Melaatsheid: verschil tussen versies

5.615 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
[[Bestand:Leprosy deformities hands.jpg|miniatuur|585x585px|''Door melaatsheid aangetaste handen.'']]
 
'''Woorden.''' In de Griekse grondtaal van het Nieuwe Testament en in de oude Griekse vertaling van het Oude Testament (Septuagint) heet zij in het Grieks ''lepra.'' Van het Griekse '''lepra''' komt het Latijnse woord '''leprosus''' (= melaats), komt het Nederlandse woord '''leproos''', d.i. iem. die aan lepra lijdt, een melaatse. DeIn termde ''melaats''middeleeuwen inwas dehet Bijbelwoord heeft‘melaatsheid’ eenof ruimere‘lazerij’ betekenisgebruikelijk<ref danname=":4">Daan hetvan hedendaagse begripLeeuwen, ''lepra''.Leven Hetbuiten slaatde ookstadsmuren. opDe anderewijze huidziekten.van Infunctioneren van het Oudegoudse Testamentleprooshuis kunnenin ookde voorwerpenlate melaats zijnmiddeleeuwen', wellichtin: omdat[https://www.diegoude.nl/wp-content/uploads/2015/08/Tidinge-augustus-2013.pdf zeTidinge beschimmeldvan ofdie opGoude, een andereaug. wijze uitwendig waren aangetast2013](pdf).</ref>.
 
De term ''melaats'' in de Bijbel heeft een ruimere betekenis dan het hedendaagse begrip ''lepra''. Het slaat ook op andere huidziekten. In het Oude Testament kunnen ook voorwerpen melaats zijn, wellicht omdat ze beschimmeld of op een andere wijze uitwendig waren aangetast.
 
In de late middeleeuwen ontstaan leprooshuizen, ook genoemd ‘leprozerieën’ of ‘lazarushuizen’. Lazarus gold in het bijgeloof als de beschermheilige van de leprozen. In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man, door Jezus verteld (Luc. 16:19-31), is Lazarus een arme man, wiens huid overdekt is met zweren <blockquote>''Lu 16:20  Nu lag er ook een arme, genaamd Lazarus, aan zijn voorpoort, vol zweren, Lu 16:21  begerig zich te verzadigen met wat van de tafel van de rijke viel; maar zelfs de honden kwamen zijn zweren likken.'' (Telos) </blockquote>De geschiedenis vertelt niet dat Lazarus melaats was. Toch is hij een symbool voor leprapatiënten geworden.
 
Lepra wordt ook wel genoemd 'de ziekte van Hansen', omdat de Noorse arts Armauer Hansen de leprabacterie ''Mycobacterium leprae'' in 1873 ontdekte.
Regel 9 ⟶ 13:
'''Twee soorten lepra.''' Men onderscheidt naar het aantal leprabacteriën in het lichaam van de melaatse twee soorten lepra: multibacillaire lepra (MB) en paucibacillaire lepra (PB). Bij multibacillaire lepra heeft de leprapatiënt een groot aantal leprabacteriën in zijn lichaam en meer dan vijf gevoelloze vlekken op zijn huid. Deze vorm van lepra is erg besmettelijk. Bij paucibacillaire lepra heeft de leprapatiënt een klein aantal leprabacteriën in zijn lichaam en minder dan vijf gevoelloze vlekken op zijn huid. Deze twee vorm van lepra is nauwelijks besmettelijk.
 
'''Oorzaak'''. Melaatsheid (lepra) ontstaat door een bacteriële infectie: zij wordt veroorzaakt door de leprabacterie;. zijDeze ontstaatbacterie doorhuist eenvooral bacteriëlein infectiede ‘koelere’ delen van het lichaam, zoals de ledematen en in het gezicht.
 
'''Besmettelijkheid'''. De multibacillaire lepra is zeer besmettelijk.
Regel 19 ⟶ 23:
'''Incubatietijd'''. De tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte is gemiddeld 2 tot 5 jaar. Dat komt doordat de leprabacterie zich zeer langzaam vermenigvuldigt: eens in de twee weken. Tijdens de incubatietijd kan de drager ongemerkt besmettelijk zijn: hij heeft nog niet door dat hij geïnfecteerd is.
 
