Openbaring 18: verschil tussen versies

3.956 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 64:
== Opb. 18:8 ==
Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft. (TELOS)
'''Op één dag'''. In een kort tijdsbestek, ja, "in één uur".
 
''Opb 18:10 ... Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in één uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''
 
'''Dood'''. Zij heeft de dood van haar man niet als dood ervaren. Zij is van Hem afgevallen en houdt Hem niet meer in herinnering. Nu zal de dood een verschrikkelijke realiteit voor haar worden.
Regel 88 ⟶ 90:
'''De grote stad'''. Meerdere malen wordt zij zo genoemd, zie [[Babylon]].
 
'''In één uur'''. In een zeer kort tijdsbestek. VergelijkOok de mensen op zee spreken van "in één uur is zij verwoest" (18:19):
 
''Opb 18:19 En zij wierpen stof op hun hoofden en terwijl zij weenden en treurden, riepen zij de woorden: Wee, wee de grote stad, waarin allen die hun schepen op zee hadden, door haar kostbaarheid rijk werden; want in een uur is zij verwoest. (TELOS)''
 
Dat uur valt binnen "één dag":
 
''Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft. (TELOS)''
 
Op één dag en, zo schijnt het, binnen die dag in één uur. Zo zijn de gelovigen voordien weggenomen en veranderd op een dag, op een uur van die dag, in een oogwenk van dat uur ([[opname van de gemeente]]).
 
'''Sterke stad'''. Behalve groot is de stad sterk. Maar God is sterker:
Regel 171 ⟶ 177:
 
''Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in één uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''
 
== Opb. 18:17-18. De zeelieden zien uit de verte toe ==
Opb 18:17 En iedere stuurman en iedere zeereiziger en de zeelieden en allen die op zee hun werk hebben, bleven in de verte staan Opb 18:18 en terwijl zij de rook van haar brand zagen, riepen zij de woorden: Welke stad was aan die grote stad gelijk? (TELOS)
'''Bleven in de verste staan'''. Dat deden ook de koningen (18:10) en de kooplieden (18:15).
 
'''Rook van haar brand'''. Ze is met vuur verbrand (18:8). Ook de koningen zien "de rook van haar brand" (18:9)
 
'''Grote stad'''. Ook de koningen van de aarde spreken van "de grote stad, Babylon" (18:10), ook de kooplieden noemen haar "de grote stad" (18:15). Over de grootheid van Babylon, zie [[Babylon]].
 
== Opb. 18:19. Hun wee-roep ==
Opb 18:19 En zij wierpen stof op hun hoofden en terwijl zij weenden en treurden, riepen zij de woorden: Wee, wee de grote stad, waarin allen die hun schepen op zee hadden, door haar kostbaarheid rijk werden; want in een uur is zij verwoest. (TELOS)
'''Weenden en treurden'''. De koningen "wenen en weeklagen" (18:9), de kooplieden "wenen en treuren" (18:11, 15).
 
'''Wee, wee'''. Ook de koningen van de aarde (18:10) en de kooplieden (18:16) roepen een dubbel "wee".
 
'''De grote stad'''. Vgl. vers 18.
 
'''In een uur is zij verwoest'''. In een zeer kort tijdsbestek. Ook de kooplieden spraken van "in één uur is uw oordeel gekomen" (18:10).
 
Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in een uur is uw oordeel gekomen.
 
Dat uur valt binnen "één dag":
 
''Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft. (TELOS)''
 
== Opb. 18:20. Oproep tot vrolijkheid. ==
Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, hemel, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (TELOS)
'''Wees vrolijk over haar'''. Dit staat in contrast met het wenen, weeklagen en treuren bij de koningen van de aarde, de kooplieden en de zeelieden.
 
'''Hemel'''. Hemelbewoners.
 
'''En u'''. In het bijzonder u. De heiligen en apostelen en profeten hebben geleden door Babylon. Volgens de overlevering is Petrus te Rome te kruisdood gestorven. Heiligen werden onder keizer Nero te Rome als fakkels aangestoken. Johannes was een heilige, apostel en profeet die verbannen was naar het eiland [[Patmos]].
 
== Opb. 18:21. Verdwijning van de stad. ==
Opb 18:21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen en wierp die in de zee en zei: Zo zal de grote stad Babylon met geweld neergeworpen worden en zij zal geenszins meer gevonden worden. (TELOS)
'''In de zee'''. De zee is mogelijk een zinnebeeld van de volkerenmassa. Misschien hier gebruikt om aan de geven dat de mensen haar zullen verwoesten. Het zijn immers de tien koningen die haar verwoesten.
 
''Opb 17:16 En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden. Opb 17:17 Want God heeft in hun harten gegeven zijn bedoeling uit te voeren en het met enerlei bedoeling uit te voeren en hun koninkrijk aan het beest te geven, totdat de woorden van God vervuld zullen zijn.'' (TELOS)
 
'''Geenszins meer gevonden worden'''. De molensteen verdwijnt onder water, zinkt naar de bodem, verdwijnt uit beeld, is weg.