k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
[[Jezus Christus]] is de '''Koning''' der koningen en de Heer der heren, „''de overste van de koningen van de aarde"'' (Opb. 1:5). Al zijn vijanden zullen uiteindelijk gelegd worden tot een voetbank voor Zijn voeten. God zal hem de troon van zijn vader David geven (Luc. 1:32). Intussen is Hij bezig harten van [[Zondaar|zondaars]] te bereiken en te winnen, omdat God niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen behouden worden.
De Heer Jezus is de (voorbestemde) Koning van Israël en van de heidense volken. In formele zin is Hij ook de koning van zijn hemels volk (de '''gemeente''' van Jezus Christus), maar zij (de gemeente) is bovenal zijn bruid.
Van de vier
De profeet Jeremia voorzegde de hervergadering van Israël en het koningschap van een rechtvaardige 'Spruit' van David:
|