'''Gevolgen'''. De bacterie tast de huid en de zenuwen vlak onder de huid aan, waardoor gevoelloze rood-witte plekken op de huid ontstaan, handen en voeten gevoelloos raken, spieren in handen, voeten en oogleden verzwakken, verlammingen ontstaan. Door de gevoelloosheid merkt iemand minder gauw dat hij of zij zich verbrandt of wondjes oploopt. Dit kan tot gevolg hebben grote wonden, infecties, zweren, open wonden, blindheid<ref>Door verzwakte oogspieren kan de leprapatiënt zijn ogen niet meer sluiten. De ogen drogen uit, stof vuil blijft makkelijk in de ogen zitten, met blindheid tot gevolg.</ref> en ernstige verminkingen en blijvende handicaps zoals klauwhanden, stompvoeten of een leeuwengezicht. Lepra tast dus het lichaam aan en leidt tot handicaps. De ziekte van de lijder is dus zeer zichtbaar voor zijn medemensen. De symptomen verschillen per patiënt en het soort lepra. Een leproos hoeft niet alle symptomen te krijgen. Wordt hoe later lepra ontdekt en behandeld wordt, hoe groter de kans op ingrijpende gevolgen.
 
Behalve lichamelijke gevolgen zijn er ook maatschappelijke gevolgen. Leprapatiënten komen wegens hun handicaps vaak zonder werk te zitten. Uit vrees voor besmetting worden ze door hun naasten vaak vermeden of zelfs verstoten. Ze tellen niet meer mee in de maatschappij. Een melaatse gold in het oude Israël als fysiek onrein en de mensen hielden zich van hem of haar op afstand. In veel delen van de wereld wordt melaatsheid gezien als hekserij of als straf van God. Bang om in afzondering terecht te komen, durven leprapatiënten vaak met niemand over hun ziekte te praten en soms durven ze zelfs niet naar het ziekenhuis te gaan.
Regel 74 ⟶ 78:
 
== Geschiedenis ==
Enkele feiten uit de geschiedenis.
Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was. Melaatsheid kwam ook veel in de Middeleeuwen voor. Artsen dachten dat je melaats kon worden door het eten van peper, knoflook of vlees van zieke varkens. Toentertijd werd ook wel gedacht dat de ziekte een straf van God was. Een hoogleraar in de geschiedenis der geneeskunde schreef over de melaatsheid in de Middeleeuwen: “De angst voor alle andere ziekten bij elkaar viel in het niet bij de dodelijke angst voor melaatsheid. Zelfs de Zwarte Dood veroorzaakte niet zo’n verschrikkelijke angst.” <ref name=":3">Citaat van George Rosen, aangehaald in: Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de [[Christian Medical Fellowship Nederland]]. </ref> De geneesmeester bedachten van alles, maar ze vonden geen geneesmiddel. Daarom nam de Kerk de taak op zich om de melaatsheid te bestrijden<ref name=":2" />. Zij gingen ervan uit dat melaatsheid een besmettelijke ziekte was, zoals beschreven in het Oude Testament. Zij volgde daarbij de voorschriften uit Leviticus. “Als melaatsheid was geconstateerd, werd de patiënt afgezonderd en uit de gemeenschap gestoten (…) De voorschriften uit Leviticus volgend, nam de kerk de taak op zich om de melaatsheid te bestrijden (…) Het was het eerste grote wapenfeit in profylaxe, namelijk de systematische uitroeiing van een ziekte,” aldus de medisch historicus<ref name=":3" />.
 
