k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Kedar''' (Hebreeuws ''qedar'', betekenis: “duister”, “donker”) is
<blockquote>''Ge 25:13 En dit [zijn] de namen der zonen van Ismael, met hun namen naar hun geboorten. De eerstgeborene van Ismael, Nabajoth; daarna''
[[Bestand:Abraham nageslacht Langeveld 2013-09-10.jpg|geen|miniatuur|1938x1938px]]
De nakomelingen van Kedar heten Kedarenen. De naam Kedar duidt dan ook soms, in collectieve zin, de Kedarenen aan. Plinius de Oudere spreekt van de Cedrei. De Kedarenen waren een grote en machtige stam. Ze woonden in de Arabische woestijn, in de buurt van de Nabatheërs.<blockquote>''Jes 42:11 Laat de woestijn en haar steden [de] [stem] verheffen, met de dorpen, [die] Kedar bewoont; laat hen juichen, die in de rotsstenen wonen, [en] van den top der bergen af schreeuwen. (SV)''</blockquote>
Hun tenten waren zwart kameelharig.
|