Jesaja (boek)/Hoofdstuk 66: verschil tussen versies

4.217 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == 2 == Jes 66:2  Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de HEERE; maar op dezen zal Ik zi...')
 
Regel 46:
 
Zij baart niet de lijdende Messias, maar de regerende Messias. De Heer Jezus hoeft niet opnieuw te lijden.
 
== 10 ==
Jes 66:10  Verblijdt u met Jeruzalem, en verheugt u over haar, al haar liefhebbers! Weest vrolijk over haar met vreugde, gij allen, die over haar zijt treurig geweest! (SV)
Jeruzalem gaat, gelijk haar Verlosser (Christus) vroeger, van lijden tot heerlijkheid.
 
'''Verblijdt u met Jeruzalem.''' Zie vs. 14.
 
== 11 ==
Jes 66:11  Opdat gij moogt zuigen, en verzadigd worden van de borsten van haar vertroostingen; opdat gij moogt uitzuigen, en u verlustigen met de glans van haar heerlijkheid. (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Opdat gij moogt zuigen.''' Zie ook vs. 12. De Israëlieten worden hier voorgesteld als wederom en wel geestelijk geboren, vgl. vs. 8 "zij heeft haar zonen gebaard".
 
'''Vertroostingen.''' Zie ook vs. 13, waar God troost.
 
== 12 ==
Jes 66:12  Want alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de vrede over haar uitstrekken als een rivier, en de heerlijkheid der heidenen als een overlopende beek; dan zult ulieden zuigen; u zult op de zijden gedragen worden, en op de knieën zeer vriendelijk getroeteld worden. (CP<ref name=":0" />)
'''Dan zult ulieden zuigen enz.''' Zie vs. 8, 11.
 
== 13 ==
Jes 66:13  Als een, dien zijn moeder troost, alzo zal Ik u troosten; ja, u zult te Jeruzalem getroost worden. (CP<ref name=":0" />)
De troost zal uitgaan van Jeruzalem (vs. 11) en daar haar of naast haar zal God troosten, te Jeruzalem.
 
== 14 ==
Jes 66:14  En gij zult [het] zien, en uw hart zal vrolijk zijn, en uw beenderen zullen groenen als het tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend worden aan Zijn knechten, en Hij zal Zijn vijanden gram worden. (SV)
'''Uw hart zal vrolijk zijn.''' Zie vs. 10.
 
'''Hij zal Zijn vijanden gram worden.''' Zie vs. 15.
 
== 15 ==
Jes 66:15 Want ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen als een wervelwind; om met grimmigheid Zijn toorn hiertoe te wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen. (SV)
Vgl.
 
''Ps 50:3  Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een vuur voor Zijn aangezicht zal verteren, en rondom Hem zal het zeer stormen.'' (SV)
 
''Ps 97:3  Een vuur gaat voor Zijn aangezicht heen, en het steekt Zijn wederpartijen rondom aan brand.'' (SV)
 
''Eze 39:6  En Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.'' (SV)
 
''2Th 1:6  daar het rechtvaardig is bij God, aan hen die u verdrukken, verdrukking te vergelden,  2Th 1:7  en aan u die verdrukt wordt, rust met ons bij de openbaring van de Heer Jezus van de hemel met de engelen van zijn kracht, 2Th 1:8  in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. 2Th 1:9  Zij zullen als straf lijden het eeuwig verderf, verwijderd van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte, 2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden.'' (Telos)
 
''Opb 19:11  En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. Opb 19:12  En zijn ogen zijn als een vuurvlam en op zijn hoofd zijn vele diademen en Hij heeft een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf.'' (Telos)
 
''2Th 2:8  En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst;'' (Telos)
 
== 16 ==
Jes 66:16  Want met vuur, en met Zijn zwaard zal de HEERE in het recht treden met alle vlees; en de verslagenen des HEEREN zullen vermenigvuldigd zijn. (SV)
'''Met vuur.''' Zie vs. 15
 
'''En met Zijn zwaard.'''
 
''Opb 19:15  En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. (...) Opb 19:21  En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees.'' (Telos)
 
== Voetnoot ==