Jesaja (boek)/Hoofdstuk 49: verschil tussen versies

1.087 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 10:
 
== Jes. 49:2 ==
Jes 49:2 En Hij heeft Mijn mond gemaakt als een scherp zwaard, onder de schaduw van Zijn hand heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft Mij tot een zuivere pijl gesteld, in Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen. (CP<ref name=":0" />)
'''Mijn mond als een scherp zwaard.''' Het zwaard is wapen waarmee oorlog gevoerd wordt (Opb. 2:16). Scherp is ook de pijl, waarmee Hij wordt vergeleken.
 
Regel 21:
''Opb 19:21  En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees.'' (Telos)
 
'''Onder de schaduw van Zijn hand heeft Hij Mij bedekt.''' Als een verborgen zwaard. Totdat de Heer Jezus geopenbaard zal zijn, is hij bij God verborgen. Hij is Gods instrument om het strafgericht te volvoeren.
 
''Hnd 17:31  omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een man die Hij daartoe heeft bestemd, waarvan Hij aan allen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken.'' (Telos)
'''Tot een zuivere pijl gesteld, in Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen.''' De Heer Jezus wordt hier voorgesteld als een zuivere, d.i. puntige, scherpe pijl. Scherp is ook het zwaard van zijn mond. Hij is Gods verborgen wapen.
 
'''Tot een zuivere pijl gesteld, in Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen.''' De Heer Jezus wordt hier voorgesteld als een zuivere, d.i. puntige, scherpe pijl. Scherp is ook het zwaard van zijn mond. Hij is Gods verborgen wapen.
 
'''In Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen.''' Hij is Gods verborgen wapen.
 
Wanneer de Heer Jezus verschijnt, verschijnt als aanvoerder van de hemelse legers. Hij komt in de wereld met een hemelse legermacht.
 
''Opb 19:11  En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. (...) Opb 19:14  En de legers die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit, rein, fijn linnen. (...) Opb 19:19  En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen zijn leger.  (...) Opb 19:21  En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees.'' (Telos)
 
== Jes. 49:3 ==