Openbaring 13: verschil tussen versies

2.057 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 1:
{{Openbaring van Johannes commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Dit hoofdstuk beschrijft de twee beesten: dat uit de zee en dat uit de aarde. Uit de zee, aan welks zandoever de draak staat (Opb. 12:18), stijgt een 10-hoornig en 7-koppig beest op. De draak geeft hem zijn macht en wereldwijd gezag. Een van de koppen raakt dodelijk gewond maar het beest herstelt wonderbaarlijk. Draak en beest ontvangen aanbidding. Het beest lastert God en de hemelbewoners. Hij kan 3,5 jaar handelen. Hij voert oorlog voeren tegen de heiligen en overwint. Bemoediging voor de vervolgde heiligen.
 
Regel 7 ⟶ 8:
Aanwijzing voor de heiligen aangaande het getal van het beest.
 
== 1 ==
Hieronder worden passages uit {{SUBPAGENAME}} van het bijbelboek [[{{ROOTPAGENAME}}]] becommentarieerd.
 
== Opb. 13:1. Een beest stijgt op uit de zee. Zijn horens en koppen. ==
Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)
Over de opkomst, samenstelling en antigoddelijke karakter van het Beest. Johannes beschrijft eerst de horens en de koppen, en daarna (vers 2) de gedaante van het beest.
 
<u>Verband.</u> <blockquote>''Opb 12:17 En de draak werd toornig op de vrouw en hij ging weg om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, hen die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; (12-18) en hij ging op het zand van de zee staan.'' (Telos)</blockquote>De opkomst van het beest uit de zee volgt op de nederwerping van de draak en de vervolging van de vrouw door de draak. Het is alsof het beest uit de zee oprijst ''door toedoen'' ''van'' de draak. Merk op dat de opkomst van het beest een verband heeft met een oorlogvoering tegen de heiligen.  
'''Uit de zee.''' De zee is een zinnebeeld van de woelige volkerenmassa. Daniël zag reeds vier beesten uit de zee voortkomen, Dan. 7:3. Het beest dat Johannes ziet opstijgen verenigt hoedanigheden van deze vier beesten.
 
'''Uit de zee.''' De draak heeft zich geplaatst op het zand van de zee (12:18). De zee is een zinnebeeld van de woelige volkerenmassa. Daniël zag reeds vier beesten uit de zee voortkomen, Dan. 7:3. Het beest dat Johannes ziet opstijgen verenigt hoedanigheden van deze vier beesten.
'''Tien horens'''. Deze stellen tien koningen voor. Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat tien horens had.
 
'''Tien horens'''. Ook de draak zelf heeft tien horens en zeven koppen. <blockquote>''Opb 12:3 En er werd een ander teken gezien in de hemel; en zie, een grote, vuurrode draak met zeven koppen en tien horens en op zijn koppen zeven diademen.'' (Telos) </blockquote>Bij het beest uit de zee worden de horens het eerst genoemd, bij de draak de koppen. Misschien is dat omdat van het beest uit de zee de horens het eerst ''gezien'' werden bij het oprijzen uit het water.  
''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''
 
Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat tien horens had. <blockquote>''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''</blockquote>De tien horens stellen tien koningen voor. <blockquote>''Opb 17:12 En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk:<blockquote>''Da 7:24 En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen. (HSV)''</blockquote>Zie [[Beest uit de zee]].
De tien horens stellen tien koningen voor.
 
'''Zeven koppen.''' Deze hebben een tweevoudige betekenis: zeven bergen en zeven koningen. Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat zeven koppen had. <blockquote>''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''</blockquote>Een engel verklaart de betekenis van de zeven koppen: <blockquote>''Opb 17:9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit. Opb 17:10 Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn gevallen, de ene is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven. (TELOS)''</blockquote>De zevende koning, die nog niet is gekomen, zal een korte tijd blijven, 17:10. Het beest is zelf de achtste koning, 17:11. Het is uit de zeven koningen.
''Opb 17:12 En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest. (TELOS)''
 
'''Op zijn horens tien diademen'''. Een [[diadeem]] is een teken van koninklijke waardigheid. Ook de draak heeft draagt diademen: zijn zeven ''koppen'' (niet horens) dragen diademen: <blockquote>''Opb 12:3 En er werd een ander teken gezien in de hemel; en zie, een grote, vuurrode draak met zeven koppen en tien horens en op zijn koppen zeven diademen. (TELOS)''</blockquote>De tien horens stellen ook koningen voor.
Vergelijk:
 
'''Op zijn koppen namen van lastering'''. Lasteren kenmerkt het Beest; het is een voornaam kenmerk. <blockquote>''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''</blockquote>Wie of wat lastert hij? Het antwoord vinden wij enkele verzen later: hij lastert de naam van God, Zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. <blockquote>''Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en <u>lasteringen</u> sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot <u>lasteringen</u> tegen God, om zijn naam te <u>lasteren</u> en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (TELOS)''</blockquote>
''Da 7:24 En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen. (HSV)''
 
== 2 ==
Zie [[Beest uit de zee]].
 
'''Zeven koppen.''' Deze hebben een tweevoudige betekenis: zeven bergen en zeven koningen. Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat zeven koppen had.
 
