Judas Iskariot: verschil tussen versies

586 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Judas Iskariot''' (overleden circa 29-33) was een van Jezus' twaalf leerlingen en degene die Jezus heeft overgeleverd aan de Joodse autoriteiten, waarna Jezus veroordeeld en gekruisigd werd.
 
Judas Iskariot moet onderscheiden worden van Judas zoon van Jacobus (Handelingen 1:13).
De '''naam''' 'Judas' is de Griekse benaming voor de Hebreeuwse naam 'Juda' of 'Jehuda(h)'. In het Hebreeuws is zijn naam: יהודה איש־קריות , Yəhûḏāh ʾΚ-qəriyyôt. ‘Iskariot’ betekent ‘man van Kariot (Keriot)’. Kariot (Keriot) is een plaatsje in de buurt van Hebron in het zuiden van Judea. Waarschijnlijk wordt met de naam ‘Iskariot’ aangeduid dat Judas uit Kariot (Keriot) afkomstig was.
 
De '''naam''' 'Judas' is de Griekse benaming voor de Hebreeuwse naam 'Juda' of 'Jehuda(h)'. In het Hebreeuws is zijn naam: יהודה איש־קריות , Yəhûḏāh ʾΚ-qəriyyôt. ‘Iskariot’ betekent ‘man van Kariot (Keriot)’. Kariot (Keriot) is een plaatsje in de buurt van Hebron in het zuiden van Judea. Waarschijnlijk wordt met de naam ‘Iskariot’ aangeduid dat Judas uit Kariot (Keriot) afkomstig was.
Judas was een zoon van Simon. Van de twaalf apostelen was Judas de enige uit Judea: de overige elf kwamen evenals Jezus uit Galilea, zij het dat Jezus te Bethlehem Judea geboren is en in Galilea is opgegroeid.
 
Judas'''Zijn Iskariotvader.''' moetJudas onderscheidenwas wordeneen zoon van Simon. ".''.. Judas Iskariot, de zoon van JacobusSimon..."'' (HandelingenJoh. 16:1371).
 
Judas'''Uit was een zoon van SimonJudea.''' Van de twaalf apostelen was Judas de enige uit Judea: de overige elf kwamen evenals Jezus uit Galilea, zij het dat Jezus te Bethlehem Judea geboren is en in Galilea is opgegroeid.
 
'''Kasbeheerder en gelddief.''' Van de Twaalf was aan Judas het beheer toevertrouwd over de geldmiddelen (kas) van het gezelschap, van welk vertrouwen hij echter misbruik maakte. Uit de kas nam hij geregeld inkomsten weg (Johannes 12:6). Hij was dus een '''dief'''. Zijne geldgierigheid bracht hem tot oneerlijkheid, en werd eindelijk een van de oorzaken, die hem het schandelijkst verraad deden plegen.
 
'''Overlevering van Jezus'''. Op zeker ogenblik besloot hij Jezus over te leveren aan de Joodse autoriteiten. Jezus wist te voren wat Judas zou doen.<blockquote>''Joh 6:70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u, de twaalf uitverkoren? En een van u is een duivel. Joh 6:71 Hij nu sprak van Judas Iskariot, de zoon van Simon; want die zou Hem overleveren, een van de twaalf. (TELOS)''</blockquote>De woorden 'een van u is een duivel' duiden Judas bedekt aan.
Van de Twaalf was aan Judas het beheer toevertrouwd over de geldmiddelen (kas) van het gezelschap, van welk vertrouwen hij echter misbruik maakte. Uit de kas nam hij geregeld inkomsten weg (Johannes 12:6). Hij was dus een '''dief'''. Zijne geldgierigheid bracht hem tot oneerlijkheid, en werd eindelijk een van de oorzaken, die hem het schandelijkst verraad deden plegen.
 
Op zeker ogenblik besloot hij '''Jezus over te leveren''' aan de Joodse autoriteiten. Met de de overpriesters en de hoofdlieden van de tempel in Jeruzalem kwam hijJudas overeen om Jezus aan hen over te leveren en daarvoor een gelegenheid te zoeken die zo min mogelijk ophef zou veroorzaken. Hij wees de Joodse overheden de plaats aan, waar Jezus zich gewoonlijk ophield, en bood in het gevangen nemen van zijn Heer de behulpzame hand.
 
