Openbaring 18: verschil tussen versies

1.775 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 1:
{{Commentaar}}
== Samenvatting ==
In het vorige hoofdstuk wordt Babylon voorgesteld als een overspelige vrouw. Dit is Babylon in haar godsdienstig overspelig karakter. Aan het eind van dat hoofdstuk wordt verklaard dat Babylon een grote stad is. Een andere engel verkondigt nu de val van de stad Babylon. Daarna (18:4v) roept een andere stem (waarschijnlijk de Heer Jezus) uit de hemel Zijn volk toe om uit Babylon te gaan. De verwoesting van de stad (Rome?) en de wening van de kooplieden. Hemel en heiligen opgewekt tot vreugde over haar oordeel. Een engel toont het oordeel over de stad.
 
== Opb. 18:2. Babylon gevallen ==
Regel 9:
''Opb 14:8 En een andere, een tweede engel volgde en zei: <u>Gevallen, gevallen</u> is het grote Babylon, dat van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij alle naties heeft laten drinken. (TELOS)''
 
Het oordeel van Babylon wordt meermalen beschreven in hoofdstuk 17 en 18.
De stad is gevallen. De vrouw, een hoer, was, geestelijk en zedelijk gezien, al gevallen, en nu zal zij stoffelijk ten val komen. Van de val van een stad kan men spreken bij de inneming of verwoesting ervan.
 
''Opb 17:16 En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden.''
'''Woonplaats ... geworden'''. Onduidelijk is of zij een dergelijke duistere plaats was geworden, voordat de stad viel, of nàdat zij gevallen was. Demonen immers huizen immers van nature in plaatsen van de dood, doch ook in plaatsen van zonde.
 
''Opb 18:21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen en wierp die in de zee en zei: Zo zal de grote stad Babylon met geweld neergeworpen worden en zij zal geenszins meer gevonden worden. (TELOS)''
 
De stad is gevallen. De vrouw, een hoer, was, geestelijk en zedelijk gezien, al gevallen, en nu zal zij stoffelijk ten val komen. Van de val van een stad kan men spreken bij de inneming of verwoesting ervan.
 
'''Woonplaats ... geworden'''. Onduidelijk is of zij een dergelijke duistere plaats was geworden, voordat de stad viel, of nàdat zij gevallen was. Demonen immers huizen immers van nature in plaatsen van de dood, doch ook in plaatsen van zonde.
 
'''Elke onreine en gehate vogel'''. Men kan dit figuurlijk verstaan van onreine geesten, doch ook letterlijk (zie [[Reine en onreine dieren]]).
Regel 31 ⟶ 37:
''Opb 17:2 met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, (TELOS)''
 
'''Kooplieden van de aarde'''. De grote stad Babylon neemt veel goederen af. De kooplieden van de aarde verdienen veel aan de grote afnemer Babylon.
 
Babylon heeft invloed op de politiek ("koningen") en de economie ("kooplieden").
 
'''Weelde'''. Haar weelde werd al getoond door haar verschijning:
Regel 39 ⟶ 47:
== Opb. 18:4-5. Oproep om weg te gaan uit Babylon ==
Opb 18:4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat u van haar plagen niet ontvangt; Opb 18:5 want haar zonden zijn opgestapeld tot aan de hemel en God heeft Zich haar ongerechtigheden herinnerd. (TELOS)
'''Andere stem'''. Van Jezus waarschijnlijk, want de stem spreekt tot "mijn volk" en van "God heeft Zich".
 
'''Gaat uit van haar'''. Er zijn dan blijkbaar nog heiligen, leden van Gods volk in de grote stad Babylon. De oproep heeft een toepassing vandaag de dag: gaat weg uit een groep mensen als je serieus gevaar loopt gemeenschap met hun zonden te hebben. Denk bijvoorbeeld aan zuipfeestjes van jongeren.
 
'''Mijn volk'''. Dat is niet de gemeente, want die vinden wij niet meer op aarde. Althans op het standpunt van het [[pretribulationisme]]. De gemeente is eerder opgenomen in de hemel. "Mijn volk" verwijst dan naar de gelovige Israëlieten en niet-Israëlieten.
'''Opdat ... en opdat'''. Tweeërlei doel: geen gemeenschap, geen plagen. God wil zijn volk behoeden!
 
'''Opdat ... en opdat'''. Tweeërlei doel: geen gemeenschap, geen plagen. God wil zijn volk behoeden! Door deel te hebben aan zonden, maken wij ons mede verantwoordelijk.
 
'''Zonden zijn opgestapeld tot aan de hemel'''. Een grote berg zonden.
Regel 50 ⟶ 62:
Opb 18:6 Vergeldt haar zoals ook zij vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel naar haar werken; mengt haar dubbel in de drinkbeker die zij gemengd heeft. (TELOS)
Hier hebben wij de toepassing van Gods [[Strafrecht van God|strafrecht]]. Een belangrijk beginsel daarvan is [[wedervergelding]]. "Vergeldt haar zoals ook zij vergolden heeft".
 
Aan wie wordt de wedervergelding opgedragen? Waarschijnlijk aan de engelen, die het oordeel uitvoeren. Want in het boek Openbaring zijn het engelen die de oordelen uitvoeren. Mogelijk voeren de heiligen oordelen uit wanneer zij in het leger van Christus in deze wereld verschijnen.
 
''Ro 16:20 De God nu van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u! (TELOS)''
 
== Opb. 18:7 ==
Regel 76 ⟶ 92:
 
'''Sterk is de Heer, God'''. Hij heeft de macht om Babylon in één dag ten onder te brengen.
 
'''God, die haar geoordeeld heeft'''.
 
''Opb 19:2 Want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, en Hij heeft het bloed van zijn slaven van haar hand gewroken. (TELOS)''
 
== Opb. 18:9. Reactie van de koningen ==
Opb 18:9 En de koningen van de aarde die met haar gehoereerd en weelderig geleefd hebben, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar brand zien, (TELOS)
'''De koningen der aarde die met haar gehoereerd hebben'''. Vergelijk:<blockquote>''Opb 17:2 met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, ...'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 18:3 Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde. (TELOS)''</blockquote>'''WeelderigDe geleefd'''.koningen Zijvan hebbende metaarde haarzijn weelderigniet geleefd.gelijk Zijaan hebbende gedeeldtien inkoningen haarvan weeldehet Beest.
 
'''Weelderig geleefd'''. Zij hebben met haar weelderig geleefd. Zij hebben gedeeld in haar weelde.
 
'''Rook van haar brand'''. Met vuur zou "zij verbrand worden" (18:8). Zij zien dat de stad Babylon in vlammen opgaat.