Koningschap van Jezus Christus: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '[http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jezus_Christus Jezus Christus] is de '''Koning''' der koningen en de Heer der heren, „''de overste van de koningen van...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jezus_Christus [Jezus Christus]] is de '''Koning''' der koningen en de Heer der heren, „''de overste van de koningen van de aarde"'' (Opb. 1:5). Al zijn vijanden zullen uiteindelijk gelegd worden tot een voetbank voor Zijn voeten. God zal hem de troon van zijn vader David geven (Luc. 1:32). Intussen is Hij bezig harten van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/Z/[Zondaar |zondaars]] te bereiken en te winnen, omdat God niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen behouden worden.
 
De Heer Jezus is de (voorbestemde) Koning van Israël en van de heidense volken. In formele zin is Hij ook de koning van zijn hemels volk (de '''gemeente''' van Jezus Christus), maar zij (de gemeente) is bovenal zijn bruid. Wanneer prinses Maxima vanaf 30 april 2013 aan de zijde van Nederlandse koning Willem Alexander zal staan, zal ze er vooral staan als vrouw, gezellin, koningin, minder als onderdaan van de koning. Ze zal hem veeleer 'mijn man' noemen dan 'mijn koning'.
Regel 5:
Van de vier evangelischrijvers (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes) stelt in het bijzonder Mattheüs de Heer Jezus voor als de '''zoon van David'''. David was de Koning van Israel, die door lijden en vervolging tot heerlijkheid en heerschappij kwam. Ook de Heer Jezus komt door lijden en vervolging tot heerlijkheid en heerschappij. In de tijd dat David vervolgd werd en leed voegden zich allerlei mensen bij hem. Sommigen waren verbitterd, anderen hadden schulden. Ze kozen ervoor het leven met hem door te brengen en uiteindelijk te delen in zijn overwinning en verhoging. We zien het ook bij de Heer Jezus, de zoon van David. Bij Hem voegen zich mensen die in de knoei zitten, die schulden (bij God) hebben. Ook zij zullen delen in Zijn overwinning en verheerlijking.
 
De profeet Jeremia voorzegde de hervergadering van Israël en het koningschap van een rechtvaardige 'Spruit' van David:<blockquote>''Jer 23:3 Ik echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb. Ik zal hen terugbrengen naar hun schaapskooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden. Jer 23:4 Ik zal over hen herders doen opstaan die hen weiden zullen. Zij zullen niet meer bevreesd zijn, ontsteld zijn of gemist worden, spreekt de HEERE. Jer 23:5 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde. Jer 23:6 In Zijn dagen zal Juda verlost worden en Israël onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: de HEERE ONZE GERECHTIGHEID.'' (HSV)</blockquote>De Heer Jezus werd als de koning van Israël onthaald toen Hij Jeruzalem binnenkwam:<blockquote>''Joh 12:12 De volgende dag, toen de grote menigte die naar het feest was gekomen, hoorde dat Jezus naar Jeruzalem kwam, Joh 12:13 namen zij de takken van de palmbomen en gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, en: De koning van Israel!  Joh 12:14 Jezus nu vond een jonge ezel en ging erop zitten, zoals geschreven staat: Joh 12:15 ‘Vrees niet, dochter van Sion; zie, uw koning komt, gezeten op een ezelsveulen’.'' (TELOS)</blockquote>De Heer Jezus '''bevestigde''' tegenover de stadhouder Pilatus dat Hij de Koning der Joden is:<blockquote>''Mt 27:11 Jezus nu stond voor de stadhouder. En de stadhouder vroeg Hem aldus: Bent U de koning der Joden? Jezus nu zei: U zegt het. (TELOS)''</blockquote>In de evangeliegeschiedenis van Lucas lezen we de volgende woorden van de engel tot Maria, de moeder van Jezus:<blockquote>''Luc 1:30 En de engel zei tot haar: Wees niet bang, Maria, want u hebt genade bij God gevonden; 31  en zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32  Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, 33  en Hij zal over het huis van Jakob koning zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn. (TELOS)''</blockquote>Merk op dat de Heer Jezus als mens zijn troon '''van Godswege''' ontvangt. Hij verovert de troon niet door verkiezingen of door een militaire coup.
 
In de evangeliegeschiedenis van Lucas lezen we de volgende woorden van de engel tot Maria, de moeder van Jezus:
 
Merk op dat de Heer Jezus als mens zijn troon '''van Godswege''' ontvangt. Hij verovert de troon niet door verkiezingen of door een militaire coup.
 
