Openbaring 18: verschil tussen versies

2.987 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 114:
'''Parels'''. De vrouw zelf was versierd met parels:
 
''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''
 
'''Fijn linnen'''. De vrouw zelf was bekleed met fijn linnen.
 
''Opb 18:16 en zeggen: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken en versierd met goud, edelgesteente en parels; want in een uur is die zo grote rijkdom verwoest. (TELOS)''
 
'''Purper.''' De vrouw zelf was bekleerd met purper:
Regel 135 ⟶ 139:
 
'''Al het glansrijke en blinkende'''. Zij was versierd met goud en edelgesteente en parels, glansrijke en blinkende kostbaarheden. In haar hand had ze een gouden drinkbeker. <blockquote>''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''</blockquote>Haar heerlijkheid is verdwenen.
 
== Opb. 18:15 ==
Opb 18:15 De kooplieden in deze dingen, die door haar rijk geworden zijn, zullen uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan, terwijl zij wenen en treuren (TELOS)
'''Door haar rijk geworden'''. Doordat zij hun goederen kocht. Vergelijk:
 
''Opb 18:3 Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en <u>de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde</u>. (TELOS)''
 
'''In de verte blijven staan'''. Dat doen ook de koningen der aarde, uit dezelfde vrees.
 
''Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in één uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''
 
'''Wenen en treuren'''. De kooplieden wenen en treuren om het verlies van een grote afnemer, ze zullen grote inkomsten derven. Ook de koningen der aarde zullen wenen en treuren. Ook zij hebben missen het deelgenootschap van haar heerlijkheid.
 
''Opb 18:9 En de koningen van de aarde die met haar gehoereerd en weelderig geleefd hebben, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar brand zien, (TELOS)''
 
== Opb. 18:16 ==
Opb 18:16 en zeggen: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken en versierd met goud, edelgesteente en parels; want in één uur is die zo grote rijkdom verwoest. (TELOS)
'''Wee, wee'''. Ook de koningen van de aarde hieven zo hun weeklacht aan:
 
''Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in een uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''
 
'''De grote stad'''. De koningen voegen in hun weeklacht bij: "de sterke stad". Koningen hebben meer oog voor macht en kracht.
 
'''Bekleed .... versierd'''. De kooplieden hebben meer oog voor de goederen waarmee zij zich bekleedt en versiert. Ook Johannes zag haar in de eerste plaats als een heerlijk beklede en versierde vrouw:
 
''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''
 
De kooplieden spreken van een ''stad'', die heerlijk bekleed en versierd was; Johannes spreekt van een ''vrouw''. De vrouw symboliseert een stad. Haar heerlijkheid is die van de stad Babylon.
 
'''In één uur'''. Ook de koningen van de aarde constateren dat:
 
''Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in één uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''