'''15e eeuw v.C.''' Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was. In de wet van Mozes, door God aan het volk Israël gegeven tijdens deszelfs woestijnreis, geeft God regels voor de behandeling van melaatsheid.
Rond 1860 leefden in de Noorse stad Bergen zo'n 2800 melaatsen tussen de overige mensen. Om in hun onderhoud te voorzien gingen zij als marskramer langs de deuren en verspreiden daardoor ongeweten de melaatsheid. De regering besloot de melaatsen af te zonderen. Met geweld werden zij afgezonderd. Binnen 80 jaar was het aantal melaatsen drastisch verminderd, niet dankzij medicijnen, maar dankzij hun afzondering.
 
'''Middeleeuwen.''' Voornamelijk tussen 1100 en 1600 komt melaatsheid in de Europese samenleving veel voor<ref name=":4" />. In de 2e helft van de 13e is de ziekte op haar hoogtepunt<ref name=":4" />.
 
MelaatsheidZe iswordt eenals ziekteongeneeslijk die al in de Bijbelse oudheid bekend was. Melaatsheid kwam ook veel in de Middeleeuwen voorbeschouwd. Artsen dachtenmenen dat je melaats konkan worden door het eten van peper, knoflook of vlees van zieke varkens. Toentertijd werdOok ookwordt wel gedacht dat de ziekte een straf van God wasis. Een hoogleraar in de geschiedenis der geneeskunde schreef over de melaatsheid in de Middeleeuwen: “De angst voor alle andere ziekten bij elkaar viel in het niet bij de dodelijke angst voor melaatsheid. Zelfs de Zwarte Dood veroorzaakte niet zo’n verschrikkelijke angst.” <ref name=":3">Citaat van George Rosen, aangehaald in: Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de [[Christian Medical Fellowship Nederland]]. </ref> De geneesmeester bedachten van alles, maar ze vonden geen geneesmiddel. Daarom nam de Kerk de taak op zich om de melaatsheid te bestrijden<ref name=":2" />. Zij gingen ervan uit dat melaatsheid een besmettelijke ziekte was, zoals beschreven in het Oude Testament. Zij volgde daarbij de voorschriften uit Leviticus. “Als melaatsheid was geconstateerd, werd de patiënt afgezonderd en uit de gemeenschap gestoten (…) De voorschriften uit Leviticus volgend, nam de kerk de taak op zich om de melaatsheid te bestrijden (…) Het was het eerste grote wapenfeit in profylaxe, namelijk de systematische uitroeiing van een ziekte,” aldus de medisch historicus<ref name=":3" />.
 
Door de terugkomst van de kruisvaders, de hernieuwde handelscontacten met het Nabij Oosten en de verstedelijking (bevolkingsgroei in de steden) groeit lepra snel uit tot een epidemie. De stadsbesturen maken vooral gebruik van de bestaande regels die gericht zijn op de isolatie van leprozen en gebaseerd zijn op de wetten van Mozes uit Leviticus 13. Vanaf de veertiende eeuw ontstaan in Holland de eerste leprooshuizen, ook wel ‘leprozerieën’ of ‘lazarushuizen’ genoemd. De stadsbesturen geven de leprozen een eigen plaats buiten de stadsmuren, maar binnen het rechtsgebied van hun stad, om greep te houden op de leprozen. Buitensluiting wordt meer maatschappelijk gewenst en aanvaard. Er ontstaan ook onderkomens voor leprozen zonder georganiseerde zorg. De meeste Hollandse leprooshuizen ontstaan in de 2e helft van de 14e eeuw. Groepsvorming en vervreemding zijn onvermijdelijk het gevolg. Volstrekte afzondering blijkt echter ondoenlijk. De melaatsen blijven mensen aanspreken om aalmoezen te vergaren. Leprozen moeten zich houden aan strenge kledingvoorschriften. Ze moeten een klepper gebruiken om aan te geven dat ze melaats zijn. Een 'Lazarusklepper' bestaat uit drie plankjes die op elkaar slaan en een hard geluid geven.<ref name=":4" />
 
