Numeri 24: verschil tussen versies

2.012 bytes toegevoegd ,  4 maanden geleden
k
 
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Numeri|Bijbelboekpagina=Numeri|Bijbelboek=Numeri|Aantalhoofdstukken=36|Aantalverzen=25}}
== Samenvatting ==
''1-9'' Ditmaal verwijdert Bileam zich niet om door bezweringen Gods wil uit te vorsen, maar spreekt, door Gods Geest geleid, dadelijk de zegen over Israël uit: het zal in overvloed leven en geducht voor zijn vijanden zijn. Wie Israël zegent, is gezegend, wie hem vervloekt, is vervloekt. ''10-13'' Woedend zendt Balak Bileam heen; maar deze beroept zich op zijn uitdrukkelijke verklaring dat hij alleen zou kunnen zeggen wat Jahweh hem gelastte. ''14-25'' En spreekt daarna ongevraagd een voorzegging uit betreffende een heerser uit Israël en het lot van Israëls naburen, Moab, Edom, Amalek en de Kenieten, en dat van Assur; waarna ieder zijns weegs gaat.
 
== 1 ==
Regel 79 ⟶ 80:
<onlyinclude><sup>19</sup> En er zal [een] uit Jakob heersen, en hij zal de overigen uit de steden ombrengen. </onlyinclude>(SV)
'''En er zal [een] uit Jakob heersen.''' Zie vs. 17, 7. Voorzegging aangaande de Messias.
 
== 22 ==
<onlyinclude><sup>22</sup> Evenwel zal Kaïn verteerd worden, totdat u Assur gevankelijk wegvoeren zal! </onlyinclude>(SV)
'''Kaïn.''' Niet de bekende broedermoorder, maar de niet nader bekende stamvader van de [[Kenieten]]<ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>. Zie [[Kaïn]].
 
== 23 ==
<onlyinclude><sup>23</sup> Voorts hief hij zijn spreuk op, en zeide: Och, wie zal leven, als God dit doen zal! </onlyinclude>(SV)
'''Och enz.''' Bileam woonde in het rijk van [[Assyrische rijk|Assur]]. Het zinsverband betreft Assur. [[Karl August Dächsel]] geeft de gedachte van Bileam aldus weer: "Och! wie zal leven, als God dit doen zal, wat Hij mij in betrekking op het rijk van mijn woning, op de zonen van mijn volk thans voor ogen stelt? Is dat niet een zo zware en algemene nederlaag, dat niemand, die die tijd beleeft, zijn leven zal kunnen behouden?"<ref name=":1" />
 
== Bron ==
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Numeri 24 is onder wijziging verwerkt op 5 feb. 2024.
 
== Voetnoten ==