k
→Jes. 22:25
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→Jes. 22:25) |
||
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
== Samenvatting ==
De verzen 1-
== Jes. 22:1-14 Profetie aangaande de verwoesting van Jeruzalem ==
== Jes. 22:1 ==
Regel 11 ⟶ 14:
Jeruzalem had meerdere dalen. Vergelijk:
''Jes 22:7 En het zal geschieden, dat uw uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn, en dat de ruiters zich gewisselijk zullen zetten ter poorten aan. (SV)''
[[Bestand:Jeruzalem ten tijde David Salomo-Access Foundation.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|Dalen van Jeruzalem. Eng. ''valley'' = dal, vallei.]]
'''U.''' In het enkelvoud; Jeruzalem, zie vers 2 en "de dochter van mijn volk" (22:4).
Regel 21 ⟶ 24:
== Jes. 22:2 ==
Jes 22:2 Gij, die vol van groot gedruis waart, gij woelige stad, gij, vrolijk huppelende stad, Uw verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard, noch gestorven in den strijd. (SV)
Iets van het Jeruzalemse leven is ook te lezen in vers 13.
''Jes 22:13 Maar ziet, er is vreugde en blijdschap met runderen te doden, en schapen te kelen, vlees te eten, en wijn te drinken, [en] [te] [zeggen]: Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven.'' (SV)
'''Uw verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard enz.''' Zij zijn door een of meer andere oorzaken om het leven gekomen.
Regel 32 ⟶ 39:
''Jes 22:12 En te dien dage zal de Heere, de HEERE der heirscharen, roepen tot geween, en tot rouwklage, en tot kaalheid, en tot omgording des zaks.''
De Heer Jezus heeft geweend over Jeruzalem, waarvan Hij de belegering en ondergang voorzag.
== Jes. 22:5 ==
Regel 47 ⟶ 56:
== Jes. 22:7 ==
Jes 22:7 En het zal geschieden, dat uw uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn, en dat de ruiters zich gewisselijk zullen zetten ter poorten aan. (SV)
'''Uw uitgelezen dalen.''' De voornaamste dalen van Jeruzalem zijn Mestdal, Hinnomdal, Kidrondal. Zie [[Jeruzalem]]. Zie ook kaart hierboven.
[[Bestand:Jeruzalem dalen.jpg|miniatuur|532x532px]]
== Jes. 22:8 ==
Jes 22:8 En hij zal
'''Hij.''' De vijand.
'''
'''Zien naar de wapens in het huis des wouds.''' Het ''Huis des Wouds'' of ''Huis van het Woud'' of ''Woudhuis'' was het tuighuis, dat gebouwd was uit het cederhout van de Libanon. Het zien naar de wapens kan betekenen: omzien naar de wapens om zich ermee te verdedigen tegen de vijand.
== Jes. 22:9 ==
Regel 84 ⟶ 93:
== Jes. 22:13 ==
Jes 22:13 Maar ziet, er is vreugde en blijdschap met runderen te doden, en schapen te kelen, vlees te eten, en wijn te drinken, [en] [te] [zeggen]: Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven. (SV)
Jesaja ziet naast het rampspoed die Jeruzalem zal treffen een zorgeloos genieten door de Jeruzalemmers. Vgl. vers 2.
''Jes 22:2 Gij, die vol van groot gedruis waart, gij woelige stad, gij, vrolijk huppelende stad, Uw verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard, noch gestorven in den strijd.'' (SV)
== Jes. 22:14 ==
Regel 92 ⟶ 103:
'''Tot u sterft.''' Met de gedachte aan de dood hebben zij op gruwelijke wijze gespeeld (vers 13) en hebben zich aan de maaltijd gezet. Maar zij, de zwelgers en veelvraten, zullen van [[honger]] sterven en door [[pestilentie]] worden weggenomen (vers 2).
== Jes. 22:15-25 Profetie aangaande Sebna en Eljakim ==
== Bron ==▼
Voorzegging dat de [[hofmeester]] [[Sebna]] verworpen zal worden en [[Eljakim]] in zijn plaats verhoogd. Sebna zal uit zijn ambt ontzet en verbannen worden (15-18). Eljakim, Jahweh’s dienaar, zal zijn plaats verkrijgen, maar ook hij zal worden weggenomen (19-25).
Deze profetie en de messiaanse profetieën aangaande de knecht des Heeren zijn de enige van Jesaja bewaarde profetieën waarin hij zich met de bijzondere belangen van enkele personen bezighoudt, hier de opeenvolgende hofmeesters Sebna en Eljakim.
