Loven: verschil tussen versies

339 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
 
Regel 14:
== God loven ==
In de Bijbel vinden wij gevallen vermeld waarin mensen''' God''' loven. Koning Nebukadnezar, hersteld van zijn vernedering en verdwazing, loofde God:[[Bestand:Simeon met kind in de tempel - Zeffirelli.jpg|miniatuur|320x320px|De oude Simeon loofde God]]<blockquote>''Da 4:34  Na verloop van die dagen sloeg ík, Nebukadnezar, mijn ogen op naar de hemel, want mijn verstand kwam in mij terug, en ik loofde de Allerhoogste en prees en verheerlijkte [Hem] Die eeuwig leeft. Zijn heerschappij is immers een eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van generatie op generatie. Da 4:35 Al de bewoners van de aarde worden als niets geacht. Hij doet naar Zijn wil met de [legermacht] in de hemel en de bewoners van de aarde. Er is niemand die Zijn hand kan wegslaan of tegen Hem kan zeggen: Wat doet U? (...) Da 4:37 Ik, Nebukadnezar, prijs, roem en verheerlijk nu de Hemelkoning, omdat al Zijn daden waarheid zijn en Zijn paden gerechtigheid: Hij is in staat te vernederen wie in hoogmoed [hun weg] gaan.'' (HSV)</blockquote>
De oude Simeon, toen hij in het kind Jezus Gods beloofde heil had gezien, loofde God:<blockquote>''Lukas 2:25 En zie, er was een man in Jeruzalem wiens naam was Simeon, en deze man was rechtvaardig en godvrezend en verwachtte de vertroosting van Israel, en de Heilige Geest was op hem. Lukas 2:26 En hij had een Goddelijke aanwijzing ontvangen door de Heilige Geest, dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Christus van de Heer had gezien. Lukas 2:27 En hij kwam door de Geest in de tempel. En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om volgens de gewoonte van de wet met Hem te doen, Lukas 2:28 nam hij het in zijn armen en hij loofde God en zei: Lukas 2:29 Nu laat U, Heer, uw slaaf in vrede heengaan naar uw woord, Lukas 2:30 want mijn ogen hebben uw behoudenis gezien, Lukas 2:31 die U bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: Lukas 2:32 een licht tot openbaring voor de naties en tot heerlijkheid voor uw volk Israel.'' (TELOS) </blockquote>Gods naam is verhoogd boven alle lof en prijs<blockquote>''Ne 9:5  En de Levieten, Jesua, en Kadmiel, Bani, Hasabneja; Serebja, Hodia, Sebanja, Petahja, zeiden: Staat op, looft den HEERE, uw God, van eeuwigheid tot in eeuwigheid; en men love den Naam Uwer heerlijkheid, die verhoogd is <u>boven allen lof en prijs</u>! (SV)''</blockquote>
{| class="wikitable" style="border:1; float:right; margin-left: 20px;"
| style="padding: 15px;"|'''Psalm 103'''