Melaatsheid

Uit Christipedia

Melaatsheid is een eeuwenoude ziekte die vaak in de Bijbel genoemd wordt en nog altijd veel levens teistert.

Melaatsen
Door melaatsheid aangetaste handen.

Woorden. In de Griekse grondtaal van het Nieuwe Testament en in de oude Griekse vertaling van het Oude Testament (Septuagint) heet zij in het Grieks lepra. Van het Griekse lepra komt het Latijnse woord leprosus (= melaats), komt het Nederlandse woord leproos, d.i. iem. die aan lepra lijdt, een melaatse. De term melaats in de Bijbel heeft een ruimere betekenis dan het hedendaagse begrip lepra. Het slaat ook op andere huidziekten. In het Oude Testament kunnen ook voorwerpen melaats zijn, wellicht omdat ze beschimmeld of op een andere wijze uitwendig waren aangetast.

Lepra wordt ook wel genoemd 'de ziekte van Hansen', omdat de Noorse arts Armauer Hansen de leprabacterie Mycobacterium leprae in 1873 ontdekte.

Twee soorten lepra. Men onderscheidt naar het aantal leprabacteriën in het lichaam van de melaatse twee soorten lepra: multibacillaire lepra (MB) en paucibacillaire lepra (PB). Bij multibacillaire lepra heeft de leprapatiënt een groot aantal leprabacteriën in zijn lichaam en meer dan vijf gevoelloze vlekken op zijn huid. Deze vorm van lepra is erg besmettelijk. Bij paucibacillaire lepra heeft de leprapatiënt een klein aantal leprabacteriën in zijn lichaam en minder dan vijf gevoelloze vlekken op zijn huid. Deze twee vorm van lepra is nauwelijks besmettelijk.

Oorzaak. Melaatsheid (lepra) wordt veroorzaakt door de leprabacterie; zij ontstaat door een bacteriële infectie.

Besmettelijkheid. De multibacillaire lepra is zeer besmettelijk.

Besmetting. Verspreiding en besmetting met de leprabacterie gebeurt door druppeltjes die vrijkomen bij hoesten en niezen. De verspreide bacteriën kunnen zo bij anderen binnendringen via neus en keel of via huidwondjes[1]. Het spreekt vanzelf dat mensen die in nauw en veelvuldig contact staan met een onbehandelde leprapatiënt, zoals familieleden, buren, vrienden, een grotere kans hebben om besmet te raken.

Natuurlijke afweer. Slechts 1 op de 100 besmette mensen krijgt de ziekte lepra. De andere worden beschermd door hun eigen ingeschapen afweersysteem.

Incubatietijd. De tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte is gemiddeld 2 tot 5 jaar. Dat komt doordat de leprabacterie zich zeer langzaam vermenigvuldigt: eens in de twee weken. Tijdens de incubatietijd kan de drager ongemerkt besmettelijk zijn: hij heeft nog niet door dat hij geïnfecteerd is.

Gevolgen. De bacterie tast de huid en de zenuwen aan, waardoor gevoelloze plekken op de huid ontstaan, handen en voeten gevoelloos raken, spieren in handen, voeten en oogleden verzwakken, verlammingen ontstaan. Door de gevoelloosheid merkt iemand minder gauw dat hij of zij zich verbrandt of wondjes oploopt. Dit kan tot gevolg hebben grote wonden, infecties, zweren, open wonden, blindheid[2] en ernstige verminkingen en blijvende handicaps zoals klauwhanden, stompvoeten of een leeuwengezicht. Lepra tast dus het lichaam aan en leidt tot handicaps. De symptomen verschillen per patiënt en het soort lepra. Een leproos hoeft niet alle symptomen te krijgen. Wordt hoe later lepra ontdekt en behandeld wordt, hoe groter de kans op ingrijpende gevolgen.

Behalve lichamelijke gevolgen zijn er ook maatschappelijke gevolgen. Leprapatiënten komen wegens hun handicaps vaak zonder werk te zitten. Uit vrees voor besmetting worden ze door hun naasten vaak vermeden of zelfs verstoten. Ze tellen niet meer mee in de maatschappij. Een melaatse gold in het oude Israël als fysiek onrein en de mensen hielden zich van hem of haar op afstand. In veel delen van de wereld wordt melaatsheid gezien als hekserij of als straf van God. Bang om in afzondering terecht te komen, durven leprapatiënten vaak met niemand over hun ziekte te praten en soms durven ze zelfs niet naar het ziekenhuis te gaan.

