Overblijfsel van Israël: verschil tussen versies

k
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''overblijfsel''' '''van Israël''' wordt gevormd door Israëlieten die God trouw zijn gebleven en/of door God zijn overgelaten. In het Engels: ''remnant'',...')
 
Regel 25:
 
== De 144.000 Israëlieten ==
'''144.000.''' De hondervierenveertigduizend Israëlieten uit Opb 7 behoren tot het gelovig overblijfsel. Zij worden ‘de slaven van God’ genoemd. Uit elke stam zijn er twaalfduizend:<blockquote>''Opb 7:3 en hij zei: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofden hebben verzegeld. Opb 7:4 En ik hoorde het getal van de verzegelden: honderdvierenveertigduizend verzegelden uit elke stam van de zonen van Israel - Opb 7:5 uit de stam Juda twaalfduizend verzegelden, uit de stam Ruben twaalfduizend, uit de stam Gad twaalfduizend, Opb 7:6 uit de stam Aser twaalfduizend, uit de stam Nafthali twaalfduizend, uit de stam Manasse twaalfduizend, Opb 7:7 uit de stam Simeon twaalfduizend, uit de stam Levi twaalfduizend, uit de stam Issaschar twaalfduizend, Opb 7:8 uit de stam Zebulon twaalfduizend, uit de stam Jozef twaalfduizend, uit de stam Benjamin twaalfduizend verzegelden. (TELOS)'' </blockquote>Deze groep is waarschijnlijk 'de vrouw, die de mannelijke zoon gebaard had' in Opb. 12. Deze vrouw wordt op een bijzondere wijze bewaard gedurende 3,5 jaren, 'buiten het gezicht van de slang'. <blockquote>''Opb 12:13 En toen de draak zag dat hij op de aarde neergeworpen was, vervolgde hij de vrouw die de mannelijke zoon gebaard had. Opb 12:14 En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven, opdat zij in de woestijn zou vliegen naar haar plaats, waar zij gevoed wordt een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. Opb 12:15 En de slang wierp achter de vrouw water uit zijn mond als een rivier, om haar door de rivier te laten meesleuren. Opb 12:16 En de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier die de draak uit zijn mond geworpen had. Opb 12:17 En de draak werd toornig op de vrouw en hij ging weg om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, hen die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; (12-18) en hij ging op het zand van de zee staan. (TELOS)''</blockquote>
 
== Voetnoot ==