Voor zijn ‘dienst’ zou hij een beloning van dertig sikkels of 'zilverlingen' krijgen, het bedrag dat een slaaf in die tijd opbracht en evenveel als een eenvoudige arbeider in vier maanden verdiende. De gelegenheid voor het verraad kwam de nacht voor Pesach (Pascha). Tijdens de avondmaaltijd met de leerlingen, 'het laatste avondmaal' genoemd, had Jezus gezegd: "één van u zal Mij verraden". Daarna voer de satan in Judas. En Jezus spoorde Judas aan te doen wat hij van plan was te doen.<blockquote>''Joh 13:27 En na het stuk brood, toen voer de satan in hem. Jezus dan zei tot hem: Wat je doet, doe dat snel. Joh 13:28 Maar niemand van hen die aanlagen, wist waartoe Hij hem dit zei. Joh 13:29 Want sommigen meenden, omdat Judas de beurs had, dat Jezus tot hem zei: Koop wat wij nodig hebben voor het feest; of dat hij iets aan de armen moest geven. Joh 13:30 Nadat hij dan het stuk brood had genomen, ging hij terstond naar buiten. En het was nacht.'' (TELOS)</blockquote>
Regel 27 ⟶ 31:
'''Spijt.''' Nadat Jezus was veroordeeld kreeg Judas grote spijt over zijn daad.<blockquote>''Mt 27:3 Toen kreeg Judas, die Hem had overgeleverd, berouw, toen hij zag dat Hij was veroordeeld, en bracht de dertig zilverlingen aan de overpriesters en oudsten terug Mt 27:4 en zei: Ik heb gezondigd door onschuldig bloed over te leveren! Zij echter zeiden: Wat gaat ons dat aan? Dat is uw zaak. Mt 27:5 En na de zilverlingen in het tempelhuis geworpen te hebben vertrok hij en ging weg en hing zich op. Mt 27:6 De overpriesters nu namen de zilverlingen en zeiden: Het is niet geoorloofd ze in de offerkist te werpen, omdat het bloedgeld is. Mt 27:7 Nadat zij nu hadden beraadslaagd, kochten zij daarmee de akker van de pottenbakker als een begraafplaats voor de vreemdelingen. Mt 27:8 Daarom wordt die akker bloedakker genoemd, tot op heden. Mt 27:9 Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia, die zei: ‘En zij namen de dertig zilverlingen, de waarde van de Gewaardeerde, waarop die van de zonen Israels Hem gewaardeerd hadden, Mt 27:10 en gaven die voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heer mij had opgedragen’.'' (TELOS)</blockquote>De bloedige wending, welke de zaak nam, deed Judas vertwijfelen. In de hevigste wanhoop ging hij met het bloedgeld naar de hoofden van het volk, om Jezus te rechtvaardigen en de gewonnen prijs terug te geven. Het was te laat. Zijn berouw wekte slechts spot. Toen sloeg de verrader de hand aan eigen leven. Hij had een vreselijk uiteinde. De koord, waarmede hij zich poogde te verwurgen, brak, zodat hij voorover op de scherpe punt van een rots neerviel en zijn ingewanden werden uitgestort.
 
'''Bloedakker.''' De overpriesters wilden het 'bloedgeld' niet in de offerkist doen omdat de joodse wet dat verbood en gebruikten het daarom om een akker te kopen die zou dienen als begraafplaats voor vreemdelingen (Matteüs 27:7). De akker werd al gauw '''<nowiki/>'Akeldama''<nowiki/>'Akeldama' ('bloedgrond' of 'bloedakker') genoemd, omdat deze betaald was van 'bloedgeld'.
 
'''Plaatsvervanger.''' De opgevallenopengevallen plaats van Judas werd ingevuld door Mattias, die door loting werd aangewezen als '''plaatsvervanger''' (Hand. 1:15-26).
 
'''Nederlandse uitdrukkingen.''' Om zijn verraad en overlevering wordt zijn naam vaak gebruikt in uitdrukkingen die verraad aanduiden zoals 'een judas' of '''<nowiki/>'judaskus''<nowiki/>'judaskus'.
 
== Beweegredenen ==