Voorkomen. Jaarlijks komen er wereldwijd ruim 200.000 nieuwe leprapatiënten bij (stand 2020)[3]. De ziekte komt (anno 2020) vooral voor in India, Indonesië en Brazilië. In 2018 woonde 75% procent van alle leprapatiënten op behandeling in India[1]. In Nederland is de ziekte sinds de vrijwel helemaal verdwenen; er worden naar schatting jaarlijks nog tussen de vijf en tien nieuwe gevallen vastgesteld (stand 2019). De besmetting hebben de Nederlanders opgelopen in het buitenland.

Behandeling. Lepra is te genezen door een cocktail van antibiotica die gedurende langere tijd dagelijks ingenomen moet worden., in geval van paucibacillaire lepra (PB) 6 maanden, en in geval van multibacillaire lepra (MB) 12 maanden. De medicatie doodt de leprabacteriën en stopt de infectie.[3]

Zinnebeeld. Melaatsheid, walgelijk bij door haar veroorzaakte verminkingen, is in de Bijbel een zinnebeeld van (uitbrekende) zonde. De zonde, gelijk melaatsheid, tast aan, verzwakt, verminkt. Melaatsheid kan iemand blind maken, ook de zonde verduistert onze blik. De zondaar, gelijk de melaatste, verkeert in een onreine toestand.

God en melaatsheid

Genezing. God is bij machte een melaatse wonderdadig te genezen, zoals we zien in het geval van Naäman de Syriër, en in de vele melaatsen die de Heer Jezus, de knecht van Jahweh, genas toen hij op aarde was.

Wet van de melaatsheid. Aan het volk Israël had God de wet van de melaatsheid gegeven. Lev. 13 en 14 behandelen de manier waarop melaatsheid (in ruime zin) door de priesters, die in de dienst van God stonden, zou worden ontdekt en behandeld. Wij lezen onder meer:

Le 13:45  De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is [vastgesteld], moeten ingescheurd worden, zijn hoofd[haar] moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein! (HSV)

De roep "Onrein, onrein!" was een waarschuwing voor de reinen, opdat dezen afstand zouden houden en zodoende niet besmet zouden worden. Afzondering van melaatsen. God wilde dat alle melaatsen uit de volksmassa van Israël zouden worden afgezonderd.

Nu 5:1  En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:  Nu 5:2  Gebied den kinderen Israëls, dat zij uit het leger wegzenden alle melaatsen, en alle vloeienden, en allen, die onrein [zijn] van een dode.  Nu 5:3  Van den man tot de vrouw toe zult gij hen wegzenden; tot buiten het leger zult gij hen wegzenden; opdat zij niet verontreinigen hun legers, in welker midden Ik wone. Nu 5:4  En de kinderen Israëls deden alzo, en zonden hen tot buiten het leger; gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo deden de kinderen Israëls. (SV)

De melaatse moest alleen wonen, buiten de legerplaats van het volk Israël.

Le 13:46  Al de dagen, in welke deze plaag aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning wezen. (SV)

De melaatse koning Azaria (= Uzzia) woonde in een apart staand huis. Toen tien melaatsen de Heiland ontmoetten, bleven zij op afstand staan.

Lu 17:12  En toen Hij in een dorp kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die op een afstand bleven staan; (Telos)

Geen enkel ander volk in de oudheid heeft melaatsen zo behandeld[4]. Een hoogleraar in de geschiedenis der geschiedenis schreef: “Het 13de en 14de hoofdstuk van Leviticus zijn gewichtige officiële documenten die het verdienen om in letters van glanzend goud geschreven te worden, omdat zij de kiem vormen van de moderne profylaxe tegen besmettelijke ziekten.”[5] (Door 'profylaxe' wordt verstaan: maatregelen ter voorkoming van ziekte.) De Italiaanse medisch historicus schreef: “De wetten op de melaatsheid in Leviticus 13 kunnen worden beschouwd als het basismodel voor de wetgeving op de volksgezondheid.”[6] In de Middeleeuwen nam de Kerk de leiding in de bestrijding van de besmettelijke ziekte melaatsheid[7]. Onze moderne wetgeving op de volksgezondheid is gebaseerd op Gods wetten in de Bijbel[4].

Opmerkelijk is de Goddelijke aanwijzing in Lev. 13:12-13.