In het middeleeuwse Holland hebben naar schatting zo'n twaalf leprozenhuizen onder stedelijk bestuur bestaan, onder meer bij Leiden en Haarlem. Eén zo'n huis heeft bij de stad Gouda gestaan. In 1394 stelt ene Aernd Pic Dyrcxz te Gouda aan het Goudse stadsbestuur een huis met erf ter beschikking voor de opvang van de zieken ‘die beziect sijn mitter lazarijen’. Het huis, dat op een steenworp van de stadsmuur ligt, wordt bestemd tot leprooshuis. De leprozenmeesters, afgevaardigden van het Goudse stadsbestuur, vingen deze zieken daar op, gaven hen een bestaan en organiseerden de leprozenzorg. De zweren en wonden van de melaatsen worden verbonden en verzorgd, hun lichaam wordt schoongehouden, en ze krijgen voedsel en drinken aangeboden. Het leprozenhuis wordt beheerd het college van Heilige Geestmeesters, behorend tot de parochie, dat zich toelegt op de zorg aan armen. In 1408 gaat het beheer over op leproosmeesters, die verantwoording verschuldigd zijn aan het stadsbestuur. De leprozen moeten deelnemen aan het huishouden en agrarische werkzaamheden op het erf verrichten, driemaal daags het Ave Maria opzeggen, elke week deelnemen aan de mis en zich onthouden van geslachtelijke omgang. Ze eten gezamenlijk eenvoudige maaltijden aan een lange tafel bij het haardvuur. Na het slaan van de avondklok moeten ze hun gebeden doen en naar bed gaan. Eén keer per jaar mochten ze op een dag, veertig dagen voor Pasen, binnen de stadsmuren om aalmoezen vragen. Ze hielden dan een bedeloptocht met trommelslag. In 1423 verhuizen de Goudse melaatsen naar een nieuw gebouw bij de Sint Jobskapel buiten de Potterspoort, langs de Kromme Gouwe<ref name=":4" />.
 
'''1586.''' Prins Maurits van Oranje vaardigt de ‘ordre op ’t schouwen en bedelen der leprosen’ uit, met een kledingvoorschrift voor heel Holland: de leproos moet een vliegermantel en een hoed met witte band dragen.<ref name=":4" />
 
'''ca. 1860.''' Rond 1860 leefden in de Noorse stad Bergen zo'n 2800 melaatsen tussen de overige mensen. Om in hun onderhoud te voorzien gingen zij als marskramer langs de deuren en verspreiden daardoor ongeweten de melaatsheid. De regering besloot de melaatsen af te zonderen. Met geweld werden zij afgezonderd. Binnen 80 jaar was het aantal melaatsen drastisch verminderd, niet dankzij medicijnen, maar dankzij hun afzondering.
 
'''1873.''' De Noorse arts Armauer Hansen ontdekt de leprabacterie ''Mycobacterium leprae''. Naar hem wordt lepra ook wel genoemd 'de ziekte van Hansen',
 
== Meer informatie ==
Regel 82 ⟶ 100:
 
Over het stellen van de diagnose, zie [https://www.leprastichting.nl/wat-is-lepra/ Wat is lepra?], Leprastichting.nl.
 
Daan van Leeuwen, 'Leven buiten de stadsmuren. De wijze van functioneren van het goudse leprooshuis in de late middeleeuwen', in: [https://www.diegoude.nl/wp-content/uploads/2015/08/Tidinge-augustus-2013.pdf Tidinge van die Goude, aug. 2013](pdf). Beschrijft de geschiedenis van het Goudse leprozenhuis en de behandeling van leprozen in de Middeleeuwen.
 
==Bronnen ==
Regel 94 ⟶ 114:
 
Ben Hobrink, [https://www.youtube.com/watch?v=odLZE6rc3zY Melaatsheid]. Youtube.com: Ben Hobrink, 19 juli 2013. Duur: 4 min 27 sec.
 
Daan van Leeuwen, 'Leven buiten de stadsmuren. De wijze van functioneren van het goudse leprooshuis in de late middeleeuwen', in: [https://www.diegoude.nl/wp-content/uploads/2015/08/Tidinge-augustus-2013.pdf Tidinge van die Goude, aug. 2013](pdf). Beschrijft de geschiedenis van het Goudse leprozenhuis.
 
== Voetnoten ==