Jesaja (boek)/Hoofdstuk 56: verschil tussen versies

1.048 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
 
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
God vermaant een ieder om rechtvaardig te zijn, omdat Zijn heil en gerechtigheid nabij gekomen zijn (1-2). Hij belooft de bekeerde heidenen en gesnedenen dat ook hun godsdienst Hem aangenaam zal zijn en zij in Zijn huis een plaats krijgen (3-7). God zal de overigen van Israël vergaderen (8). De wilde dieren worden uitgenodigd om te komen eten, omdat de wachters slapen en onverzadigbaar hun eigen genot zoeken (9-12).
 
== Jes. 56:1 ==
Regel 36 ⟶ 39:
 
''Jes 55:3  Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, [en] [u] [geven] de gewisse weldadigheden van David. (SV)''
 
== Jes. 56:8 ==
Jes 56:8  De Heere HEERE, Die de verdrevenen van Israël vergadert, spreekt: Ik zal tot hem nog meer vergaderen, nevens hen, die tot hem vergaderd zijn. (SV)
Een groot deel van het volk Israël woont thans (2021) nog buiten het hun beloofde land. Ook dat deel zal vergaderd worden in het land van Israël.
 
== Jes. 56:12 ==
Jes 56:12  Komt herwaarts, [zeggen] [zij]: ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, [ja], groter, veel treffelijker. (SV)
'''Groter, veel treffelijker.''' Vgl. vs. 11, "zij kunnen niet verzadigd worden".
 
== Voetnoot ==