Nieuwe Kerkgeschiedenis: verschil tussen versies

17.016 bytes toegevoegd ,  8 maanden geleden
k
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 19:
 
Dit eerste tijdvak geeft ons tevens een beeldengalerij te aanschouwen van grote mannen, helden vol van geloof, zoals Luther, Zwingli, Calvijn en hun uitnemende helpers in verschillende landen, die in Gods kracht tegen dwaling, bijgeloof en gewetensdwang de strijd aanbonden. Voorts doet dit tijdvak ons zien, wat de contra-reformatie van Roomse zijde geweest is.
 
'''Luther.''' De man, die door God verkoren was, om het grote en gezegende werk van de Reformatie te beginnen, was [[Maarten Luther]] (1483-1546). Hij was van eenvoudige komaf, studeerde rechten, werd monnik te Erfurt, maakte een reis naar Rome, werd doctor in de theologie te Wittenberg, ontdekte evangelische waarheden in de Schrift en publiceerde te Wittenberg in oktober 1517 95 stellingen, waarmee hij misstanden in de kerk aan de orde stelde.
 
'''Aflaatkramerij.''' De naaste oorzaak voor het optreden van Luther was de schandelijke aflaatkramenij van de Dominicaner monnik Johan Tetzel. Wat was er gebeurd? Paus Leo X had een jubel-aflaat uitgeschreven ter wille van de bouw van de St. Pieterskerk. Tal van aflaatkramers trokken door de verschillende landen. Voor Noord-Duitsland was aangewezen Johan Tetzel. Schaamteloos bood deze zijn waar te koop aan. Luther leerde de jammerlijke gevolgen van deze handel kennen in de biechtstoel. Toen begon de ijver voor het Huis van de Heer hem te verteren en op 31 oktober 1517 verschenen zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg. Al deze stellingen hadden betrekking op de aflaat. Binnen korte tijd waren ze wijd en zijd verspreid, en ze oogstten op vele plaatsen in Europa veel bijval.
 
'''Druk op Luther uitgeoefend.''' De paus dacht eerst, dat de zaak van Luther een onbetekenende twist was, maar, spoedig van het tegendeel overtuigd, deed hij moeite, om de koene strijder tot zwijgen te brengen. → [[Maarten Luther]].
 
'''Vriendschap van Humanisten.''' Door zijn vrijmoedig optreden maakte Luther zich vele vrienden, die zijn beginselen echter niet doorzagen. De Humanisten Ulrich von Hutten en Franz von Sickingen zagen in Luther de man, die het opnam voor de vrije ge­dachte, maar zij begrepen niet, dat Luther in alles gebonden­heid aan Gods Woord als eis stelde. De vriendschap van deze Humanisten was gevaarlijk voor het werk van de Kerkhervorming.
 
'''Melanchton.''' Van heel andere aard was de vriendschap van [[Philippus Melanchton]] (1497-1560), hoogleraar in de Griekse taal te Wittenberg, de bezadigde en vredelievende medestrijder van de grote hervormer Luther. Voor deze was hij van grote betekenis. Luther schreef: „ik ben de baanbreker, Melanchton is de man, die in stilte zaait met zijne rijke gaven, hem door God verleend".
 
'''Luther en aanhangers in de ban gedaan.''' Toen Luther zijn reformatorische denkbeelden door ver­schillende boeken trachtte te verbreiden, dreigde de paus met de ban. De paus veroordeelde 41 zinsneden uit deze boeken en ge­bood, dat Luther binnen 60 dagen herroepen zou, anders zou hij door de ban getroffen worden.
 
Toen Luther voor de Elsterpoort in Wittenberg alle pause­lijke canonieke boeken en de bul verbrandde, deed de paus hem en al zijn aanhangers werkelijk in de ban. Toen was terugkeer onmogelijk geworden.
 
Eerst schreef Luther tegen de gedreigde ban, maar op 10 december 1520 verbrandde hij in tegenwoordigheid van een menigte studenten en doctoren alle pauselijke canonieke boeken en de dreigbul. Toen was de breuk met Rome's kerk een voldongen feit. De paus sprak nu de ban uit over Luther en al diens aan­hangers en het interdict over alle plaatsen, waar deze zich mochten ophouden.
 
Op de rijksdag te Worms (1521) heeft Luther zich voor de keizer en de verzamelde kerkelijke en wereldlijke hoofden verklaard omtrent zijn geloof. Hoewel Luther een keizerlijk vrijgeleide verkreeg, werd hij toch in de ban gedaan en werd zijn uitlevering aan de keizer geëist.
 
