Leviticus 21: verschil tussen versies

342 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
Heiliging van de priesters. 1-6 De priester mag, als een aan God gewijd man, zich alleen bij een sterfgeval in zijn naaste kring verontreinigen en moet enige tekenen van rouw mijden. 7-9 Ook mag hij hoer, onteerde of verstotene tot vrouw nemen); de priestersdochter die ontuchtig leeft worde ter dood gebracht. 10-12 De hogepriester mag zich bij geen sterfgeval verontreinigen, geen teken van rouw aannemen en het heiligdom niet verlaten. 13-15 Hij mag alleen een maagd huwen. 16-24 Een nakomeling van Aäron, die een lichaamsgebrek heeft, mag geen spijsoffer brengen, geen vuuroffers offeren. Hij mag wel van de heilige spijzen eten. Hij mag niet in het heilige komen of het altaar bestijgen.
 
== 4 ==
Regel 39:
 
== Bron ==
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Lev. 21 is onder wijziging verwerkt, 't laatst op 28 jan. 2023.
 
== Voetnoten ==