Mattheüs 24: verschil tussen versies

276 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 127:
'''Dan.''' Verwijst terug naar de komst van de Zoon des mensen na de [[grote verdrukking]]. Het gaat niet om de wegneming van de gemeente vóór de grote verdrukking. Ook in het vervolg, in Matth. 25, heeft de komst van de Zoon des mensen betrekking op zijn komst na de grote verdrukking, waarna hij de volken zal doen verzamelen en hij zal hen oordelen.
 
'''Een wordt meegenomen en een achtergelaten.''' Zie ook vs. 41. Het 'meenemen' is als het wegnemen van de goddeloze mensen door de zondvloed (vers 39). In de gelijkenis van de zaaier wordt in de oogst van de eindtijd eerst de dolik verzameld. <blockquote>''Mt 13:30  Laat beide samen opgroeien tot de oogst; en in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst de dolik en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt de tarwe bijeen in mijn schuur.'' (Telos) </blockquote>Sommigen betrekken het meegenomen worden op het "uitgaan in de gevangenis" van de helft van Jeruzalems inwoners (Zach. 14:2)<ref name=":1">[https://www.youtube.com/watch?v=cTEtBaRG8fk "One Taken" is not the Rapture.] Youtube.com: Soothkeep, Prophecy Watchers, 5 april 2021. Duur: 16 min. 24 sec. Betoog door Lee Brainard.</ref>. <blockquote>''Zac 14:1  Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, [o] [Jeruzalem]! Zac 14:2  Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. Zac 14:3  En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds. Zac 14:4  En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, [zodat] er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.'' (SV)</blockquote>Velen betrekken dit "meegenomen worden" echter op de opneming van de gemeente. WantHet 'nemen' in "u tot Mij nemen" (Joh. 14:1-3) en dit "meegenomen worden" gebruiken hetzelfde Griekse werkwoord ''paralambano''. Verder, zo luidt een argument, de onbekende dag en het onbekende uur (36) is niet in de tijd na de grote verdrukking, maar op de tijd dat de gemeente wordt opgenomen. Na de grote verdrukking kan tot de dag van de wederkomst van de Heer in de wereld worden afgeteld.
 
Hierop kan worden geantwoord dat 'paralambano' zowel voor een gunstige of ongunstige handeling kan worden gebezigd. Ver, wat betrekt het onbekende uur en dag, onze tijdrekening verandertwordt mogelijk anders door veranderingen in ons zonnestelsel, immers "de krachten van de hemelen zullen wankelen" (29; vgl. Mr. 13:35, Luk. 21:26, Hebr. 12:26). Het gevolg is dat we de dag en het uur niet kunnen berekenen.<ref name=":1" /> Bovendien, de vraag naar het 'waar' (Luk. 17:36) slaat op de plaats waarheen mensen worden meegenomen. Volgens sommigen worden de gevangenen (Zach. 14:2) meegevoerd naar [[Harmagedon]], waar ze met de legers geoordeeld zullen worden. Daar zullen de gieren zich verzamelen (Luk. 17:37).<blockquote>''Opb 19:17  En ik zag een engel staan in de zon, en hij riep met luider stem en zei tot alle vogels die in het midden van de hemel vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd van God; Opb 19:18  opdat u vlees eet van koningen, vlees van oversten over duizend, vlees van sterken, vlees van paarden, en van hen die daarop zitten en vlees van allen, zowel van vrijen als van slaven, van kleinen als van groten. Opb 19:19  En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen zijn leger. Opb 19:20  En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt. Opb 19:21  En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees.'' (Telos)</blockquote>Die ''achtergelatenen'' zijn wellicht zij waarnaar behalve Zach. 14:2 ook Jes. 4:3 verwijst. <blockquote>''Jes 4:3  En het zal geschieden, dat de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem zal heilig geheten worden, een iegelijk, die geschreven is ten leven te Jeruzalem; Jes 4:4  Als de Heere zal afgewassen hebben den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver midden, door den Geest des oordeels, en door den Geest der uitbranding.'' (SV)</blockquote>
 
== 49 ==