Openbaring 6: verschil tussen versies

10 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Hieronder worden een of meer passages uit hoofdstuk 6 van het bijbelboek [[Openbaring van Johannes]] becommentarieerd.
 
== Opb. 6:1 ==
Opb 6:1 En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de levende wezens zeggen als een stem van een donderslag: Kom! (TELOS)
'''Een van de levende wezens.''' Welke van de vier wordt ons niet meegedeeld.
Regel 7:
'''Als een stem van een donderslag.''' Spreekt van oordeel. Van de troon in Opb. 4 gaan "bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit" (vers 5). De troon is die van een koning die heerser én rechter is. Als de engel in Opb 8:5 vuur van het altaar op de aarde werpt, komen er "donderslagen, stemmen, bliksemstralen en een aardbeving". In Opb 11:19 wordt de tempel van God in de hemel geopend, de ark van zijn verbond wordt gezien, "en er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, aardbeving en grote hagel". Ook in Opb 16:18 komen er "bliksemstralen en stemmen en donderslagen, en er kwam een grote aardbeving, zoals er niet geweest is sinds er een mens op de aarde is geweest: zo’n aardbeving, zo groot!"
 
==Opb. 6:2==
Opb 6:2 En ik zag en zie, een wit paard, en hij die erop zat had een boog, en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit overwinnend en om te overwinnen. (TELOS)
[[Bestand:Gezicht van het witte paard - Loutherbourg.jpg|miniatuur|519x519px|Gezicht van het witte paard, schilderij van Philip James De Loutherbourg (1740–1812).]]