Jesaja (boek)/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

5.809 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
De verzen 1-314 bevatten een profetie aangaande Jeruzalem. Tussen de gezichten over heidense volken en steden vinden wij hier een gezicht over de stad Jeruzalem. De stad zal worden verwoest en de ongerechtige inwoners worden gedood. De profetie schijnt vervuld door het Babylonische leger, dat van 588-586 v.C. Jeruzalem belegerde en in 586 de stad verwoestte. De verzen 15-25 bevatten de voorzegging dat de [[hofmeester]] [[Sebna]] verworpen zal worden en [[Eljakim]], de zoon van [[Hilkia]], in zijn plaats verhoogd. Sebna zal uit zijn ambt ontzet en verbannen worden (15-18). Eljakim, Jahweh’s dienaar, zal zijn plaats verkrijgen, maar ook hij zal worden weggenomen (19-25).
 
== Jes. 22:1-14 Profetie aangaande de verwoesting van Jeruzalem ==
 
== Jes. 22:1 ==
Regel 100 ⟶ 103:
'''Tot u sterft.''' Met de gedachte aan de dood hebben zij op gruwelijke wijze gespeeld (vers 13) en hebben zich aan de maaltijd gezet. Maar zij, de zwelgers en veelvraten, zullen van [[honger]] sterven en door [[pestilentie]] worden weggenomen (vers 2).
 
== Jes. 22:15-25 Profetie aangaande Sebna en Eljakim ==
== Bron ==
Voorzegging dat de [[hofmeester]] [[Sebna]] verworpen zal worden en [[Eljakim]] in zijn plaats verhoogd. Sebna zal uit zijn ambt ontzet en verbannen worden (15-18). Eljakim, Jahweh’s dienaar, zal zijn plaats verkrijgen, maar ook hij zal worden weggenomen (19-25).
 
Deze profetie en de messiaanse profetieën aangaande de knecht des Heeren zijn de enige van Jesaja bewaarde profetieën waarin hij zich met de bijzondere belangen van enkele personen bezighoudt, hier de opeenvolgende hofmeesters Sebna en Eljakim.
 
De profetie dagtekent waarschijnlijk uit ongeveer dezelfde tijd als de onmiddellijk voorafgaande (vs. 1-14). Allebei betreffen de situatie in Jeruzalem (vgl. vers 21).
 
== Jes. 22:16 ==
Jes 22:16  Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt [als] die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen? (SV)
'''Gij u hier een graf uitgehouwen hebt.''' In verzen 13 en 14 wordt ook van sterven gesproken. Sebna meende in Jeruzalem te zullen sterven, maar God zal hem in een ander land doen sterven (vers 18).
 
== Jes. 22:17 ==
Jes 22:17  Zie, de HEERE zal u wegslingeren zoals een man wegslingert, en Hij zal u omwinden met omwindsel, (CP<ref name=":0" />)
'''Zoals een man wegslingert.''' Een wegwerping met mannelijke kracht uitgevoerd.
 
'''Hij zal u omwinden met omwindsel.''' Stevig inwikkelen, zoals mummies in Egypte.
 
== Jes. 22:18 ==
Jes 22:18  voortrollen, Hij zal u voortrollen zoals men een bal rolt, in een wijduitgestrekt land; aldaar zult u sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagens zijn, u schandvlek van het huis van uw heer! (CP<ref name=":0" />)
'''In een wijduitgestrekt land.''' Buiten Juda, buiten Israël. Welk land is onduidelijk. Egypte? Assyrië? Babylonië?
 
'''Heerlijke wagens.''' Staatsiewagens, praalwagens.
 
== Jes. 22:22 ==
Jes 22:22  En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand zal opendoen. (SV)
'''De sleutel van het huis van David.''' De sleutel van het huis van David geeft ambtsbevoegdheid over alle goederen en allen voorraad van dit huis. Met onbeperkte macht zal hij alles aan het koninklijk hof beschikken, zonder dat iemand, behalve de koning, zijn besturingen zal kunnen te niet doen.
 
'''Op zijn schouder leggen.''' Men kan de woorden in de eerste plaats in ''eigenlijke'' zin opvatten, in zoverre de sleutel of het insigne als waardigheidsteken, of op het kleed van de hofmeester geborduurd of gedragen werd, afhangend van de schouder.
 
In hogere, ''figuurlijke'' zin is echter van de sleutelmacht sprake, als van die macht en bevoegdheid, welke niet alleen ten opzichte van de koninklijke kamers, maar ook in de beslissing over toelating of niet toelating tot de koninklijke dienst bestaat.
 
Vergelijk in het Nieuwe Testament de overgave van de sleutel van het rijk der hemelen aan Petrus (Matth. 16:18 v.); een zinverwant beeld.
 
''Mt 16:18  En ook Ik zeg je dat jij Petrus bent, en op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hades zullen haar niet overweldigen. Mt 16:19  Ik zal je de sleutels van het koninkrijk der hemelen geven, en alles wat jij zult binden op de aarde, zal gebonden zijn in de hemelen, en alles wat jij zult ontbinden op de aarde, zal ontbonden zijn in de hemelen. (Telos)''
 
'''Opendoen enz.''' Voortaan zou Eljakim en niet Sebna, de man zijn die er over te beslissen had, wie al dan niet uit de stad Jeruzalem toegang zou krijgen tot het koninklijk verblijf van de vorst, hetzij om in het paleis te dienen en te vertoeven, hetzij om de koning enige zaken te openbaren.
 
Hierin was Eljakim, de hofmeester die tevens een vader voor het volk zou zijn, een heerlijk voorbeeld van Christus, de Zoon van David, die in het huis van David een onbeperkte macht heeft.
 
''Opb 3:7  En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel van David heeft, die opent en niemand zal sluiten, en die sluit en niemand opent:'' (Telos)
 
== Jes. 22:23 ==
Jes 22:23  En Ik zal hem [als] een nagel inslaan in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel der eer voor het huis zijns vaders. (SV)
'''Een nagel inslaan in een vaste plaats.''' Een verzekerde positie. Doch deze is voor een tijd, zie vers 25.
 
== Jes. 22:24 ==
Jes 22:24  En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen. (SV)
'''Aan hem hangen.''' Als aan een haak, die nagel van vers 23.
 
== Jes. 22:25 ==
Jes 22:25  Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan is, zal afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken. (SV)
'''Die nagel.''' Zie vers 23.
 
'''Weggenomen worden.''' Ook zijn macht en bevoegdheid zal een einde nemen. Het einde van Sebna echter spreekt van vernedering.
 
'''De last, die daaraan is.''' Die daaraan opgehangen is, zie vers 24.
 
== BronBronnen ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op hoofdstuk 22 is onder wijziging verwerkt op 19 mei 2020.
 
''Aantekeningen bij de Leidse Vertaling''. Enige tekst van de aantekeningen bij hoofdstuk 22 van het boek Jesaja is onder wijziging verwerkt op 24 mei 2020.
== Voetnoot ==
 
== Voetnoten ==