Libna (= 'witheid' ?) is de naam van twee plaatsen genoemd in de Bijbel: een pleisterplaats in de woestijn en een Levietenstad in Juda.

De plaatsnaam, in het Hebreeuws לבנה, Libnah, betekent mogelijk 'witheid, helderheid', van het Hebreeuwse werkwoord labon = wit zijn, wit maken[1]. Een andere toegekende betekenis is 'plaveisel'[2]. De naam komt 18x in het Oude Testament. Het Strongnummer is 03841. In de Engelse King James-vertaling van de Bijbel heet zij Libnah.

Pleisterplaats

Libna was een legerplaats van de Israëlieten in de woestijn, Num. 33: 20, tussen de berg Sinaï en Kades.

 
Mogelijke ligging van de Levitische stad Libna in het stamgebied van Juda.

Levietenstad

Libna was ook de naam van een Kanaänitische koningsstad, Joz. 10: 29; 12: 15. De ligging is onzeker.

De stad werd veroverd door Jozua. Bij de verdeling van het land werd zij aan de stam Juda toegekend, Joz. 15: 42. Later werd zij tot een stad voor de Levieten verklaard, Joz. 21: 13.

Onder de regering van Joram werd zij afvallig van Juda, 2 Kon. 8:22, 2 Kron. 21:10. Zij werd door Sanherib belegerd, 2 Kon. 19: 8; Jes. 37:8

Bron

S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Libna. Hieruit is op 6 okt. 2017 tekst genomen en verwerkt. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. 

Voetnoten

  1. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Libna. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.