Kleine aanpassing aan de tekst
(Nieuw artikel geplaatst) |
(Kleine aanpassing aan de tekst) |
||
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 3:
'''<nowiki/>'voor Christus''''
Palestina behoorde tot de Romeinse provincie Syrië, bestuurd door een Romeinse legaat. Bestuurstechnisch gezien wat moeilijk gebied. Allerlei partijen bestreden elkaar om eigen doelstellingen te verwezenlijken. Zelfs het Joodse koningshuis van de Hasmoneeën/Makkabeeën was onderling verdeeld. Daarnaast waren er de Romeinse bestuurders, opstandige Galileeërs, farizeeërs, sadduceeërs, zeloten, Herodianen, priesters en schriftgeleerden, Samaritanen en velen die gecharmeerd waren voor de Romeins-Hellenistische (Griekse) cultuur. Guerrillabendes van zeloten en Galileeërs maakten van Judea een onrustig gebied. De tijd werd rijp om het Romeins gezag meer op orde te hebben. De Edomiet Herodes was een bekwaam bestuurder. Hij werd in het jaar 40 v.Chr. door Rome tot koning over Judea aangesteld. Hij moest wel eerst orde op zaken stellen. Daarvoor was hij stadhouder van Galilea en gehoorzaamheid verschuldigd aan Hyrcanus II (uit het Joodse koningshuis van de Hasmoneeën/Makkabeeën) die lange tijd over het volk van Israël regeerde. Na een vrij lange periode van verwarring en strijd (Hyrcanus werd zelfs door de Parthen gevangen weggevoerd, maar later vrij gelaten) zag Herodes kans (hij reisde daarvoor naar Rome) om de gunst van de Romeinen te verwerven. Hij belegerde vervolgens van 40 tot 37 Jeruzalem en werd koning over Israel.
'''-37''' Herodes de Grote, een Edomiet, zoon van Antipater, werd in het jaar 37 koning over Israël. Daarvoor was hij stadhouder van Galilea en gehoorzaamheid verschuldigd aan Hyrcanus (uit het Joodse koningshuis van de Hasmoneeën/Makkabeeën) die lange tijd over het volk van Israel regeerde. Na een vrij lange periode van verwarring en strijd (Hyrcanus werd zelfs door de Parthen gevangen weggevoerd, maar later vrij gelaten) zag Herodes kans (hij reisde daarvoor naar Rome) om de gunst van de Romeinen te verwerven. Hij belegerde van 40 tot 37 Jeruzalem en werd koning over Israel. Toen Hyrcanus 80 jaar oud was, liet Herodes hem doden. Bij zijn vrouw, Doris, had Herodes een zoon, Antipater. Hij huwde in dit jaar 37 met Mariamme, kleindochter van Hyrcanus, jodin en dus afkomstig uit een Joods koningsgeslacht. Door haar toedoen werd haar zestienjarige broer Aristobulus III hogepriester. Er werden aan het hof van Herodes gemene spelletjes gespeeld, vooral door toedoen van een zus van Herodes, Salome. Hoewel Mariamme zijn lievelingsvrouw was, bleef men er op bedacht, dat zij gebruikt kon worden als pion van het Hasmonese koningshuis.▼
▲'''-37'''
'''-36''' Om die reden werd Aristobulus III, broer van Mariamme, omgebracht.
'''-31''' Octavianus versloeg Antonius en werd vervolgens keizer te Rome.
'''-30''' De oude Hyrcanus II (81 jr oud) gedood wegens samenzwering tegen Herodes.
'''-27''' Octavianus neemt de titel van 'Augustus' aan.
'''-ca26''' Herodus was wreed en gehaat en liet op verdenking van samenzwering zijn eigen vrouw, Mariamme, ombrengen. Ook daarin speelde Salome, de zus van Herodes, een gemene rol. Alexander en Aristobulus waren twee zoons van Mariamme. De nieuwe echtgenote van Herodes heette eveneens Mariamme en staat bekend als Mariamme II. Herodes had meerdere vrouwen
'''-18''' Om toch nog enige gunst onder het volk te verkrijgen liet Herodes het tempelcomplex verfraaien. De bouw kostte veel tijd (Joh. 2:20).
'''-7''' Salome, zus van Herodes, beschuldigde de twee zoons van Mariamme I, Alexander en Aristobulus, van
Levensgevaarlijk om in deze wereld van achterdocht nazaten te zijn van het koningshuis van David en zijn zoons Salomo en Nathan! Misschien verstandig om geen ruchtbaarheid daaraan te geven en op een stille plek (Nazareth) in het noorden van het land te wonen.
Regel 23 ⟶ 27:
'''Geboorte van Johannes de Doper en de Heere Jezus'''
Niet alleen de Heilige Schrift, maar ook de ongewijde geschiedenis levert met betrekking tot de datering van Jezus' geboorte enige aanvullende informatie. IJkpunten zijn de dood van
'''-6 (apr)''' Aankondiging door de engel Gabriël aan Zacharias in de tempel van de geboorte van Jezus, voor Wie zijn zoon, die Johannes zal heten, de voorloper mag zijn. Een grote menigte was op het tempelplein getuige van de verschijning van een engel, maar konden niet horen wat de engel zei tegen Zacharias (Luk. 1:5-25; Luk.1:10-11; Mal. 3:1).
