k
→4
k (→4) |
|||
Regel 39:
Mozes en het Lam horen historisch bij elkaar. Vóór de laatste plaag van Egypte werd het paaslam geslacht en het bloed ervan op de zijposten en bovendorpel van de huizen der Israëlieten gestreken, in vertrouwen op de bewaring door God. Na de uitredding, de doortocht van het volk Israël door de Schelfzee, zong Mozes een overwinningslied. De farao van Egypte is een type van de Beest.
De zingende overwinnaars,
'''En zeggen: Groot enz.''' Dit gaat door in vers 4. Woorden uit de liederen, uit het lied, of van de liederen, of van het lied worden aangehaald.
|