Hij zal koning zijn over het huis van Jakob en wel '''tot in eeuwigheid'''. Al de vorige Israëlische koningen werden door de dood afgerukt van de troon en tijdens hun leven op aarde duurde hun heerschappij in sommige gevallen een zeer korte tijd. De heerschappij van Jezus Christus is daarentegen een eeuwige heerschappij.
[[Bestand:Kruis opschrift.jpg|miniatuur|479x479px]]
Maar Zijn koninklijke heerlijkheid is '''voorafgegaan door oneer en lijden'''. Hij werd gegeseld, geslagen, gehoond en op zijn hoofd werd een kroon van doornen gedrukt. Soldaten vielen op hun knieën voor hem ... in spotternij.<blockquote>''Mt 27:29 en na een kroon van dorens gevlochten te hebben zetten zij die op zijn hoofd, en een rietstok in zijn rechterhand; en zij vielen op hun knieen voor Hem en bespotten Hem aldus: Gegroet, koning der Joden! (TELOS)''</blockquote>De menigte in Jeruzalem verwierp hem en verwijs hem naar het kruis.<blockquote>''Mr 15:12 Pilatus nu antwoordde opnieuw en zei tot hen: Wat wilt u dan dat ik zal doen met Hem die u de koning der Joden noemt? Mr 15:13 Zij nu riepen opnieuw: Kruisig Hem! (TELOS)''</blockquote>Aan het kruis plaatste men boven Zijn hoofd, in drie talen een opschrift: ''Jezus de Nazoreeer, de koning der Joden'' (zie afbeelding). Daar leed de Koning der Joden vreselijke smarten.
 
Na zijn opstanding uit de doden werd hij verhoogd en vanwege het lijden van de dood '''met heerlijkheid en eer gekroond'''.<blockquote>''Heb 2:9 maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade van God voor alles de dood smaakte. (TELOS)''</blockquote>God heeft Hem doen zitten aan Zijn rechterhand, ja, Hij zit '''met Zijn Vader op Diens troon'''.<blockquote>''Opb 3:21 Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, zoals ook Ik overwonnen en Mij gezet heb met mijn Vader op zijn troon. (TELOS)''</blockquote>In Thessalonika ca. 54 na Chr., tijdens de tweede zendingsreis van Paulus, werden Jason en enige broeders voor de stadsbestuurders gesleept op beschuldiging dat zij een andere koning dan de keizer beleden.<blockquote>''Hnd 17:7 en Jason heeft hen opgenomen; en dezen handelden allen tegen de verordeningen van de keizer door te zeggen dat er een andere koning is: Jezus.'' (TELOS)</blockquote>'''Israël''' is nog altijd een natie die zijn Koning '''niet erkent'''. Ten opzichte van Israël is Hij nog steeds de verworpene, zoals Jozef ten opzichte van zijn broeders gedurende vele jaren in Egypteland.
Maar Zijn koninklijke heerlijkheid is '''voorafgegaan door oneer en lijden'''. Hij werd gegeseld, geslagen, gehoond en op zijn hoofd werd een kroon van doornen gedrukt. Soldaten vielen op hun knieën voor hem ... in spotternij.
 
De menigte in Jeruzalem verwierp hem en verwijs hem naar het kruis.
 
Aan het kruis plaatste men boven Zijn hoofd, in drie talen een opschrift: ''Jezus de Nazoreeer, de koning der Joden'' (zie afbeelding). Daar leed de Koning der Joden vreselijke smarten.
 
Na zijn opstanding uit de doden werd hij verhoogd en vanwege het lijden van de dood '''met heerlijkheid en eer gekroond'''.
 
God heeft Hem doen zitten aan Zijn rechterhand, ja, Hij zit '''met Zijn Vader op Diens troon'''.
 
In Thessalonika ca. 54 na Chr., tijdens de tweede zendingsreis van Paulus, werden Jason en enige broeders voor de stadsbestuurders gesleept op beschuldiging dat zij een andere koning dan de keizer beleden.<blockquote>''Hnd 17:7 en Jason heeft hen opgenomen; en dezen handelden allen tegen de verordeningen van de keizer door te zeggen dat er een andere koning is: Jezus.'' (TELOS)</blockquote>'''Israël''' is nog altijd een natie die zijn Koning '''niet erkent'''. Ten opzichte van Israël is Hij nog steeds de verworpene, zoals Jozef ten opzichte van zijn broeders gedurende vele jaren in Egypteland.
 
Wanneer Jezus als de zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, „dan zal Hij zitten op [de] troon van zijn heerlijkheid" (Matth. 25:21). Hij is '''<nowiki/>'<nowiki/>'''de '''koning''''.<blockquote>''Mt 25:34 Dan zal de koning zeggen tot hen die aan zijn rechterhand zijn: Komt, gezegenden van mijn Vader, beerft het koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging van de wereld af; Mt 25:40 En de koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar, Ik zeg u: voor zoveel u het hebt gedaan aan een van de geringsten van deze broeders van mij, hebt u het Mij gedaan.'' (TELOS)</blockquote>