Koningschap van Jezus Christus: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Van de vier evangelischrijvers (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes) stelt in het bijzonder Mattheüs de Heer Jezus voor als de '''zoon van David'''. David was de Koning van Israel, die door lijden en vervolging tot heerlijkheid en heerschappij kwam. Ook de Heer Jezus komt door lijden en vervolging tot heerlijkheid en heerschappij. In de tijd dat David vervolgd werd en leed voegden zich allerlei mensen bij hem. Sommigen waren verbitterd, anderen hadden schulden. Ze kozen ervoor het leven met hem door te brengen en uiteindelijk te delen in zijn overwinning en verhoging. We zien het ook bij de Heer Jezus, de zoon van David. Bij Hem voegen zich mensen die in de knoei zitten, die schulden (bij God) hebben. Ook zij zullen delen in Zijn overwinning en verheerlijking.
 
De profeet Jeremia voorzegde de hervergadering van Israël en het koningschap van een rechtvaardige 'Spruit' van David:
De profeet Jeremia voorzegde de hervergadering van Israël en het koningschap van een rechtvaardige 'Spruit' van David:<blockquote>''Jer 23:3 Ik echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb. Ik zal hen terugbrengen naar hun schaapskooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden. Jer 23:4 Ik zal over hen herders doen opstaan die hen weiden zullen. Zij zullen niet meer bevreesd zijn, ontsteld zijn of gemist worden, spreekt de HEERE. Jer 23:5 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde. Jer 23:6 In Zijn dagen zal Juda verlost worden en Israël onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: de HEERE ONZE GERECHTIGHEID.'' (HSV)</blockquote>In de evangeliegeschiedenis van Lucas lezen we de volgende woorden van de engel tot Maria, de moeder van Jezus:<blockquote>''Luc 1:30 En de engel zei tot haar: Wees niet bang, Maria, want u hebt genade bij God gevonden; 31  en zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32  Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, 33  en Hij zal over het huis van Jakob <u>koning</u> zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn. (TELOS)''</blockquote>Merk op dat de Heer Jezus als mens zijn troon '''van Godswege''' ontvangt. Hij verovert de troon niet door verkiezingen of door een militaire coup.
 
De profeet Jeremia voorzegde de hervergadering van Israël en het koningschap van een rechtvaardige 'Spruit' van David:<blockquote>''Jer 23:3 Ik echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb. Ik zal hen terugbrengen naar hun schaapskooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden. Jer 23:4 Ik zal over hen herders doen opstaan die hen weiden zullen. Zij zullen niet meer bevreesd zijn, ontsteld zijn of gemist worden, spreekt de HEERE. Jer 23:5 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde. Jer 23:6 In Zijn dagen zal Juda verlost worden en Israël onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: de HEERE ONZE GERECHTIGHEID.'' (HSV)</blockquote>In de evangeliegeschiedenis van Lucas lezen we de volgende woorden van de engel tot Maria, de moeder van Jezus:<blockquote>''Luc 1:30 En de engel zei tot haar: Wees niet bang, Maria, want u hebt genade bij God gevonden; 31  en zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32  Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, 33  en Hij zal over het huis van Jakob <u>koning</u> zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn. (TELOS)''</blockquote>Merk op dat de Heer Jezus als mens zijn troon '''van Godswege''' ontvangt. Hij verovert de troon niet door verkiezingen of door een militaire coup.
 
In de evangeliegeschiedenis van Lucas lezen we de volgende woorden van de engel tot Maria, de moeder van Jezus:
 
<blockquote>''Luc 1:30 En de engel zei tot haar: Wees niet bang, Maria, want u hebt genade bij God gevonden; 31  en zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32  Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, 33  en Hij zal over het huis van Jakob <u>koning</u> zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn. (TELOS)''</blockquote>
 
Merk op dat de Heer Jezus als mens zijn troon '''van Godswege''' ontvangt. Hij verovert de troon niet door verkiezingen of door een militaire coup.
 
Na de wonderbare spijziging van een grote menigte, die ook andere tekenen van Jezus hadden gezien, ontweek de Heer omdat de mensen Hem koning wilden maken.<blockquote>''Joh 6:15 Daar nu Jezus wist dat zij zouden komen en Hem met geweld wegvoeren om Hem <u>koning</u> te maken, ontweek Hij opnieuw op de berg, Hij alleen. (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus werd als de koning van Israël onthaald toen Hij Jeruzalem binnenkwam:<blockquote>''Joh 12:12 De volgende dag, toen de grote menigte die naar het feest was gekomen, hoorde dat Jezus naar Jeruzalem kwam, Joh 12:13 namen zij de takken van de palmbomen en gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, en: De <u>koning</u> van Israel!  Joh 12:14 Jezus nu vond een jonge ezel en ging erop zitten, zoals geschreven staat: Joh 12:15 ‘Vrees niet, dochter van Sion; zie, uw <u>koning</u> komt, gezeten op een ezelsveulen’.'' (TELOS)</blockquote>De Heer Jezus '''bevestigde''' tegenover de stadhouder Pilatus dat Hij de Koning der Joden is:<blockquote>''Mt 27:11 Jezus nu stond voor de stadhouder. En de stadhouder vroeg Hem aldus: Bent U de <u>koning</u> der Joden? Jezus nu zei: U zegt het. (TELOS)''</blockquote>Hij zal koning zijn over het huis van Jakob en wel '''tot in eeuwigheid'''. Al de vorige Israëlische koningen werden door de dood afgerukt van de troon en tijdens hun leven op aarde duurde hun heerschappij in sommige gevallen een zeer korte tijd. De heerschappij van Jezus Christus is daarentegen een eeuwige heerschappij.[[Bestand:Kruis opschrift.jpg|miniatuur|479x479px]]