k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 9:
<blockquote>''Hoo 1:5 Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van <u>Kedar</u>, gelijk de gordijnen van Salomo.''</blockquote>Kedar had geen goede naam.
<blockquote>''Ps 120:5 O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben [in] Mesech, dat ik in de tenten <u>Kedars</u> wone.''</blockquote>[[Jesaja (profeet)|Jesaja]] sprak een [[last]] (rechterlijke Godsspraak) tegen Arabië / Kedar.
<blockquote>''Jes 21:16 Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Nog binnen een jaar, gelijk de jaren eens dagloners zijn, zo zal al de heerlijkheid van <u>Kedar</u> ten ondergaan. Jes 21:17 En het overgebleven getal der schutters, de helden der <u>Kedarenen</u>, zullen minder worden, want de HEERE, de God Israëls heeft het gesproken.''</blockquote>De vrijheid en kracht en rijkdom van Kedar zal ondergaan, al de heerlijkheid van deze hoofdstam onder de Arabische volken van Ismaëlitische afkomst, en van even zo krijgshaftige als handelzoekende aard.
Ook [[Jeremia (profeet)|Jeremia]] sprak een profetie tegen Kedar (Jer. 49:28v).
== Bronnen ==
| |||