'''Bijbel in het Duits.''' Door bemiddeling van zijn vrienden werd Luther echter op de Wartburg gebracht. Op de Warburg was hij niet alleen veilig voor zijn belagers, maar daar heeft de Heer hem tot zeer vruchtbare arbeid gebruikt. Hij vertaalde er o.a. het Nieuwe Testament, dat in 1522 reeds gedrukt werd. In 1534 was de hele Bijbel in het Duits overgezet.
 
'''Zuivering van de Reformatie.''' Toen zich enkele bedenkelijke verschijnselen begonnen te openbaren, heeft Luther de Reformatie gezuiverd van wat haar vreemd was en vreemd moest blijven: humanisme, fanatisme (dweepzucht), revolutiegeest.
 
'''Conventie van Regensburg (1524).''' Op deze conventie in Zuid-Duitsland in 1524 verenigde men zich van Rooms-Katholieke zijde om de protestantse hervorming te onderdrukken en in eigen kerkelijke kring hervormingen door te voeren.
 
'''Verbond te Torgau.''' In 1526, voordat de rijksdag te Spiers gehouden werd, sloten vele Evangelisch-gezinde vorsten een verbond te Torgau. Aanleiding was de Rooms-Katholieke conventie van Regensburg (1524). Het verbond te Torgau maande de Rooms-Katholieken tot voorzichtigheid.
 
'''Rijksdag te Spiers (1526).''' De Hervorming breidde zich snel uit en van de uit­voering van het edict van Worms (1521) kwam niets. In 1526 zag men zich genoodzaakt op de rijksdag te Spiers te bepalen, dat men zich tegenover de Hervormden gedragen zou, zoals men het voor God en de keizer zou kunnen verantwoorden. Zuid-Duitsland was overwegend Rooms-Katholiek, maar in Noord-Duitsland was men zeer reformatorisch-gezind.
 
'''Protest op rijksdag te Spiers (1529).''' Drie jaar later was er opnieuw een rijksdag te Spiers. De Hervormden dienden er een ''protest'' in tegen de genomen besluiten. Daarom heetten zij voortaan ''Protestanten''. <blockquote>Op de rijksdag waren de Rooms-Katholieken in de meerderheid. Zij maakten zeer bezwarende bepa­lingen voor de Hervormden, o.a dat in de Katholieke landen het edict van Worms (1521) moest worden uitgevoerd, en dat in de Evangelische landen niet verder mocht gegaan worden met de Reformatie. Toen dienden de Hervormden een protest in, waarin zij uitspraken dat een ieder in de zaken, die de ere Gods en de zaligheid van de ziel raakten, vrij moest blijven, om te handelen, gelijk hij voor God en zijn geweten verantwoorden kon. Dit protest werd door de keurvorst van Saksen, de landgraaf van Hessen en tal van andere vorsten ondertekend. </blockquote>'''Luthers catechismussen (1529).''' Het was voor een rustige ontwikkeling van de Reformatie nodig, dat er meer kennis verspreid werd van de leer van het heil. De onwetendheid was groot. Daarom schreef Luther twee catechismussen, een voor de leraars (''Grote Catechismus'') en een voor het volk (''Kleine Catechismus''). Ze verschenen in het jaar 1529.
 
'''Hervorming en religiestrijd in Zwitserland.''' Toen de Hervorming in Duitsland reeds vele harten veroverd had, ontstond in Zwitserland een beweging, die met de Duitse Reformatie veel overeenkomst vertoonde. Daar trad [[Ulrich Zwingli]] op de voorgrond. Tussen Luther en Zwingii bestond, hoezeer zij ook in vele geloofsstukken overeenstemden, verschil over het [[avondmaal]].
 
Er ontstond in Zwitserland een religiestrijd tussen de Rooms-Katholieke en de Hervormde kantons. Deze liep eerst in het voordeel van de Hervormden uit, maar later werden deze verslagen en werd Zwingli gedood. Wat was er gebeurd? In de vijf kantons Schwyz, Uri, Unterwalden, Zug en Luzern hadden de Rooms-Katholieken de meerderheid. Het kwam tot een oorlog tussen deze kantons en de Hervormden. Laatstgenoemden overwonnen. Bij de vrede van Kappel (1529) moesten de Roomse kantons toestaan, dat de prediking vrij zou zijn. Later ontbrandde de strijd weer en wel op een ogenblik, dat de Hervormden onvoorbereid waren. Deze werden dan ook verslagen. Zwingii viel in de strijd. Bij de tweede vrede van Kappel (1531) werden de gunstige bepalingen, bij de eerste vrede gemaakt, vernietigd en nu konden de Roomsen de Reformatie vrij onderdrukken.
 