Le 13:12  Maar als de melaatsheid op de huid helemaal uitbreekt en de melaatsheid heel de huid van de aangetaste bedekt, van zijn hoofd tot zijn voeten, zover de ogen van de priester kunnen zien, Le 13:13  en de priester heeft gezien dat - zie! - de melaatsheid zijn hele lichaam bedekt heeft, dan zal hij de aangetaste rein verklaren. Hij is helemaal wit geworden, hij is rein. (HSV)

De instructie hier, hoewel schijnbaar tegenstrijdig, is veelzeggend: als de melaatsheid de hele huid bedekt, moet de priester de man rein verklaren. Typologisch gezien: de zonde is aan het licht gekomen en oprecht beleden.

Wanneer een melaatse genezen was, moest hij een reinigingsritueel ondergaan. Een deel van het ritueel is in de prent hieronder afgebeeld.

Op deze prent wordt een melaatse - de halfnaakte man in het midden, met de gekruiste armen - in het bijzijn van toeschouwers gereinigd volgens de reinigingswet die God aan Mozes had voorgeschreven (Lev. 14:1-7). Het reinigingsritueel wordt uitgevoerd met behulp van twee vogels. Een vogel wordt geslacht boven een vat waarin vervolgens het bloed valt. De andere vogel is in deze pot met bloed gedoopt en wordt op de achtergrond vervolgens vrijgelaten om de onreinheid weg te kunnen dragen. De gevlogen vogel staat symbool voor ontkoming, uitredding, ontsnapping aan de dood. De man links van de melaatse houdt een hysoptak en de beker met vogelbloed vast. Met het bloed zal de melaatse besprenkeld zal worden om hem volledig te reinigen. Le 14:7  En hij zal over hem, die van de melaatsheid te reinigen is, zevenmaal sprengen; daarna zal hij hem rein verklaren, en den levenden vogel in het open veld vliegen laten. (SV)

Behalve met betrekking tot de melaatsheid van een mens gaf God ook wetten met betrekking tot melaatsheid aan een kledingstuk en aan een huis. Sommigen verklaren de melaatsheid aan een kledingstuk typologisch als de zonde in iemands omgeving, die moet worden gereinigd of tenietgedaan en de melaatsheid aan een huis als verschijnsel van zonde in een christelijke gemeente, die moet worden verwijderd, of de gemeente moet worden ontbonden. Heiligheid betaamt Gods huis. Straf van God. In sommige gevallen is melaatsheid een straf van God geweest. Aärons zus Mirjam, Elisa's knecht Gehazi en de Judese koning Azaria werden geslagen met melaatsheid als een direct oordeel van God. Mirjam werd later in genade genezen. In het geval van Gehazi zou de ziekte ook in zijn nageslacht komen. Koning Azaria (= Uzzia), sterk geworden, werd hoogmoedig en wilde een priesterdienst verrichten, waarom hij door God met melaatsheid werd gestraft.

2Kon 15:5  En de HEERE trof de koning, zodat hij melaats werd tot de dag van zijn dood. Hij woonde in een apart staand huis. Maar Jotham, de zoon van de koning, [had de leiding] over het huis en gaf leiding aan de bevolking van het land. (HSV)

Jezus en melaatsen

Toen de Heer zijn 'bergrede' had gehouden, genas hij een melaatse.

Mt 8:1  Toen Hij nu van de berg was afgedaald, volgden Hem vele menigten. Mt 8:2  En zie, een melaatse kwam naar Hem toe en huldigde Hem en zei: Heer, als U wilt, kunt U mij reinigen.  Mt 8:3  En Hij strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd. Mt 8:4  En Jezus zei tot hem: Let erop dat u niemand iets zegt; maar ga heen, toon u aan de priester en offer de gave die Mozes heeft geboden, hun tot een getuigenis. (Telos)

Merk op dat de Heer de melaatse aanraakte. De Heiland had de macht om melaatsen te genezen. Na de genezing zond Hij zond de man heen tot de priesters, die - volgens de wet van Mozes - moesten beoordelen of de melaatse genezen was.

Melaatse mannen

Een keer genas Hij zelfs tien melaatse mannen tegelijkertijd.

Lu 17:12 En toen Hij in een dorp kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die op een afstand bleven staan; Lu 17:13 en zij verhieven hun stem en zeiden: Jezus, Meester, erbarm U over ons! Lu 17:14 En toen Hij hen zag, zei Hij tot hen: Gaat heen, toont u aan de priesters. En het gebeurde terwijl zij heengingen, dat zij werden gereinigd. Lu 17:15 Een van hen nu, toen hij zag dat hij gezond was geworden, keerde terug, terwijl hij met luider stem God verheerlijkte. Lu 17:16 En hij viel op zijn gezicht aan zijn voeten en dankte Hem; en deze was een Samaritaan. Lu 17:17 Jezus nu antwoordde en zei: Zijn niet de tien gereinigd? Waar zijn echter de negen? Lu 17:18 Zijn er niet gevonden die terugkeerden om God heerlijkheid te geven dan deze vreemdeling? (TELOS)

Zij werden genezen toen zij deden wat Hij zei: heengaan en zich aan de priesters vertonen. Eén kwam terug om eerst de Weldoener te bedanken.

