Paardenpoort: verschil tussen versies

Geen verandering in de grootte ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
De '''Paardenpoort''' is een stadspoort in de oostelijke muur van Jeruzalem ten tijde van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]]. Zij wordt genoemd in Neh. 3:26, 2 Kon 11:16, 2 Kron. 23:15, Jer 31:40.
 
Dat de ligging op het oosten is, blijkt onder meer uit het volgende vers:   <blockquote>''Jer 31:40 Heel het dal met de dode lichamen en de as en al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan de hoek van de <u>Paardenpoort</u> naar het oosten toe, zal een heiligheid voor de HEERE zijn. Voor eeuwig zal er niets meer worden weggerukt of afgebroken. (HSV)''</blockquote>En dat zij zuidelijker was dan de Oostpoort, blijkt uit Neh. 3:28-29.   [[Bestand:Jeruzalem Poorten Nehemia12.jpg|thumb|1132x1132px1332x1332px|Plaats van de Paardenpoort, zuidelijk van de Oostpoort.|geen]]
De Paardenpoort vormde de toegang tot de koninklijke stallen, waaraan de poort zijn naam ontleent.   [[Bestand:Charles_Foster_Kent,_The_Jerusalem_of_Nehemah_(1899)_(14596514630).jpg|miniatuur|1336x1336px1235x1235px|geen|Van de Paardenpoort (Eng. Horse Gate) naar de stallen bij het paleis van de koning. ]]
 
De goddeloze [[Athalia]] werd gedood bij de Paardenpoort.   <blockquote>''2Kr 23:15 Daarop sloegen zij de handen aan haar. Zij was bij de ingang van de <u>Paardenpoort</u> in het huis van de koning gekomen en zij doodden haar daar. (HSV)''</blockquote>In het boek Koningen wordt gesproken van 'de ingang van de paarden'.   <blockquote>''2Kon 11:16 Daarop sloegen zij de handen aan haar; zij was via de ingang van de paarden [bij] het huis van de koning gekomen en zij werd daar gedood.'' (HSV)</blockquote>De Paardenpoort en zijn muur werd ten tijde van Nehemia hersteld door de priesters.   <blockquote>''Ne 3:28 Vanaf de Paardenpoort verrichtten de priesters herstelwerk, ieder tegenover zijn huis.'' (HSV)</blockquote>