Een legioen (Lat. legio) in het Romeinse leger bestond uit tien legerafdelingen (cohorten) van ca. 600 man.

Mt 26:52  Toen zei Jezus tot hem: Steek je zwaard weer op zijn plaats; want allen die het zwaard nemen, zullen door het zwaard omkomen. Mt 26:53  Of meen je dat Ik mijn Vader niet kan bidden en Hij zal Mij dadelijk meer dan twaalf legioenen engelen terzijde stellen? Mt 26:54  Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden dat het zo moet gebeuren? (Telos)

Aanvallende legioensoldaten (nagespeeld)

Het legioen was de militaire basiseenheid van het Romeinse leger. Een legioen telde ongeveer 5000 tot 6000 (later 8000) voetvolk en honderden ondersteunende ruiterij, boogschutters, en licht bewapende verkenners. Een legioensoldaat wordt ook wel 'legionair' genoemd.

Een legioen bestond uit tien cohorten. Een cohort (lat. cohors) was dus een onderafdeling van een legioen en telde ca. 600 man. Legioenen en cohortes kregen bijzondere namen. Zie verder bij Romeinse Rijk.

Bron

Romeinse Rijk. Een deel van de tekst is overgenomen op 11 aug. 2023.

Zie ook

Romeinse Rijk