''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''
Een engel verklaart de betekenis van de zeven koppen:
''Opb 17:9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit. Opb 17:10 Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn gevallen, de ene is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven. (TELOS)''
De zevende koning, die nog niet is gekomen, zal een korte tijd blijven, 17:10. Het beest is zelf de achtste koning, 17:11. Het is uit de zeven koningen.
'''Op zijn horens tien diademen'''. Een [[diadeem]] is een teken van koninklijke waardigheid. Ook de draak heeft draagt diademen: zijn zeven koppen dragen diademen:
 
''Opb 12:3 En er werd een ander teken gezien in de hemel; en zie, een grote, vuurrode draak met zeven koppen en tien horens en op zijn koppen zeven diademen. (TELOS)''
 
De tien horens stellen ook koningen voor.
 
'''Op zijn koppen namen van lastering'''. Lasteren kenmerkt het Beest. Het is een voornaam kenmerk.
 
''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''
 
Wie of wat lastert hij? Het antwoord vinden wij enkele verzen later: hij lastert de naam van God, Zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen.
 
''Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en <u>lasteringen</u> sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot <u>lasteringen</u> tegen God, om zijn naam te <u>lasteren</u> en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (TELOS)''
 
== Opb. 13:2. Zijn gedaante en macht ==
Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag. (TELOS)
Na de horens en koppen te hebben beschreven, beschrijft Johannes nu de overige gedaante en de macht van het beest. Als het beest uit de zee opstijgt, worden eerst de horens en koppen gezien, daarna het hele lichaam.
 
Het beest verenigt eigenschappen van verschillende roofdieren. Dezelfde roofdieren komen voor in het visioen van Daniël 7. Ook de draak is een roofdier, zoals blijkt uit hoofdstuk 12, waar dit dier het mannelijke kind wil verslinden.
 
De uiterlijkheden van het beest drukken zijn ''karakter'' uit. Het beest verenigt eigenschappen van verschillende ''roofdieren''. Dezelfde roofdieren komen voor in het visioen van Daniël 7. Ook de draak is een roofdier, zoals blijkt uit hoofdstuk 12, waar dit dier het mannelijke kind wil verslinden.
'''De draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag.''' De duivel heeft macht, een troon en groot gezag in de gevallen mensenwereld. Achter de schermen. Hij is de overste van deze wereld. Wat hem niet lukte, toen hij Jezus Christus in de woestijn verzocht verzocht, kan hij wel bij het beest doen.
 
In Daniël is het dier onvergelijkbaar. In het visioen van Johannes heeft het beest de kenmerken van meerdere dieren. Daniel kon geen dier noemen, Johannes noemt evenmin één vergelijkbaar dier, maar neemt in zijn beschrijving elementen van meerdere dieren toch te laten weten hoe het beest eruit zag.
''Mt 4:8 Opnieuw nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid Mt 4:9 en zei tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, als U neervalt en mij aanbidt. Mt 4:10 Toen zei Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven’: De Heer, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen’. Mt 4:11 Toen verliet de duivel Hem; en zie, engelen kwamen bij Hem en dienden Hem. (TELOS)''
 
'''Aan een luipaard gelijk.''' Dit dier spreekt van snelheid.
Het is alsof de duivel, die op de aarde is geworpen (hoofdstuk 12) en ten verderve gaat, alles geeft aan een mens en zijn rijk om de mensheid te misleiden en te verderven.
 
'''Zijn poten waren als die van een beer.''' Een beer heeft geen snelheid, maar wel sterke poten.
Zijn gezagsgebied breidt zich wereldwijd uit.
 
'''Zijn muil als de muil van een leeuw.''' Een muil die verslindt, verscheurt. De draak wilde eerder het mannelijk kind verslinden. Daarna wil de draak, die zich bedient van het Beest, oorlog voeren tegen de heidenen en hen overwinnen (verslinden), vs 7.
''Opb 13:7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie. (TELOS)''
 
'''De draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag.''' De duivel heeft macht, een troon en groot gezag in de gevallen mensenwereld. Achter de schermen. Hij is de overste van deze wereld. Wat hem niet lukte, toen hij Jezus Christus in de woestijn verzocht verzocht, kan hij wel bij het beest doen. <blockquote>''Mt 4:8 Opnieuw nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid Mt 4:9 en zei tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, als U neervalt en mij aanbidt. Mt 4:10 Toen zei Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven’: De Heer, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen’. Mt 4:11 Toen verliet de duivel Hem; en zie, engelen kwamen bij Hem en dienden Hem. (TELOS)''</blockquote>Het is alsof de duivel, die op de aarde is geworpen (hoofdstuk 12) en ten verderve gaat, alles geeft aan een mens en zijn rijk om de mensheid te misleiden en te verderven.
Later zullen de tien koningen, voorgesteld door de tien horens, hun macht en gezag aan het beest geven.
 
Het gezagsgebied van het Beest zal zich uitbreiden, wereldwijd. <blockquote>''Opb 13:7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie. (TELOS)''</blockquote>Later zullen de tien koningen, voorgesteld door de tien horens, hun macht en gezag aan het beest geven. <blockquote>''Opb 17:13 Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest. (TELOS)''</blockquote>
''Opb 17:13 Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest. (TELOS)''
 
== Opb. 13:3. Dodelijke wond ==