Losbandig

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 14 sep 2023 om 17:25
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Losbandig is een woord met twee betekenissen[1]: 1. zich niet aan regels, voorschriften of gewoonte houdend; synoniemen: ongeregeld, buitensporig, ongebonden, extravagant; 2. zedeloos, "een losbandig leven leiden", "een losbandig mens".

In Jezus' gelijkenis van de jongste en de oudste zoon brengt de eerste zijn bezit door in een losbandig leven.

Lu 15:13  En na niet vele dagen pakte de jongste zoon alles bijeen en ging op reis naar een ver land en bracht daar zijn bezit door in een losbandig leven. Lu 15:14  Toen hij nu alles had verteerd, kwam er een zware hongersnood in dat land en hij begon gebrek te lijden. (Telos)

Hij ondervond de gevolgen van een losbandig leven.

Synoniemen

Woorden met ongeveer overeenkomende betekenis zijn, onder meer, los, lichtzinnig, liederlijk en ongebonden. Terwijl lichtzinnig de eigenschap van het karakter aanduidt, waardoor men de wetten van zedelijkheid, fatsoen, welvoeglijkheid niet ernstig opneemt en zich niet om de gevolgen van zijn daden bekommert, zien de andere woorden meer op de uitingen van de lichtzinnigheid. "Dat zijn lichtzinnige jongelui". Los, d. i. niet vast, niet gebonden, staat tegenover stijf. "De losse jeugd". Die los leeft laat zich niet door allerlei banden beteugelen. "Een los leven leiden" = zijn vermaak op ongeoorloofde wegen zoeken.

Uit de betekenis van los, niet gebonden, heeft zich die van ongebonden ontwikkeld. "Een ongebonden levenswijze". Ongebonden en losbandig duiden beide aan, dat men zich aan geen zedelijke banden stoort, en zich aan grove buitensporigheden schuldig maakt. Ongebonden is echter minder sterk dan losbandig.

Een hoge graad van losbandigheid en zedeloosheid wordt aangeduid door liederlijk. "Een liederlijk gedrag".

Gevolg van losbandigheid

Losbandigheid lijdt dikwijls tot een te vroege dood.

"Een losbandig leven duurt nooit lang. Het samenstel van ons geestelijk en stoffelijk leven, van ziel en lichaam, is zo fijn gemaakt, dat het van die kant niet veel verdragen kan. Zoals de zwijnenhoeder een zak bonen aan zijn kudden voorwerpt om tussen de tanden vermaald en verslonden te worden, zo is de losbandigheid bezig om de lichamen en de zielen van mensen bij honderdtallen in de kaken van de dood te werpen."[2] — Thomas De Witt Talmage (1832-1902)

Bronnen

Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.

Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908), s.v. Los — lichtzinnig — liederlijk — losbandig — ongebonden. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 10 aug. 2020.

Voetnoten

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  2. T. de Witt Talmage, Spranken (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1892), blz. 16. Voor Christipedia is de spelling en de taal van het citaat gemoderniseerd.