Jesaja (boek)/Hoofdstuk 6: verschil tussen versies

k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
== Jes. 6:1 ==
Jes 6:1  In het jaar, toen de koning Uzzia stierf, zo zag ik den Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den tempel. (SV)
'''In het jaar, toen koning Uzzia stierf.''' Dat haarjaar is onzeker, misschien 737 v.C..
{{Tijdbalk Israël 800750-700 v.C.}}
'''Zag ik den Heere, zittende op een hogen en verheven troon.''' Meer mensen hebben de onzichtbare God gezien, dat is Zijn Beeld en Gelijkenis, dat is de Zoon, onze Heer Jezus. Zie [[God#God gezien]]. Ook Johannes, opgetrokken zijnde in de hemel, zag Hem zitten op een troon:
 
''Opb 4:1  Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, die met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren.  Opb 4:2  Terstond kwam ik in de Geest; en zie een troon stond in de hemel en er zat Iemand op de troon;'' (Telos)
 
'''Tempel.''' In vers 4 genoemd 'huis'. Het gaat blijkbaar om de tempel in de hemel.
 
== Jes. 6:2 ==
Regel 35:
''Jes 6:13 Al zal daarin nog een tiende deel over zijn, het zal weer verwoest worden. Maar zoals van de eik en de haageik na het omhakken een stronk overblijft, zal hun stronk een heilig zaad zijn.'' (HSV)
 
Het eerste strafgericht laat een tiende deel van de bewoners over. Maar over hen komt een tweede gericht (door de Romeinen vervuld). Het tweede gericht laat een tronk over, die weer kan uitbotten. Het heilige zaad doet denken aan de Heer Jezus en zijn volgelingen, mogelijk inclusief de toekomstige 144.000 Israëlieten. Uit het steunsel, de tronk, zal een nieuw Israël zal verrijzen.
 
== Voetnoot ==