'''Rijksdag van Augsburg; Augsburgse confessie (1530).''' In het jaar 1530 had de beroemde rijksdag van Augsburg plaats, waar de ''Augsburgse confessie'' van Melanchton en andere protestantse godgeleerden aan de Rooks-Duitse keizer Karel V (regeerde 1519-1556) werd aangeboden. Het besluit van de rijksdag was, dat aan de Protestanten nog tijd van beraad werd gegeven. De dag van de bloedige be­slissing was dus nog uitgesteld. <blockquote>Melanchton had met nog andere godgeleerden op last van de keurvorst een belijdenis opgesteld om op de rijksdag te overhandigen. Dit geschiedde te Torgau en de belijdenis heette de ''Torgause artikelen''. Maar, toen Melanchton in Augsburg aangekomen was en het begin van de rijksdag vertraagd werd, omdat de keizer op zich liet wachten, werkte hij de Torgau­se artikelen om tot de ''Augsburgse confessie''. Deze werd op de rijksdag voorgelezen. De keizer benoemde enkele Rooms-Katholieke godgeleerden, om deze confessie te weer­leggen. Deze stelden een ''Confutatie-geschrift'' op. Melanchton beantwoordde dit geschrift nog in een ''Apologie'', maar deze werd op de rijksdag niet voorgelezen. </blockquote>'''Verbond te Schmalkalden (1531) en tegenverbond te Neurenberg (1538).''' De Evangelische vorsten sloten nu een verbond te Schmalkalden (1531) en later sloten de Katholieke vorsten een verbond genaamd ''de heilige ligue'' te Neurenberg (1538). <blockquote>In Schmalkalden sloten in 1531 de Evangelische vorsten een verbond van verdediging voor zes jaren. Daardoor was het Protestantisme in Duitsland een politieke partij geworden. Eerst maakte dit verbond grote indruk. Toen de Reformatie telkens groter vorderingen maakte, sloten ook de Katholieke vorsten een verbond, „de heilige ligue", om het Protestantisme te onderdrukken. De keizer Karel V deed intussen veel moeite om de paus te bewegen tot verbetering van de Rooms-Katholieke kerk. Het concilie van Trente werd in 1545 geopend. </blockquote>'''Schmalkaldische oorlog (1546-1547).''' Eindelijk brak de langverwachte oorlog uit. De Schmalkaldische oorlog liep aanvankelijk zeer ongunstig af voor de Hervormden. <blockquote>De Rooms-Duitse keizer Karel V deed plotseling de keurvorst van Saksen en de landgraaf van Hessen in de rijksban. De Protestanten maak­ten zich gereed tot de oorlog. Hertog Maurits van Saksen, die de Evangelische belijdenis was toegedaan, maar om poli­tieke redenen de zijde van de keizer gekozen had, bezette een deel van Saksen. Hij werd wel teruggedrongen, maar de keizer snelde te hulp en de keurvorst Johan Frederik werd bij Mühlberg verslagen (1547).
 
De landgraaf van Hessen gaf zich nu ook over. Kort, voor­dat de oorlog begonnen was, was Luther op 63 jarigen leeftijd gestorven. </blockquote>'''Augsburgs interim (1548)'''. Omdat de paus draalde met de toegezegde verbete­ringen aan te brengen, begon de keizer zelf de kerkelijke zaken te regelen bij het ''Augsburgse interim'' (1548). <blockquote>De paus had het concilie van Trente verlegd naar Bologna omdat hij de oppermacht van de keizer begon te vrezen. Nu regelde de keizer de kerkelijke zaken zelf. In het Augs­burgse interim werd vastgesteld, dat het Katholieke geloof moest gehandhaafd worden. Dit interim werd met dwang in­ gevoerd, maar overal stuitte men op tegenstand. </blockquote>'''Wederdopers.''' In vele landen van Europa openbaarde zich binnen het protestantisme een nieuwe richting, de richting van de ''[[Anabaptisten]]'' of ''Wederdopers''. <blockquote>De Anabaptisten leerden geheel iets anders dan de Refor­matoren. Zij predikten dat door de zonde de mens, het huisgezin, de kerk, de maatschappij en de staat zo verdorven waren dat er iets nieuws moest geschapen worden. Geen her­schepping, maar een ''nieuwe'' schepping. De Reformatoren leerden dat de genade herschept, maar dat weerspraken de Anabaptisten. Zij verwierpen de kinderdoop, eisten een kerk van louter heiligen, wilden geen staatsdiensten verrichten, verboden de eed enz.
 
