Judas Iskariot: verschil tussen versies

56 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Judas Iskariot''' (overleden circa 29-33) was een van Jezus' twaalf leerlingen en degene die Jezus heeft overgeleverd aan de Joodse autoriteiten, waarna Jezus v...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Op zeker ogenblik besloot hij '''Jezus over te leveren''' aan de Joodse autoriteiten. Met de de overpriesters en de hoofdlieden van de tempel in Jeruzalem kwam hij overeen Jezus aan hen over te leveren en daarvoor een gelegenheid te zoeken die zo min mogelijk ophef zou veroorzaken. Hij wees de Joodse overheden de plaats aan, waar Jezus zich gewoonlijk ophield, en bood in het gevangen nemen van zijn Heer de behulpzame hand.
 
Voor zijn ‘dienst’ zou hij een beloning van dertig sikkels of 'zilverlingen' krijgen, het bedrag dat een slaaf in die tijd opbracht en evenveel als een eenvoudige arbeider in vier maanden verdiende. De gelegenheid voor het verraad kwam de nacht voor Pesach (Pascha). Tijdens de avondmaaltijd met de leerlingen, 'het laatste avondmaal' genoemd, had Jezus gezegd: "één van u zal Mij verraden". Daarna voer de satan in Judas. En Jezus spoorde Judas aan te doen wat hij van plan was te doen.<blockquote>''Joh 13:27 En na het stuk brood, toen voer de satan in hem. Jezus dan zei tot hem: Wat je doet, doe dat snel. Joh 13:28 Maar niemand van hen die aanlagen, wist waartoe Hij hem dit zei. Joh 13:29 Want sommigen meenden, omdat Judas de beurs had, dat Jezus tot hem zei: Koop wat wij nodig hebben voor het feest; of dat hij iets aan de armen moest geven. Joh 13:30 Nadat hij dan het stuk brood had genomen, ging hij terstond naar buiten. En het was nacht.'' (TELOS)</blockquote>Judas vertrok om zijn snode plan uit te voeren. Nadat Judas van de maaltijd vertrokken was, had Jezus onder meer tot Zijn Vader gezegd: <blockquote>''Joh 17:12 Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik hen in uw naam. Hen die U Mij hebt gegeven, heb Ik bewaakt en niemand van hen is verloren gegaan dan de zoon van het verderf, opdat de Schrift vervuld werd.'' (TELOS)</blockquote>Na de maaltijd ging Jezus met zijn leerlingen naar buiten. Hij nam Petrus, Johannes en Jacobus mee naar een plek op de Olijfberg om daar te bidden. Nadat Jezus ernstig gebeden had, vertelde hij de drie leerlingen dat hij nabij was die Hem zou overleveren. Daarop verscheen een grote menigte met Judas, die Jezus ter begroeting kuste, waarna gewapende lieden Hem arresteerden. Dit leidde uiteindelijk tot Jezus' kruisiging.<blockquote>''Mt 26:46 Staat op, laten wij gaan; zie, hij die Mij overlevert is nabij. Mt 26:47 En terwijl Hij nog sprak, zie Judas, een van de twaalf, kwam en met hem een grote menigte met zwaarden en stokken, van de overpriesters en oudsten van het volk vandaan. Mt 26:48 Nu had hij die Hem overleverde, hun een teken gegeven en gezegd: Die ik zal kussen, Die is het; grijpt Hem! Mt 26:49 En terstond ging hij naar Jezus toe en zei: Gegroet, Rabbi! En hij kuste Hem innig. Mt 26:50 Jezus echter zei tot hem: Vriend, waarvoor ben je hier? Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem.'' (TELOS)</blockquote>''<nowiki/>''Opvallend is dat Jezus hem aanspreekt met 'vriend' en naar zijn beweegreden vroeg. De Heer sprak tot het hart en geweten van zijn verloren leerling. God wil niet dat iemand verloren gaat (2 Petr. 3:9).
[[Bestand:Edward Armitage - Het berouw van Judas.jpg|miniatuur|525x525px|''<nowiki/>'Het berouw van Judas', schilderij van Edward Armitage, 1866. Judas brengt het verradersloon terug.'' ]]
{| class="wikitable"
|''<nowiki/>'Het berouw van Judas', schilderij van Edward Armitage, 1866.''
 
''Judas brengt het verradersloon terug.'' 
|}
Opvallend is dat Jezus hem aanspreekt met 'vriend' en naar zijn beweegreden vroeg. De Heer sprak tot het hart en geweten van zijn verloren leerling. God wil niet dat iemand verloren gaat (2 Petr. 3:9).
 
'''Spijt.''' Nadat Jezus was veroordeeld kreeg Judas grote spijt over zijn daad.<blockquote>''Mt 27:3 Toen kreeg Judas, die Hem had overgeleverd, berouw, toen hij zag dat Hij was veroordeeld, en bracht de dertig zilverlingen aan de overpriesters en oudsten terug Mt 27:4 en zei: Ik heb gezondigd door onschuldig bloed over te leveren! Zij echter zeiden: Wat gaat ons dat aan? Dat is uw zaak. Mt 27:5 En na de zilverlingen in het tempelhuis geworpen te hebben vertrok hij en ging weg en hing zich op. Mt 27:6 De overpriesters nu namen de zilverlingen en zeiden: Het is niet geoorloofd ze in de offerkist te werpen, omdat het bloedgeld is. Mt 27:7 Nadat zij nu hadden beraadslaagd, kochten zij daarmee de akker van de pottenbakker als een begraafplaats voor de vreemdelingen. Mt 27:8 Daarom wordt die akker bloedakker genoemd, tot op heden. Mt 27:9 Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia, die zei: ‘En zij namen de dertig zilverlingen, de waarde van de Gewaardeerde, waarop die van de zonen Israels Hem gewaardeerd hadden, Mt 27:10 en gaven die voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heer mij had opgedragen’.'' (TELOS)</blockquote>De bloedige wending, welke de zaak nam, deed Judas vertwijfelen. In de hevigste wanhoop ging hij met het bloedgeld naar de hoofden van het volk, om Jezus te rechtvaardigen en de gewonnen prijs terug te geven. Het was te laat. Zijn berouw wekte slechts spot. Toen sloeg de verrader de hand aan eigen leven. Hij had een vreselijk uiteinde. De koord, waarmede hij zich poogde te verwurgen, brak, zodat hij voorover op de scherpe punt van een rots neerviel en zijn ingewanden werden uitgestort.