Magiër: verschil tussen versies

375 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Stukje toegevoegd over de herkomst van het woord.
(Nieuwe pagina aangemaakt met ' Een '''magiër''' was een priester bij de oude Meden en Perzen. Het woord kan verder betekenen: sterrenwichelaar (astroloog), droomuitlegger, tovenaar<ref>Beide b...')
 
k (Stukje toegevoegd over de herkomst van het woord.)
 
Regel 2:
 
Een '''magiër''' was een priester bij de oude Meden en Perzen. Het woord kan verder betekenen: sterrenwichelaar (astroloog), droomuitlegger, tovenaar<ref>Beide betekenissen zijn vermeld in: ''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie, jaar 2000.</ref>. Een dienstknecht van God als Mozes of Daniël kan de vermogens van magiërs overtreffen.
 
Het woord magiër komt van het Latijnse ''magus'', en dit komt van het Griekse μάγος, magos, dat weer komt van het Oud-Perzische ''maguš'' ("magiër"). Het klinkt door het Nederlandse woord 'Magistraat'. De Griekse geschiedschrijver [[Herodotus]] (5e eeuw v.C.) beschrijft de Perzische magoi als raadgevers van de koning; ook brachten zij offers en duidden dromen.
 
De Herziene Statenvertaling heeft het Hebreeuwse woord ''chartom'', dat in het Oude Testament 11 maal voorkomt in 10 verzen, vertaald door ‘magiër’. De oude Statenvertaling heeft ‘tovenaar’; de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951 vertaalt ‘geleerde’. De Engelse Authorized version of King James vertaling heeft ‘magician’.