Zij traden het eerst op in Zwitserland (Coenraad Grebel en Balthasar Hubmaier). Uit dat land verjaagd, verspreidden zij zich door Duitsland, Oostenrijk, Italië en andere landen. Hun invloed was op vele plaatsen groter dan die der Reformatie.</blockquote>Het toppunt van de dwaling van de Anabaptisten be­merkten wij in het nieuwe Jeruzalem, dat zij in Münster wilden stichten onder de heerschappij van Jan van Leiden, 'de koning van Sion'. <blockquote>De Anabaptisten hadden ook in Nederland veel aanhangers. Twee aan twee trokken hun apostelen erop uit, om te prediken en te dopen. Twee van hen, namelijk Jan Matthysz, een bakker uit Haarlem en Jan Beukelsz, een kleermaker uit Leiden, gingen zelfs over de grenzen en wisten in de stad Münster grote opgang te maken. De bisschop werd verjaagd en de stad werd geheel en al naar de zin van de Anabaptisten geregeerd. Jan van Leiden heerste als koning. De grootste gruwelen echter vonden er plaats. De stad werd echter ingenomen en Jan van Leiden werd gedood en in een ijzeren kooi aan de toren opgehangen. Jan Matthysz was al eerder in de strijd gevallen. Hiermede was deze 'nieuwe schepping' te midden van de oude wereld een mislukking gebleken. </blockquote>[[Bestand:Spread of the Anabaptists 1525-1550.png|thumb|Verspreiding van het anabaptisme over West-Europa in de periode 1525-1550{{Legenda|violet|Nederlandse [[Doopsgezinden]] (verspreid vanuit Emden (Nedersaksen).}}{{Legenda|lightblue|Zuid- en Centraal-Duitse anabaptisten (verspreid vanuit Königsberg in Franken)}}{{Legenda|lightgreen|[[Zwitserse Broeders]] (verspreid vanuit Zürich (stad).}}{{Legenda|yellow|[[Hutterieten]] (verspreid vanuit Nikolsburg)}}|geen|626x626px]]'''Calvijn.''' Een weinig later dan in Duits-Zwitserland begon de Reformatie in Frans-Zwitserland met de beroemde Hervormer [[Johannes Calvijn|Johan(nes) Calvijn]] (1509-1564). Hij was geboren in Frankrijk, studeerde theologie, rechten en Grieks. In Parijs trad hij in de bres voor de reformatorische beginselen. In 1535 verliet hij Frankrijk en ging hij naar Basel, waar hij zijn beroemd boek „de Institutie van de christelijke gods­dienst" schreef.
 
In het jaar 1536 kwam Calvijn te Genève en bleef daar op aandringen van de prediker Willem Farel, totdat hij in 1538 die stad moest verlaten. Calvijn deed op een van zijn reizen Genève aan. Farel, die daar met Viret al gearbeid had in reformatorischen geest, bezwoer Calvijn, dat hij in die stad zou blijven. Calvijn ge­hoorzaamde en begon met de beide genoemde predikers krachtig te arbeiden aan de reformatie der kerk, maar de strenge tucht, welke Calvijn oefende, beviel aan vele inwoners niet. De Libertijnen zochten zijn val en in 1538 werd Calvijn met zijn ambtsbroeders Farel en Viret uit Genève verdreven.
 
Hij ging nu naar Straatsburg, waar hij door bemiddeling van zijn vrienden hoogleraar werd.
 