In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man vertelt Jezus van een man genaamd Lazarus, die vol zweren was en aan de voorpoort van het huis van de rijke lag.

Lu 16:20  Nu lag er ook een arme, genaamd Lazarus, aan zijn voorpoort, vol zweren,  Lu 16:21  begerig zich te verzadigen met wat van de tafel van de rijke viel; maar zelfs de honden kwamen zijn zweren likken. (Telos)

Lazarus kan een melaatse zijn geweest, hoewel het er niet uitdrukkelijk staat.

In Bethanië woonde een Simon bijgenaamd 'de melaatse'. In zijn huis lag Jezus aan, samen met Lazarus. Daar werd de Heer gezalfd door Maria (Mark. 14:3; Joh. 12:2). Wellicht was ook die Simon door Jezus genezen van melaatsheid.

Geschiedenis

Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was. Melaatsheid kwam ook veel in de Middeleeuwen voor. Artsen dachten dat je melaats kon worden door het eten van peper, knoflook of vlees van zieke varkens. Toentertijd werd ook wel gedacht dat de ziekte een straf van God was. Een hoogleraar in de geschiedenis der geneeskunde schreef over de melaatsheid in de Middeleeuwen: “De angst voor alle andere ziekten bij elkaar viel in het niet bij de dodelijke angst voor melaatsheid. Zelfs de Zwarte Dood veroorzaakte niet zo’n verschrikkelijke angst.” [8] De geneesmeester bedachten van alles, maar ze vonden geen geneesmiddel. Daarom nam de Kerk de taak op zich om de melaatsheid te bestrijden[4]. Zij gingen ervan uit dat melaatsheid een besmettelijke ziekte was, zoals beschreven in het Oude Testament. Zij volgde daarbij de voorschriften uit Leviticus. “Als melaatsheid was geconstateerd, werd de patiënt afgezonderd en uit de gemeenschap gestoten (…) De voorschriften uit Leviticus volgend, nam de kerk de taak op zich om de melaatsheid te bestrijden (…) Het was het eerste grote wapenfeit in profylaxe, namelijk de systematische uitroeiing van een ziekte,” aldus de medisch historicus[8].

Rond 1860 leefden in de Noorse stad Bergen zo'n 2800 melaatsen tussen de overige mensen. Om in hun onderhoud te voorzien gingen zij als marskramer langs de deuren en verspreiden daardoor ongeweten de melaatsheid. De regering besloot de melaatsen af te zonderen. Met geweld werden zij afgezonderd. Binnen 80 jaar was het aantal melaatsen drastisch verminderd, niet dankzij medicijnen, maar dankzij hun afzondering.

Meer informatie

Artikel Lepra op Wikipedia.nl.

Over het stellen van de diagnose, zie Wat is lepra?, Leprastichting.nl.

Bronnen

Lepra, Wikipedia.nl.

Wat is lepra?, Leprastichting.nl

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Leprosy. Tekst hiervan is vertaald en onder wijziging verwerkt op 6 okt. 2020.

Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland.

Ben Hobrink, Melaatsheid. Youtube.com: Ben Hobrink, 19 juli 2013. Duur: 4 min 27 sec.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Lepra, nl.wikipedia.org. Geraadpleegd 9 okt. 2020.
  2. Door verzwakte oogspieren kan de leprapatiënt zijn ogen niet meer sluiten. De ogen drogen uit, stof vuil blijft makkelijk in de ogen zitten, met blindheid tot gevolg.
  3. 3,0 3,1 Wat is lepra?, Leprastichting.nl
  4. 4,0 4,1 4,2 Ben Hobrink, Melaatsheid. Youtube.com: Ben Hobrink, 19 juli 2013. Duur: 4 min 27 sec.
  5. Citaat van Karl Sudhoff, aangehaald in: Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland.
  6. Citaat van Arturo Castiglioni, aangehaald in: Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland.
  7. Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland.
  8. 8,0 8,1 Citaat van George Rosen, aangehaald in: Ben Hobrink, 'Dokters, was u handen!', in: IDDG (In Dienst de Genezing), dec. 2012. IDDG is het tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland.