Oude kerkgeschiedenis: verschil tussen versies

1.979 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 149:
=== Strijd met heidense wetenschap en dwaalleer ===
Tijdens de gruwzame vervolgingen had de gemeente van Christus nog een andere, weliswaar onbloedige, doch daarom niet minder gevaarlijke strijd te doorstaan. Het was de drievoudige kamp (1) tegen de aanvallen van de heidense wetenschap, (2) tegen dwaalleer en (3) scheuring.
 
==== Heidense geleerden versus geloofsverdedigers ====
Reeds vroeg stonden er heidense geleerden op, die door woord en schrift, door spot en hoon, door leugen en laster de christelijken godsdienst bestreden en de wereldlijke overheid tot vervolging ophitsten. Tegen zulke aanvallers stelden zich spoedig talrijke Apologeten of „Verdedigers van het geloof” te weer, die in hun voor een deel nog bewaard gebleven geschriften de lasteringen van de heidenen weerlegden, de dwalingen van het Heidendom aantoonden en de waarheid van Jezus' leer overtuigend bewezen. De beroemdste apologeten waren [[Justinus de Martelaar|Justinus]], [[Ireneüs van Lyon|Ireneüs]], [[Cyprianus]], [[Tertullianus]], [[Clemens van Alexandrië]] en [[Origenes]].
 
Te Alexandrië in Egypte werd in de tweede eeuw zelfs een zogenaamde Katechetenschool gesticht met het doel, bekwame verdedigers van de christelijke waarheid te vormen.
 
==== Ketterij ====
De gevaarlijkste vijanden van het christendoms waren ten allen tijde de dwaalleeraars, welke uit hoogmoed hun verstand niet aan de het geloof wilden onderwerpen en daarom de leer van Christus vervalsten, en vele anderen meesleepten. Zulke dwaalleraars waren er reeds in de eerste eeuw, naar het woord van de apostel Paulus: <blockquote>''1Co 11:19  Want er moeten ook sekten onder u zijn, opdat ook de beproefden onder u openbaar worden. (Telos)''</blockquote>Men houde in het oog, dat niet allen die dwaalden, formele ketters waren. Tot de gewichtigste ketterijen van de eerste eeuwen behoren
 
* de [[Gnostiek|gnostieke]] leer van [[Cerinthus]], welke vermoedelijk door de apostel [[Johannes (apostel)|Johannes]] is bestreden;
* de [[Ebionieten]], die de Godheid van Christus loochenden;
* de Nazareërs;
* de Eskesaïeten, die Jodendom en christendom met astrologie en tovenarij vermengden.
 
Cerinthus en de andere genoemde ketters waren Joden-christenen. Zij wilden zich niet losmaken van de Mozaïsche Wet en dwaalden weldra geheel af.
 
== De Grieks-Romeinse rijkskerk (323-590 n.C.) ==
Regel 207 ⟶ 222:
* J.H. Landwehr, ''Handboek der Kerkgeschiedenis''. Vier delen. Kampen: J.H. Kok, 1922, 2e druk. Hieruit is tekst genomen.
* J. W. van Loon, ''Beknopt chronologisch overzigt der Kerkgeschiedenis''. Amsterdam, 1863. Google e-book. Hieruit is tekst genomen.
*H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk'' (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 47-5355. Tekst hiervan, onder andere betreffende de jaren 313, 316 en 323, is onder wijziging verwerkt.
 
== Voetnoot ==