Jhwh/Jhwh is mijn banier: verschil tussen versies

20 bytes verwijderd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
'''Jhwh is mijn Banier''' (Hebr. ''Jahweh nissi;'' in Nederlandse vertalingen ''de HEER(E) is mijn [[banier]]'') is de naam die Mozes aan het altaar gaf, dat hij bouwde ter gedachtenis van de overwinning die God schonk over [[Amalek, Amalekieten|Amalek]].
[[Bestand:William Hole - Battle of Raphidim.jpg|miniatuur|549x549px|''Strijd tegen Amalek. Links bovenop de heuvel staat Mozes met opgeheven armen, later worden zijn (vermoeide) armen ondersteund door Jozua en Hur.'']]
<blockquote>''Ex 17:8  Toen kwam Amalek en streed tegen Israel in Rafidim.'' ''Ex 17:9 Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn.'' ''Ex 17:10 Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels. Ex 17:11 En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israel de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste. Ex 17:12 Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere [zijde]; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.'' ''Ex 17:13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards. Ex 17:14 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.'' ''Ex 17:15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier! Ex 17:16 En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!''</blockquote>Met het oog op de staf Gods, die Mozes tijdens de strijd omhooghield, noemde hij, ter gedachtenis van de victorie, het altaar Jahweh Nissi, Jahweh mijn banier.