'''-6 (okt)''' Ongeveer zes maanden later verscheen de engel Gabriël aan Maria te Nazareth. Nazareth was een uitgesproken Joods stadje, gelegen in een half heidense regio, noordelijk van de vlakte van Jisreël, dicht bij de kust van de Middellandse Zee (Syrisch gebied). Dichtbij lag een stad met veel bedrijvigheid, Sepphoris. Daar had Herodes een burcht voor zich laten bouwen. Maria mag de Christus voortbrengen. Zij werd daardoor het symbool van de oudtestamentische kerk, waaruit de zaligmaker voortkwam, misschien ook van de kerk van alle tijden (Openb. 12:1-2). We weten het natuurlijk niet, maar het zou kunnen zijn, dat, toen God zo'n groot Werk begon, Hij 'Zijn Ster' heeft laten schitteren in het verre Oosten. Maria bezocht Elizabeth, de vrouw van Zacharias
'''-5 (Jan)''' Misschien heeft Maria bij hen ook de geboorte van Johannes meegemaakt.
'''-5 (juli)''' Tussen de aankondiging aan Zacharias en de geboorte van Jezus moeten ongeveer 15 maanden hebben gelegen. Als gevolg van een bevel van keizer Augustus vertrokken Jozef en Maria naar Bethlehem, waar Jezus werd geboren. Cyrenius (Quirinius) was toen
'''(juli
Jezus geboren te Bethlehem, in de nabijheid van het paleis van Herodes. Het was er, naar de mens gesproken, niet echt veilig.
Regel 49 ⟶ 53:
'''-4 (begin april)''' Herodes overleden te Jericho en begraven in de vesting Herodium (zuidoost van Bethlehem). Kort voor zijn dood liet hij zijn oudste zoon, Antipater, ombrengen.
'''-4''' Zonen van Herodes reisden naar Rome (zoals ook hun vader deed) om het koningschap te vragen
[[Bestand:Kaart.png|alt=Palestina tijdens Jezus' omwandeling|miniatuur|601x601px|Palestina tijdens Jezus' omwandeling]]
Toch kregen drie zonen van Herodes het koningschap (Archelaüs, Herodes Antipas en Philippus).
Regel 61 ⟶ 65:
Van een vierde 'viervorst' is het niet zeker of hij een zoon van Herodes de Grote was. Hij heette Lysanias. Hij regeerde over het noordelijk gelegen Abilene.
'''-4/3''' Terugkeer van Jozef en Maria met hun kind Jezus uit Egypte. Zij begrepen dat Archelaüs wreedaardig was en vestigden zich daarom niet in Judea, maar in Nazareth (Matth. 2:22-23).
'''0 ?''' Het jaar 0 bestaat niet. Na -1 komt het jaar +1.
Regel 69 ⟶ 73:
'''6''' Annas hogepriester, benoemd door de Romeinen (tot 15). Archelaüs werd afgezet als vorst en verbannen. Judea werd vervolgens een Romeinse provincie en kwam onder direct gezag van Rome, bestuurd door een stadhouder die de Romeinse titel droeg van Procurator. Coponius werd de eerst stadhouder.
'''8''' De twaalfjarige Jezus lerend in de tempel (Luk. 2:41-52). Als twaalfjarige mocht Jezus Zich een 'zoon der wet' noemen. ''(Het bleek niet mogelijk te zijn om datum en jaar van Jezus' geboorte exact vast te stellen. Aangenomen dat juli van het jaar 5 'voor Christus' de waarheid daarover misschien dicht benadert, gaan we er nu van uit dat in juli van het jaar 8 Jezus 12 jaar werd.)''
'''9''' Marcus Ambivius stadhouder van Judea.
Regel 181 ⟶ 183:
Daarna ging Hij weer terug naar Galilea. Hij proefde de dodelijke haat van de farizeeën. Zijn 'ure' was echter nog niet gekomen.
'''Jezus weer
Nadat Johannes de Doper Herodes had aangeproken over zijn relatie met Heriodias en andere zaken die niet tot Gods eer waren, werd hij gevangen gezet. Het is niet duidelijk wanneer dat was. Opvallend dat ook tijdens zijn gevangenschap Herodes Johannes graag hoorde.
Regel 201 ⟶ 203:
(in Kapernaüm) De hoofdman van honderd vroeg hulp voor zijn zeer zieke knecht (Luk. 7:1-10).
(in Naïn de volgende dag) Een jongeling te
Johannes de Doper verviel in grote twijfelmoedigheid omtrent Jezus (Matth. 11:1-19; Luk. 7:18-28). Hij zond een paar discipelen van hem naar Jezus om antwoord op zijn vraag te krijgen. Tegelijk kreeg Jezus te horen dat Johannes de Doper in de gevangenis zat (Matth. 14:1-4; Luk. 3:19-20). Jezus verdedigde Johannes de Doper tegen beschuldiging van ongeloof (Matth. 11:7-19; Luk. 7:24-35).
Regel 417 ⟶ 419:
'''de nacht van donderdag op vrijdag'''
In Gethsémané en gevangenneming van Jezus. Dit alles gebeurde in stilte. De farizeeën hoopten op een stevige rel, zodat zij Jezus bij de Romeinse overheid konden beschuldigen van oproer (Matth. 26:31-75; Mark.14:27-50; Luk. 22:31-62; Joh.18:1-11).
De jongeling. Markus? (Mark. 14:51-52)
|