De profetie dagtekent waarschijnlijk uit ongeveer dezelfde tijd als de onmiddellijk voorafgaande (vs. 1-14). Allebei betreffen de situatie in Jeruzalem (vgl. vers 21).
== Jes. 22:16 ==
Jes 22:16 Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt [als] die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen? (SV)
'''Gij u hier een graf uitgehouwen hebt.''' In verzen 13 en 14 wordt ook van sterven gesproken. Sebna meende in Jeruzalem te zullen sterven, maar God zal hem in een ander land doen sterven (vers 18).
== Jes. 22:17 ==
Jes 22:17 Zie, de HEERE zal u wegslingeren zoals een man wegslingert, en Hij zal u omwinden met omwindsel, (CP<ref name=":0" />)
'''Zoals een man wegslingert.''' Een wegwerping met mannelijke kracht uitgevoerd.
'''Hij zal u omwinden met omwindsel.''' Stevig inwikkelen, zoals mummies in Egypte.
== Jes. 22:18 ==
Jes 22:18 voortrollen, Hij zal u voortrollen zoals men een bal rolt, in een wijduitgestrekt land; aldaar zult u sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagens zijn, u schandvlek van het huis van uw heer! (CP<ref name=":0" />)
'''In een wijduitgestrekt land.''' Buiten Juda, buiten Israël. Welk land is onduidelijk. Egypte? Assyrië? Babylonië?
'''Heerlijke wagens.''' Staatsiewagens, praalwagens.
== Jes. 22:22 ==
Jes 22:22 En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand zal opendoen. (SV)
'''De sleutel van het huis van David.''' De sleutel van het huis van David geeft ambtsbevoegdheid over alle goederen en allen voorraad van dit huis. Met onbeperkte macht zal hij alles aan het koninklijk hof beschikken, zonder dat iemand, behalve de koning, zijn besturingen zal kunnen te niet doen.
'''Op zijn schouder leggen.''' Men kan de woorden in de eerste plaats in ''eigenlijke'' zin opvatten, in zoverre de sleutel of het insigne als waardigheidsteken, of op het kleed van de hofmeester geborduurd of gedragen werd, afhangend van de schouder.
In hogere, ''figuurlijke'' zin is echter van de sleutelmacht sprake, als van die macht en bevoegdheid, welke niet alleen ten opzichte van de koninklijke kamers, maar ook in de beslissing over toelating of niet toelating tot de koninklijke dienst bestaat.
Vergelijk in het Nieuwe Testament de overgave van de sleutel van het rijk der hemelen aan Petrus (Matth. 16:18 v.); een zinverwant beeld.
''Mt 16:18 En ook Ik zeg je dat jij Petrus bent, en op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hades zullen haar niet overweldigen. Mt 16:19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk der hemelen geven, en alles wat jij zult binden op de aarde, zal gebonden zijn in de hemelen, en alles wat jij zult ontbinden op de aarde, zal ontbonden zijn in de hemelen. (Telos)''
'''Opendoen enz.''' Voortaan zou Eljakim en niet Sebna, de man zijn die er over te beslissen had, wie al dan niet uit de stad Jeruzalem toegang zou krijgen tot het koninklijk verblijf van de vorst, hetzij om in het paleis te dienen en te vertoeven, hetzij om de koning enige zaken te openbaren.
Hierin was Eljakim, de hofmeester die tevens een vader voor het volk zou zijn, een heerlijk voorbeeld van Christus, de Zoon van David, die in het huis van David een onbeperkte macht heeft.
''Opb 3:7 En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel van David heeft, die opent en niemand zal sluiten, en die sluit en niemand opent:'' (Telos)
== Jes. 22:23 ==
Jes 22:23 En Ik zal hem [als] een nagel inslaan in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel der eer voor het huis zijns vaders. (SV)
'''Een nagel inslaan in een vaste plaats.''' Een verzekerde positie. Doch deze is voor een tijd, zie vers 25.
== Jes. 22:24 ==
Jes 22:24 En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen. (SV)
'''Aan hem hangen.''' Als aan een haak, die nagel van vers 23.
== Jes. 22:25 ==
Jes 22:25 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan is, zal afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken. (SV)
'''Die nagel.''' Zie vers 23.
'''Weggenomen worden.''' Ook aan zijn macht en bevoegdheid zal een einde komen. Het einde van Sebna echter spreekt van vernedering.
'''De last, die daaraan is.''' Die daaraan opgehangen is, zie vers 24.
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op hoofdstuk 22 is onder wijziging verwerkt op 19 mei 2020.
''Aantekeningen bij de Leidse Vertaling''. Enige tekst van de aantekeningen bij hoofdstuk 22 van het boek Jesaja is onder wijziging verwerkt op 24 mei 2020.
== Voetnoten ==
|