Jesaja (boek)/Hoofdstuk 40: verschil tussen versies

4.061 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 40:
 
'''Alles vlees is gras.''' Zie voor de toelichting vers 7-8.
 
== Jes. 40:7 ==
Jes 40:7  Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. (SV)
Zie wat in vers 24 van de vorsten en de richters wordt gezegd:
 
''Jes 40:24  Ja, zij worden niet geplant, ja, zij worden niet gezaaid, ja, hun afgehouwen stam wortelt niet in de aarde; ook als Hij op hen blazen zal, zo zullen zij verdorren, en een stormwind zal hen als een stoppel wegnemen.'' (SV)
 
== Jes. 40:9 ==
Regel 60 ⟶ 66:
 
''Jes 49:10  Zij zullen niet hongeren, noch dorsten, en de hitte en de zon zal hen niet steken; want hun Ontfermer zal ze leiden, en Hij zal hen aan de springaders der wateren zachtjes leiden.'' (SV)
 
'''Gelijk een herder.''' Jezus heet zichzelf 'de goede herder'. Hij is zó goed, dat Hij zelfs zijn leven heeft afgelegd voor zijn schapen. Vergelijk:
 
''Joh 10:11  Ik ben de goede herder; de goede herder legt zijn leven af voor de schapen; (Telos)''
 
''Joh 10:14  Ik ben de goede herder; en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij,'' (Telos)
 
'''De zogenden.''' De [[Schaap|ooien]] die hun jongen bij zich doen zuigen. Zie de tegenstelling:
Regel 67 ⟶ 79:
== Jes. 40:12 ==
Jes 40:12 Wie heeft de wateren met Zijn handholte gemeten, en van de hemelen met de span de maat genomen, en heeft met een drieling het stof der aarde begrepen, en de bergen gewogen in een waag, en de heuvelen in een weegschaal? (CP<ref name=":0" />)
Wie omvat alles en kent van alles de maat van omvang en/of gewicht?
 
'''Wie.''' Het antwoord is: Niemand, God alleen.
 
'''Drieling.''' Een maat, namelijk het derde van een [[efa]]. Een efa is tussen de 20 en 45 liter. Een drieling is derhalve tussen de 7 en 15 liter.
 
== Jes. 40:13 ==
Jes 40:13  Wie heeft den Geest des HEEREN bestierd, en [wie] heeft Hem [als] Zijn raadsman onderwezen? (SV)
'''Wie.''' Het antwoord is: geen schepsel, want God heeft dat niet nodig.
 
''Jes 55:9  Want [gelijk] de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten. (SV)''
 
== Jes. 40:15 ==
Jes 40:15  Ziet, de volken zijn geacht als een druppel van een emmer, en als een stofje van de weegschaal; ziet, Hij werpt de eilanden henen als dun stof! (SV)
Zie vers 17.
 
== Jes. 40:16 ==
Jes 40:16  En de Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte is niet genoegzaam ten brandoffer. (SV)
'''De Libanon is niet genoegzaam om te branden.''' Het Libanongebergte, bekend om zijn [[Ceder|ceders]], bevat niet genoeg hout om te branden op het altaar van God. Het brandoffer dat Hij waard is te ontvangen, is te groot om met het hout van de Libanon verbrand te kunnen worden.
 
== Jes. 40:17 ==
Jes 40:17  Alle volken zijn als niets voor Hem; en zij worden bij Hem geacht minder dan niet, en ijdelheid. (SV)
Zie vers 15.
 
== Jes. 40:18 ==
Jes 40:18  Bij wien dan zult gij God vergelijken, of wat gelijkenis zult gij op Hem toepassen? (SV)
God is onvergelijkelijk groot van verstand en vermogen. Zie vers 25.
 
'''Vergelijken.''' In vers 11 wordt zijn tere zorg vergeleken met die van een goede herder.
 
== Jes. 40:22 ==
Jes 40:22  Hij is het, Die daar zit boven den kloot der aarde, en derzelver inwoners zijn als sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant als een dunnen doek, en breidt ze uit als een tent, om te bewonen; (SV)
 
'''Als sprinkhanen.''' Vgl. vers 15, 17.
 
'''De hemelen.''' Zie vers 26
 
== Jes. 40:23 ==
Jes 40:23  Die de vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid. (SV)
Zie vers 15, 17, 22.
 
''Opb 6:15  En de koningen van de aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de sterken en elke slaaf en vrije verborgen zich in de holen en in de rotsen van de bergen; Opb 6:16  en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam;'' (Telos)
 
'''Te niet.''' Zie vers 17.
 
'''IJdelheid.''' Zie vers 17.
 
== Jes. 40:24 ==
Jes 40:24  Ja, zij worden niet geplant, ja, zij worden niet gezaaid, ja, hun afgehouwen stam wortelt niet in de aarde; ook als Hij op hen blazen zal, zo zullen zij verdorren, en een stormwind zal hen als een stoppel wegnemen. (SV)
'''Als Hij op hen blazen zal, zo zullen zij verdorren.''' Vgl.:
 
''Jes 40:7  Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. (SV)''
 
== Jes. 40:25 ==
Jes 40:25  Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige. (SV)
Zie vers 18.
 
== Jes. 40:26 ==
Jes 40:26  Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid [Zijner] krachten, en [omdat] Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een gemist. (SV)
Zie vers 22 over het uitbreiden van de hemelen.
 
== Voetnoot ==