Johannes 7: verschil tussen versies

1.873 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 65:
 
''Mt 12:11  Hij zei echter tot hen: Welk mens zal er onder u zijn die een schaap zal hebben, en als dit op de sabbat in een kuil valt, het niet zal grijpen en eruit halen?'' (Telos)
 
Tot de farizeeën zei de Heer Jezus:
 
''Joh 8:15  U oordeelt naar het vlees; Ik oordeel niemand.'' (Telos)
 
'''Maar velt een rechtvaardig oordeel.''' Na de zorgvuldige procedure die naar de wet is, zie vs. 51.
 
== 25 ==
Regel 74 ⟶ 80:
Zie ook vs. 28.
 
'''Vanwaar Hij is.''' Uit Galilea (41, 52), uit een timmermansgezin. Die hier spreken zijn van mening, dat zij de oorsprong van Jezus in dit opzicht zeer goed kennen, vgl. 6:42.
 
''Joh 6:42  En zij zeiden: Is Deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Hij nu: Ik ben uit de hemel neergedaald?'' (Telos)
 
'''Weet niemand vanwaar Hij is.''' Behalve dat hij in Bethlehem-Juda geboren zal worden (vs 42). Zie ook
'''Weet niemand vanwaar Hij is.''' Behalve dat hij in Bethlehem-Juda geboren zal worden. In die tijd toch was de mening algemeen verspreid, dat de oorsprong van de Messias geheel onbekend moest zijn. Een spoor van dit gevoelen vinden wij bij [[Justinus de Martelaar|Justinus]] (2e eeuw) terug, die deze woorden in de mond van de Jood Tryphon legt: "De Christus moet zelfs na zijn geboorte onbekend blijven en Zichzelf niet kennen en zonder enige kracht zijn, totdat Elia plotseling verschijnt, Hem zalft en allen openbaart." Dit denkbeeld stond wellicht met de voorspellingen in verband, die de diepe vernedering beschreven, waartoe het geslacht van David tijdens de geboorte van de Christus vervallen zou zijn. De Joden die in ons vers aangehaald worden zijn van mening dat zij de menselijke oorsprong van Jezus zeer goed kennen. Zij offeren de zedelijke indruk, die de persoon en het woord van de Heer op hen gemaakt had, aan een zuivere kritische bedenking (aangaande Jezus' herkomst) op en komen zodoende niet tot de waarheid.
 
''Joh 8:14  Jezus antwoordde en zei tot hen: Ook als Ik van Mijzelf getuig, is mijn getuigenis waar, want Ik weet waar Ik vandaan ben gekomen en waar Ik heenga; maar u weet niet waar Ik vandaan kom of waar Ik heenga.'' (Telos)
 
'''Weet niemand vanwaar Hij is.''' Behalve dat hij in Bethlehem-Juda geboren zal worden. In die tijd toch was de mening algemeen verspreid, dat de oorsprong van de Messias geheel onbekend moest zijn. Een spoor van dit gevoelen vinden wij bij [[Justinus de Martelaar|Justinus]] (2e eeuw) terug, die deze woorden in de mond van de Jood Tryphon legt: "De Christus moet zelfs na zijn geboorte onbekend blijven en Zichzelf niet kennen en zonder enige kracht zijn, totdat Elia plotseling verschijnt, Hem zalft en allen openbaart." Dit denkbeeld stond wellicht met de voorspellingen in verband, die de diepe vernedering beschreven, waartoe het geslacht van David tijdens de geboorte van de Christus vervallen zou zijn. De Joden die in ons vers aangehaald worden zijn van mening dat zij de menselijke oorsprong van Jezus zeer goed kennen. Zij offeren de zedelijke indruk, die de persoon en het woord van de Heer op hen gemaakt had, aan een zuivere kritische bedenking (aangaande Jezus' herkomst) op en komen zodoende niet tot de waarheid.
 
== 30 ==
Regel 84 ⟶ 94:
'''Zij trachten Hem dan te grijpen.''' Zie vs. 32. Ze wilden Hem uit de weg ruimen, Hem doden (1, 19-20, 25).
 
'''Niemand sloeg de hand aan Hem.''' Ze werden ervan weerhouden door Gods werking. Zie ook vs. 44.
 
== 32 ==
Regel 105 ⟶ 115:
 
Mogen wij aannemen dat de zonen van God zelf, door de Zoon, bronnen van levend water worden voor elkaars behoefte?
 
== 41 ==
Joh 7:41  Anderen zeiden: Deze is de Christus. Weer anderen zeiden: Komt de Christus dan soms uit Galilea? (Telos)
'''Uit Galilea?''' Zie vs. 27, 52.
 
== 42 ==
Joh 7:42  Zegt de Schrift niet dat de Christus komt uit het geslacht van David en van het dorp Bethlehem, waar David was? (Telos)
En daar was de Heer Jezus ook geboren en had er enige tijd met zijn ouders gewoond.
 
== 44 ==
Joh 7:44  En sommigen van hen wilden Hem grijpen, maar niemand sloeg de handen aan Hem. (Telos)
'''Sommigen van hen wilden Hem grijpen.''' Zie ook vs. 1, 19, 20, 25.
 
'''Maar niemand sloeg de handen aan hem.''' Zie ook vs. 30. Hieronder, vs. 45v., wordt een verklaring gegeven.
 
== 48 ==
Joh 7:48  Heeft soms iemand van de oversten in Hem geloofd, of van de farizeeën? (Telos)
Antwoord: ja, tenminste de farizeeër Nicodemus, zie Joh. 3 en vs. 49 hieronder.
 
== 49 ==
Joh 7:49  Maar deze menigte die de wet niet kent, is vervloekt! (Telos)
Maar de Farizeeën kenden Jezus niet... (vgl. vs. 50). Ze wisten blijkbaar (vs. 52) niet, dat de Heer in Bethlehem geboren was, uit het geslacht van David (vs. 42).
 
== 51 ==
Joh 7:51  Veroordeelt onze wet soms de mens, tenzij zij eerst van hem hoort en weet wat hij doet? (Telos)
'''Tenzij zij eerst van hem hoort en weet wat hij doet?''' Dat is nodig voor een rechtvaardig oordeel. Zie ook vs. 24. Nicodemus kende Jezus beter (Joh. 3).
 
== Nabeschouwing ==
De aardse zegen, waarvan het Loofhuttenfeest een voorafschaduwing is, wordt uitgesteld, omdat Christus wordt afgewezen; zelfs Zijn broers geloven niet in Hem. Maar de grote dag van het Loofhuttenfeest is de achtste, die symbolisch staat voor de dag van de nieuwe schepping en van de eeuwige zegen. Hiervan is de [[Heilige Geest|Geest]] het onderpand, die door verheerlijkte Christus is gezonden. Op deze achsteachtste dag stond Jezus en riep, "Als iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Hij die in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt, uit zijn buik zullen stromen van levend water vloeien. Maar dit zei Hij van de Geest, welke zij, die in Hem geloofden, zouden ontvangen." De Joden worden achtergelaten in onenigheid en duisternis.
 
== Bron ==