k
→Naam en bijnaam
Regel 30:
De Heer Jezus zei tot Simon, nadat deze Hem als de Christus en de zoon van de levende God had beleden: <blockquote>''Mt 16:18 En ook Ik zeg je dat jij Petrus'' (Gr. Petros) ''bent, en op deze rots'' (Gr. petra) ''zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hades zullen haar niet overweldigen. (TELOS)''</blockquote>Als we vertalen naar de Griekse woordspeling ''Petros'' en ''Petra'', kunnen wij vertalen "jij bent Rotsblok en op deze rots zal Ik..." of "jij bent Steen en op dit gesteente zal Ik...". De Heer Zelf is de rots, en zijn leerling Petrus, met zijn Heer verbonden, is een steen van de rots. Over de betekenis van de uitspraak van de Heer, zie het commentaar op [[
In de naam Petrus is dus vervat, wat Simon door Christus zou worden.
|