Jozua (boek)/3: verschil tussen versies

406 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 26:
 
''Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens.'' (SV)
 
== Joz. 3:12 ==
Joz 3:12  Nu dan, neemt gijlieden u twaalf mannen uit de stammen Israëls, uit iederen stam een man; (SV)
Deze opdracht geeft Jozua aan het volk. In 4:2 geeft God deze opdracht aan Jozua.
 
== Joz. 3:15 ==
Regel 49 ⟶ 53:
Verderop in het boek Jozua lezen we dat God grote hagelstenen doet neerkomen op de vijandelijke legers (Joz. 10:11) die voor Israël vluchtten.
 
In het geval van de waterophoping bij Adam geeft de Schrift geen uitsluitsel. Een natuurlijke afdamming, door God bewerkt, is mogelijk, niet onwaarschijnlijk. Niet het feit, dát de wateren opgehouden werden, maar het feit, dat het ''juist toen'' geschiedde, en dat de wateren weer doorstroomden nadat de priester met de ark uit de bedding van de Jordaan waren gestapt (4:18), dát is het wonder. De neer­stortende mergelgronden - als datdie de oorzaakoorzaken waswaren - dammen de rivier af op het ogenblik, dat Israël er behoefte aan heeft. Alles, alles gehoorzaamt het gebod van God!
 
'''Zeer verre van de stad Adam af.''' Adam lag 28<ref name=":0" /> of 30 km<ref>https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%90%D7%93%D7%9D_(%D7%A2%D7%99%D7%A8). Hebreeuws artikel over de stad Adam.</ref><ref name=":1" /> ten noorden van [[Jericho]].
Regel 57 ⟶ 61:
== Joz. 3:15 ==
Joz 3:15  En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen van de oogst aan al haar oevers); (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''De dagen van de oogst.''' Het is in de oogsttijd, in april<ref name=":2" /> (zie [[Maand]]), op de tiende dag van de eerste maand ([[Abib (Hebr.)|Abib]])
 
== Bron ==