Lijden van Jezus Christus: verschil tussen versies

Regel 74:
De Heer Jezus is in alles aan zijn broeders (de verlosten, de kinderen van God) gelijk geworden (Hebr. 2:17).<blockquote>''Heb 2:17 Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, ... (TELOS)''</blockquote>Hij heeft evenals zij aan bloed en vlees deelgenomen (Hebr. 2:14).<blockquote>''Heb 2:14 Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, ... (TELOS)''</blockquote>Hij werd gegeseld door Romeinse soldaten en vervolgens aan het kruishout genageld. Daar maakte God hem ziek, krank.<blockquote>''Jes 53:10 Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft [Hem] krank gemaakt; (SV)''</blockquote><blockquote>''Jes 53:10 Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft [Hem] ziek gemaakt. (HSV)''</blockquote>Daar hing de Mensenzoon aan het vloekhout. Een 'Man van smarten', veracht, verworpen (Jes. 53:3). Hij nam onze krankheden, ziekten op zich; onze smarten droeg Hij (Jes. 53:4).<blockquote>''Jes 53:3 Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een] [iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. Jes 53:4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jes 53:3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als [iemand] voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Jes 53:4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt.'' (HSV)</blockquote>Hij moest in alles aan zijn broeders gelijk worden (Hebr. 2:17), ook in smarten en ziekte. Daardoor kan hij meevoelen met de ziekte van David, die door God om zijn zonden gekastijd werd en waarvan Psalm 38 verhaalt.
 
''Ps 38:1 Een psalm van David, om te doen gedenken. HEERE, straf mij niet in Uw grote toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid.''<br>''Ps 38:2 Want Uw pijlen zijn in mij gedrongen, Uw hand is op mij neergekomen.''<br>''Ps 38:3 Er is niets gezonds aan mijn lichaam door Uw gramschap, er is geen vrede in mijn beenderen vanwege mijn zonde.'' <br>''Ps 38:4 Want mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd, als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.''<br>
''Ps 38:2 Want Uw pijlen zijn in mij gedrongen, Uw hand is op mij neergekomen.''
''Ps 38:3 Er is niets gezonds aan mijn lichaam door Uw gramschap, er is geen vrede in mijn beenderen vanwege mijn zonde.'' 
 
''Ps 38:4 Want mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd, als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.''
 
''Ps 38:5 Mijn wonden stinken, zij zijn vervuild vanwege mijn dwaasheid.'' 
<br>
 
''Ps 38:6 Ik ben krom geworden, ik ga zeer diep gebukt; de hele dag ga ik in het zwart gehuld.''
<br>
 
''Ps 38:7 Want mijn lendenen zijn volledig ontstoken, er is niets gezonds aan mijn lichaam.''
<br>
 
''Ps 38:8 Ik ben bezweken en volkomen verbrijzeld; ik schreeuw het uit vanwege het bonken van mijn hart.'' 
<br>
 
''Ps 38:9 Heere, al mijn verlangen [ligt] voor U [open], mijn zuchten is voor U niet verborgen.''
<br>
 
''Ps 38:10 Mijn hart gaat tekeer, mijn kracht laat mij in de steek; ook het licht in mijn ogen, alsof ik geen ogen heb.'' 
<br>
 
''Ps 38:11 Mijn geliefden en mijn vrienden staan afzijdig van mijn plaag, zij die nauw aan mij verwant zijn, blijven van verre staan.''
<br>
 
''Ps 38:12 Wie mij naar het leven staan, spannen valstrikken; wie mijn onheil zoeken, spreken schadelijke [woorden] en bedenken de hele dag listen.''
<br>
 
''Ps 38:13 Maar ik ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, [die] zijn mond niet opendoet.''
<br>
 
''Ps 38:14 Ja, ik ben als een man die niet hoort en in wiens mond geen weerwoord is.''
<br>
 
''Ps 38:15 Maar op U, HEERE, hoop ik; Ú zult verhoren, Heere, mijn God!'' 
<br>
 
''Ps 38:16 Want ik zei: Laten zij zich toch over mij niet verblijden! Zou mijn voet wankelen, zij zouden zich tegen mij verheffen.'' 
<br>
 
''Ps 38:17 Ja, ik dreig te struikelen, mijn smart [staat] voortdurend vóór mij.''
<br>
 
''Ps 38:18 Want ik maak [U] mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.'' 
<br>
 
''Ps 38:19 Maar mijn vijanden zijn in leven [en] worden machtig; wie mij om valse redenen haten, worden talrijk.''
<br>
 
''Ps 38:20 Wie kwaad voor goed vergelden, zijn mijn tegenstanders, omdat ik het goede najaag.''
<br>
 
''Ps 38:21 Verlaat mij niet, HEERE; mijn God, blijf niet ver van mij.''
<br>
 
''Ps 38:22 Kom mij spoedig te hulp, Heere, mijn heil!'' 
<br>
 
(HSV)