Jozua (boek)/7: verschil tussen versies

5.533 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Jozua commentaar}} == Joz. 7:21 == Joz 7:21  Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, en tweehonderd sikkelen zilvers, en een goud...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Jozua commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Achans overtreding (1). Israël wordt geslagen voor de stad Ai (2-5). Gods aangezicht gezocht over de nederlaag (6-15). Achan en zijn gezin met de dood gestraft (16-26).
 
== Joz. 7:2 ==
Joz 7:2  Als Jozua mannen zond van Jericho naar Ai, dat bij Beth-aven ligt, aan het oosten van Beth-el, zo sprak hij tot hen, zeggende: Trekt opwaarts en bespiedt het land. Die mannen nu trokken op en bespiedden Ai.
'''Jozua mannen zond.''' Als een voorzichtig aanvoerder begint Jozua met het zenden van enige mannen met de opdracht „ver­spiedt het land".
 
'''Naar Ai.'''
 
<u>Andere mogelijke bestemmingen</u>. Waarheen zal Jozua zich nu wenden? Twee wegen staan voor hem open. De ene voert naar Jeruzalem, de andere naar Sichem. Maar de weg naar Jeruzalem is zeer zwaar (zie [[Jericho]]). Bovendien staat men daarna voor een buitengewoon sterke bergvesting (zie [[Geschiedenis van Jeruzalem]]). En tenslotte: Jeruzalem heeft in Jozua's dagen nog niet de staatkundige betekenis, die het na Davids inname heeft gehad.<ref name=":0">A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 18 is onder wijziging verwerkt op 2 dec. 2020. </ref>
 
Niet Jebus (jeruzalem), maar Sichem is in Jozua's dagen de koningin van het West-Jordaanland (zie [[Sichem]]). Na de wondere inneming van Jericho, welks rokende puinhopen nog spreken van de onbegrensde macht van Israëls God, richt Jozua dan ook zijn oog op Sichem, ten einde door het bezit van deze centrale plaats een wig te drijven in de falanx van de be­woners van het gebergte.<ref name=":0" />
 
<u>Van Jericho naar Sichem.</u> Wie van Jericho naar Sichem wil kan langs twee wegen gaan. Hij kan óf (1) door de pas van Michmas hetzij (1a) over Beëröt (het huidige ''El-Bire''?) hetzij (1b) over Ai, het huidige ''Et-Tell'', de oude karavaanweg trach­ten te bereiken, die over de kam van het gebergte Jeruzalem met Bethel en vandaar met Sichem ver­bindt. Hij kon echter ook (2) langs de ''Dsjebel Karantal'' trekken, vandaar door de ''Wadi er-Rummarnan'' en de ''Wadi Moeheisin'' naar Bethel gaan. Beide wegen (1) en (2) heb­ben hun eigenaardige moeilijkheden. De eerste, hoe­wel de kortste, voert door het défilé van de beide, steile rotswanden, waarvan 1 Sam. 14 :4 v.v. spreekt, en vraagt in zijn laatste gedeelte, dat ruw en kron­kelend is, veel inspanning, omdat men over de laat­ste 8 km niet minder dan 330 meter stijgen moet. De tweede is iets langer (bijna 13 km). Zijn eerste gedeelte is steil, een klim van ongeveer 450 meter. Dan wordt de weg gemakkelijker en voert over de noor­delijke hellingen van de ''Wadi Moeheisin''. Hij heeft echter tegen, dat grote stukken daarvan heel goed van uit Ai zichtbaar zijn. Een derde weg echter, die tussen de beide eerstgenoemde naar Bethel voert, is die, welke over de ''Dsjebel Karantal'' langs de noordelijke helling van de ''Ras et-Tawil'' ten zuiden van ''Der Diwan'' en ten westen van Ai naar Bethel voert. Deze weg heeft niet alleen het voordeel de kortste te zijn (ruim 17 km), maar tevens over de bergrug door eenzame plaatsen te voeren en van Ai uit niet zichtbaar te zijn. <ref name=":0" /> Intussen, wie van Jericho naar Sichem wil, moet, welken van de drie bovengenoemde wegen hij ook kiezen moge, zich meester maken van [[Ai]].
 
== Joz. 7:3 ==
Joz 7:3  Daarna keerden zij weder naar Jozua, en zeiden tot hem: Dat het ganse volk niet optrekke, dat er omtrent twee duizend mannen, of omtrent drie duizend mannen optrekken, om Ai te slaan; vermoei daarheen al het volk niet; want zij zijn weinige. (SV)
<u>Inschatting.</u> De mannen komen terug met de mededeling, dat twee a drie duizend man wel voldoende zul­len zijn om Ai in te nemen. Door dit advies geven ze intussen blijk noch oog te hebben voor het verschil in positie tussen Jericho en Ai noch ook voor de diepe zin van wat voor Jericho is geschied. Jericho ligt afgezonderd, ligt eenzaam in het Jordaandal. Het is bijna geheel op zichzelf aangewezen en heeft geen buren, die snel te hulp kunnen komen. Maar zo staat het met Ai niet. Bethel en Beëröt liggen vlak bij en kunnen in enkele uren hulp bieden. Bovendien, een vlucht in de vlakte is nog heel wat anders dan een vlucht in een bergland, waar men omsingeld is voor men het weet. En eindelijk, een nederlaag kan hier de noodlottigste gevolgen hebben. Zeker, door Jericho's ongedacht snelle val is „de schrik des Heeren" over de inwoners van Midden-Kanaän gevallen. Maar een enkele tegenslag kan voldoende zijn om hen met nieuwe moed te bezielen en van alle zijden op Israël te doen aanvallen. En zal dit dan kunnen staande blijven?
 
<u>Jozua.</u> Dat deze mannen zo oordelen is misschien — ge­zien het lage religieuze niveau, waarop het volk des­tijds stond — nog niet zo verbazingwekkend. Maar ontroerend is het te zien, dat Jozua zonder meer hun advies opvolgt. Dit bewijst niet alleen, dat Jozua nog op verre na geen Mozes is, maar bovendien dat de Jozua van het begin van de veldtocht een heel ander man was dan die, welke ons in hfdst. 23 v. tegemoet treedt. Jozua had nog een hele leerschool door te maken! Voor Ai is zijn eigen wijsheid en inzicht hem ruim voldoende. Hij denkt er zelfs niet aan zich om raad te richten tot Hem, die hij toch voor Jericho had leren kennen als „de Vorst van het leger des Heeren".
 
== Joz. 7:21 ==
Regel 7 ⟶ 28:
'''Vijftig sikkelen.''' Dat is 50 x 11,4 gram = 570 gram. Zie [[Sikkel]].
 
== VoetnootBron ==
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 18-19 is onder wijziging verwerkt op 2 dec. 2020.
 
== Voetnoten ==