In 1541 keerde Calvijn op aandrang van de raad der stad naar Genève terug. De verwarring was in Genève, sinds Calvijn de stad ver­laten had, zo groot geworden, dat de magistraat in 1840 besloot Calvijn terug te roepen. Eerst in 1541 voldeed hij aan het verzoek. Toen begon zijn reformatorische arbeid eerst voor goed. Hij gaf in hetzelfde jaar zijn „Ordonnances ecciésiastiques" ("Kerkelijke ordonanties") uit, waarin hij zijn beginselen voor de kerkregeering bloot­legde. Onder veel tegenstand zette hij de hervorming door. Niet alleen het kerkelijke, maar ook het huiselijk en maat­schappelijk leven werd naar de Heilige Schrift geregeld. Ontzettend groot was de werkkracht die Calvijn ontwikkelde. Hij predikte zondags en in de week, hij gaf college aan vele studenten, hij schreef vele boeken en hij gaf mondelinge en schriftelijke adviezen aan honderden. In 1564 stierf hij. {{Tijdbalk kerkgeschiedenis 1500-1549}}
 
=== Tijdtafel van gebeurtenissen ===
1511. 31 Oct. Luther bevestigt zijn stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg.
1518. Luther voor Cajetanus in Augsburg. Melanchton hoogleraar in Wittenberg.
1519. Dispuut te Leipzig. Zwingli in Zürich.
1520. Banbul tegen Luther door paus Leo X: de kerkhervormer uit de rooms-katholieke kerk gezet.
1521. Luther op de rijksdag te Worms.
1521-1522. Het verblijf van Luther op de Wartburg.
1522. De Zwickauer profeten in Wittenberg. — Luthers vertaling van het Nieuwe Testament in het Duits wordt gedrukt.
1523. Luthers strijd met Hendrik VIII. De eerste martelaren: H.[[Hendrik Voes]] en J.[[Jan Eschvan Essen]].
1524. Erasmus tegen Luther. Bond te Regensburg. 
1525. Anabaptisme in Zwitserland. Avondmaalsstrijd. Luthers huwelijk. Thomas Münzer onthoofd.
1526. Bond te Torgau. Rijksdag te Spiers. Dispuut te Baden.
1527. RijdsdagRijksdag te Odensee en te Westeräs. 
1528. De zaak Pack. Dispuut te Bern.
1529. Rijksdag te Spiers. Colloquium te Marburg. Eerste vrede van Kappel.
1530. Rijksdag te Augsburg: Augsburgse belijdenis ofwel Confessio augustana voorgelezen aan keizer Karel V. 
1531. Schmalkaldische bond. Dood van Zwingli. Tweede vrede van Kappel.
1532. Godsdienstvrede van Neurenberg. Farel in Genève. Hendrik VIII maakt zich los van de pauselijke opperhoofdigheid. 
1534-35. Anabaptisme in Münster. 
1534. Luthers vertaling van de hele Bijbel gereed.
1535. Calvijn geeft zijn "Institutie" in het licht. 
1536. Calvijn komt in Genève.
Regel 42 ⟶ 93:
1538. Calvijn uit Genève verdreven.
1539. Rijksdag te Odensee.
1540. Stichting van de orde der Jezuïeten.
1541. Regensburger Interim. Calvijn keert naar Genève terug. 
Regel 50 ⟶ 102:
1548. Augsburgse Interim. Adiaphoristische strijd.
1549. Consensus tigurinus.
'''Augsburgse godsdienstvrede (1555).''' Plotseling trad nu als redder van het bedreigde Prote­stantisme op Maurits van Saksen, die door zijn handelwijze de oorzaak werd van de Augsburgse godsdienstvrede (1555). <blockquote>Maurits van Saksen had een groot leger onder zijn bevel. Hij had in opdracht om Maagdenburg, het bolwerk der Protestanten, te tuchtigen. Toen de stad veroverd was, keerde Maurits plotseling zijn zwaard tegen de keizer, omdat deze zijn woord niet gehouden had jegens de landgraaf van Hessen. De keizer, op de oorlog niet voorbereid, moest in 1555 de vrede van Augsburg sluiten. Bij die vrede werden aan Katho­lieken en Protestanten gelijke rechten toegekend. </blockquote>'''Uitbreiding van de Reformatie.''' Gedurende al de jaren van strijd had de Reformatie zich uitge­breid in de Noordelijke landen, Denemarken, Noorwegen, Zweden en de Oost-zee-provincies. In al deze landen kwam de nieuwe leer tot heerschappij.
{{Tijdbalk kerkgeschiedenis 1550-1599}}
1551-1552. Heropening van het concilie van Trente.
1551. Majoristische strijd.
Regel 57 ⟶ 111:
1556. Loyola gestorven.
1559. Confessio gallicana.
1560. Confessio scotica. De Pfalz wordt gereformeerd.
1562-63. Derde zitting van het concilie van Trente.
Regel 62 ⟶ 117:
1564. Calvijn gestorven.
1566. Confessio helvetica posterior.
1570. Synode te Sendomir.
1572. John Knox gestorven. Bloedbruiloft te Parijs.
Regel 68 ⟶ 124:
1576. Torgause boek.
1577. Formula concordiae.
1580. Concordiën-boek.
1589. Patriarchaat te Moskou.
1598. Edict van Nantes.
1598. Edict van Nantes: Hugenoten mogen vrij hun geloof belijden.
 
