Opstanding: verschil tussen versies

2 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
'''Oudtestamentische hoop.''' De bijbel spreekt op vele plaatsen over de opstanding. De oudtestamentische gelovigen hebben rekening gehouden met de opstanding (Hebr. 11:18, 35b). Reeds Job hield zich met de vraag bezig of een mens nadat hij gestorven was zou herleven (Job. 14:14). Zelfs geeft hij een positief antwoord aan Bildad, een van zijn vrienden (Job. 19:25-27). Ongetwijfeld heeft Jakob ook gedacht aan de opstanding, toen hij bevel gaf hem te begraven in het beloofde land, zodat hij dáár zou opstaan. Jesaja beschrijft het herstel van Israël: een danklied voor de bevrijding zal dan weerklinken: „Herleven zullen uw doden - ook mijn lijk -, opstaan zullen zij. Ontwaakt en jubelt, gíj, die woont in het stof.” (Jes. 26:1-19)
 
'''Jezus wekte doden op.''' Jezus, de Zoon van God, heeft tijdens zijn leven op aarde drie gestorven personen levendgemaakt:
* een jongeman te Naïn
* het dochtertje van Jaïrus