Jesaja (boek)/Hoofdstuk 64: verschil tussen versies

k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == 1 == Jes 64:1  Och, dat U de hemelen scheurde, dat U neerkwam, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten; (CP<ref name=":0">Hertaling...')
 
 
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
Het gebed, op het einde van hoofdstuk 63 begonnen, gaat verder. God wordt gevraagd met geduchte macht uit de hemel te komen en Zijn naam aan zijn tegenstanders bekend te maken. God doet geduchte en ongekende dingen en komt hen tegemoet die op Hem wachten. (1-5). Wij zijn onrein en smelten door onze ongerechtigheden (6-7). Maar God is onze Vader, die ons vormt. Hij aanschouwe zijn volk. Zijn heilige steden en Jeruzalem en de tempel zijn verwoest. Zou de HEERE daarover stilzwijgen? (8-12).
 
== 1 ==
Regel 26 ⟶ 29:
 
''Jes 64:5  Gij komt hem tegemoet, die met vreugde gerechtigheid doet, hun die op uw wegen aan U denken. Zie, Gij zijt toornig geweest, omdat wij zondigden; in die toestand verkeerden wij lange tijd, en zouden wij dan verlost worden?'' (NBG51)
 
'''U was verbolgen.''' Zie vs. 9
 
'''Omdat wij gezondigd hebben.''' Zie het volgende vers: "onze misdaden".
Regel 38 ⟶ 43:
Jes 64:8  Doch nu, HEERE! U bent onze Vader; wij zijn leem, en U bent onze pottenbakker, en wij allen zijn Uwer handen werk. (CP<ref name=":0" />)
'''U bent onze Vader.''' Zie ook 63:16.
 
== 9 ==
Jes 64:9  HEERE! wees niet zo zeer verbolgen, en gedenk niet eeuwiglijk der ongerechtigheid; zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk. (SV)
'''Verbolgen.''' Zie vers 5.
 
== Voetnoot ==