Oosten en Westen, Noorden en Zuiden.
 
== Jes. 11:13 ==
Jes 11:13  En de nijd van Efraïm zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraïm zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraïm niet benauwen. (SV)
'''De nijd van Efraïm zal wegwijken.''' De nijd, jaloersheid van Efraïm verdwijnen. Efraïm zal Juda niet meer benijden. Het zal tot Davids koningshuis, onder de Messias, zijn teruggebracht.
 
'''De tegenpartijders van Juda.''' Dat waren de met de Syriërs verbondene Efraïmieten (2 Kon. 15:37; 16:5), zullen uitgeroeid worden. Dergelijke zaken zullen voor altijd onmogelijk gemaakt zijn.
 
''Jes 9:21  (9-20) Manasse Efraïm, en Efraïm Manasse, en zij zullen te zamen tegen Juda zijn. ...''
 
Vergelijk bij deze plaats (vers 13) Ezech. 37:15 vv., dat ook spreekt van de toekomstige hereniging van Efraïm (tienstammenrijk) en Juda (tweestammenrijk).
 
Iets van de vervulling is reeds zichtbaar in de omstandigheden na de Babylonische ballingschap.
 
== Jes. 11:14 ==
Jes 11:14  Maar zij zullen de [[Filistijnen]] op de schouder vliegen tegen het westen, en zij zullen tezamen die van het oosten beroven; aan [[Edom, Edomieten|Edom]] en [[Moab, Moabieten|Moab]] zullen zij hun handen slaan, en de kinderen [[Ammon, Ammonieten|Ammons]] zullen hun gehoorzaam zijn. (CP<ref name=":2" />)
Nadat Israël hervergaderd en herenigd is, of wanneer dat gebeurt, zullen zij hun vijandige buurvolken onderwerpen. "... zij zullen, na die vereniging weer sterk genoeg, om even als in de tijden van David en Salomo de vijandige naburen te onderwerpen en in bedwang te houden, in plaats van zich, gelijk tot hiertoe, door hen te laten verdrukken, ..." ([[Karl August Dächsel]])<ref name=":3" />. Misschien wordt hiermee het gebed van de koorleider en profeet [[Asaf (zangmeester)|Asaf]] in [[Psalmen (boek)/Psalm 83|Psalm 83]] verhoord.
 
'''Zij zullen de Filistijnen op de schouder vliegen.''' Op het hoofd zitten, aldus Karl August Dächsel<ref name=":3" />. Zij zullen hen onderwerpen. Thans bestookt Israël dikwijls, als reactie op beschietingen en met explosieven voorziene ballonen, vanuit de lucht, met vliegtuigen en drones, de Palestijnse terreurgroepen in de Gazastrook.
 
'''Tegen het Westen.''' De Filistijnen bewonen de westelijke kuststreek. Edom is in het zuiden gelegen, Moab en Ammon in het oosten.
 
== Voetnoten ==