1609. De majesteitsbrief.
1610. Remonstranten en Contra-Remonstranten.
1613. Overgang van Brandenburg tot de gereformeerde kerk.
Regel 78 ⟶ 137:
1618-19. Synode van Dordrecht.
1618-1648. Dertigjarige oorlog.
1629. Het restitutie-edict.
1631. Godsdienstgesprek te Leipzig.
1632. Gustaaf Adolf sneuvelt te Lutzen.
1638. Covenant der Schotten.
1641. lerse Bartholomeus-nacht.
1642. Veroordeling van het Jansenisme.
Regel 112 ⟶ 176:
Toch kwam de '''zendingsarbeid''' in 't laatst der 18e eeuw tot een nieuwe ontplooiing van kracht.
1649. Karel I onthoofd. Fox treedt op als stichter van de secte der Kwakers.
1650. Cartesius gestorven.
1655. Vervolging in Piëmont.
1656. Georg Calixt. Pascal "Lettres provinciales".
1658. Begin van de Coccejaanse strijd.
1660. Restauratie van de Espiscopaalse kerk in Engeland. 
1670. De Labadisten in Herford, Duitsland. 
1673. De "Test-act".
1675. Optreden van Philip Spener.; zijn "Pia desideria".
1676. Voetius gestorven.
1685. Opheffing van het Edict van Nantes. Verdrijving van de Waldenzen uit Piémont.
1686. Spener te Dresden. Collegia philobiblica.
1689. Acte van tolerantie in Engeland.
1690. De Piëtisten uit Leipzig verdreven.
1691. Spener in Berlijn.
Regel 130 ⟶ 199:
1705. Spener gestorven.
1709. Het klooster Port Royal opgeheven.
1722. Stichting van Herrnhut.
1727. A. H. Francke gestorven.
1731. Emigratie der Salzburgers.
1751. Semler hoogleeraar in Halle.
1760. Zinzendorf gestorven.
1765. Algemene Duitse bibliotheek voor het eerst uitgegeven.
1772. Swedenborg gestorven.
1774. Wolfenbütter Fragmenten.
1775-99. Pius VI paus.
1778. Voltaire en Rousseau gestorven.
1782. Pius VI in Weenen.
1786. Punctatio van Ems.
Regel 145 ⟶ 220:
1788. Godsdienstedict van Wöllner.
1789. Franse Revolutie.
1791. Wesley gestorven.
1793. Lodewijk XVI en zijn gemalin gedood. Afschaffing van de Christelijke tijdrekening "Temple de la raison". — Op 16 nov. worden 90 katholieke priesters en nonnen in de rivier Loire verdronken, omdat zij 'vijanden' van de Franse Revolutie zijn. In de daaropvolgende weken worden op deze wijze meer dan 4000 mensen omgebracht in de zogenoemde 'nationale badkuip'.
1794. Le peuple français reconnait t'Etre suprème et l'immortalité de l'ame (het Franse volk erkent het Opperwezen en de onsterfelijkheid van de ziel).
1795. Stichting van het Londense zendinggenootschap.
1804. Brits- en buitenlands Bijbelgenootschap opgericht.
1809. Napoleon I in de ban gedaan. 1809. De paus gevangen genomen en naar Frankrijk gevoerd.
1810. Stichting van het Amerikaanse Zendinggenootschap te Boston.
 
Regel 273 ⟶ 351:
1922. De Oud-Katholieken in Nederland schaffen het verplichte priestercelibaat af.
1939-45. Tweede Wereldoorlog. 
'''11 okt. 1962- — 8 dec. 1965''': Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, ook bekend als Vaticanum II. Op 28 okt. verklaart paus Paulus VI in zijn 'Nostra Aetate' dat de Joden geen 'Godsmoord' (deicide) hebben begaan toen Jezus Christus gedood werd.
 
== Bronnen ==