Johannes (apostel): verschil tussen versies

1.600 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 8:
 
Toen de Heer aan het kruis hing droeg Hij de zorg voor Maria, zijn moeder, over aan Johannes (Joh. 19: 26, 27).
[[Bestand:BurnandJeanPierre.jpg|miniatuur|561x561px|Johannes en Petrus snellen naar Jezus' graf. Schilderij van Eugène Burnand, 1898. Titel: ''Les disciples Jean et Pierre accourant au sépulcre le matin de la résurrection''.]]
 
Toen Johannes en [[Petrus]] van [[Maria Magdalena]] vernamen dat het graf van Jezus leeg was, snelden zij naar het graf. Johannes kende de Schrift nog niet, dat Jezus uit de doden moest opstaan. <blockquote>
 
''Joh 20:1 Op de eerste dag van de week nu kwam Maria Magdalena ‘s morgens vroeg, toen het nog donker was, naar het graf en zij zag de steen van het graf weggenomen.  Joh 20:2  Zij liep dan snel en kwam bij Simon Petrus en bij de andere discipel die Jezus liefhad, en zei tot hen: Zij hebben de Heer weggenomen uit het graf, en wij weten niet waar zij Hem hebben gelegd. Hoh 20:3  Petrus dan ging naar buiten en de andere discipel en zij kwamen naar het graf. Joh 20:4  En deze twee liepen samen snel, en de andere discipel liep snel vooruit, vlugger dan Petrus, en kwam het eerst bij het graf. Joh 20:5  En hij bukte zich voorover en zag de doeken liggen; hij ging er echter niet in. Joh 20:6  Simon Petrus nu kwam ook achter hem aan en hij ging het graf binnen en zag de doeken liggen Joh 20:7  en de zweetdoek die op zijn hoofd was geweest, niet bij de doeken liggen, maar op een plaats afzonderlijk samengerold. Joh 20:8  Toen ging dan ook de andere discipel naar binnen, die het eerst bij het graf was gekomen, en hij zag en geloofde.  Joh 20:9  Want zij kenden de Schrift nog niet, dat Hij uit de doden moest opstaan.'' (Telos)</blockquote>
 
Johannes werd een steunpilaar in de gemeente van Christus.<blockquote>''Ga 2:9 en toen zij de genade die mij gegeven is, erkenden, gaven Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wij naar de volken en zij naar de besnedenen gingen; (TELOS)''</blockquote>Enkele '''geschriften''' in het Nieuwe Testament zijn van zijn hand: het [[Evangelie naar Johannes]], de drie brieven [[1 Johannes]], [[2 Johannes]], [[3 Johannes]], en het boek de [[Openbaring van Johannes|Openbaring]].
Regel 14 ⟶ 19:
 
== Zie ook ==
[[Petrus, Jakobus en Johannes]]: over het drietal.
 
== Bronnen ==