Pinehas: verschil tussen versies

459 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
Geen bewerkingssamenvatting
 
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Pinehas''', ook(= gespeld ''Pinechas'' en ''Pinchas'' (Eng. ''Phinehas'koperen mond'), is de naam van meerderedrie personenmannen in de Bijbel.
 
'''Naam.''' De naam, ook gespeld ''Pinechas'' en ''Pinchas'' (Eng. ''Phinehas''), komt 25x in de Schrift voor en betekent wellicht ‘koperen mond’ van ''Pi'' en ''Nechas''<ref>Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Elia. Hieruit is op 9 mrt. 2013 tekst genomen en verwerkt. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.<br>Het Hebreeuws-Nederlands Lexicon van de Online Bible (Importantia) heeft ‘koperen opening’.
</ref>.
 
'''Verwijzingen.''' Dragers van de naam zijn:
# Pinehas, een zoon van Eleazar en kleinzoon van Aäron. Zijn ijver voor de Heer deed een dodelijke plaag ophouden en verdiende hem de belofte van God van een altoosdurend priesterschap in zijn familie.
# Pinehas, priester en zoon van de priester Eli. Hij ontheiligde het priesterschap door zijn goddeloosheid, en werd gedood met zijn broer Hofni door de Filistijnen toen deze de ark roofden. Hij was vader van Ahitub en Ikabod; zijn vrouw, overmand door verdriet, sterven toen de laatste werd geboren. (1 Sam 1:3; 2:34; 4:4-19; 14:3
# Pinehas, vader van Eleazar. Deze Eleazar was teruggekeerd uit de Babylonische ballingschap en was Ezra behulpzaam (Ezra 8:33)<br><br>
De eerstgenoemde Pinehas was de oudste zoon van Eleazar en diens vrouw Putiël (Ex. 6:25), kleinzoon derhalve van Aäron. Reeds op de tocht van de Israëlieten door de woestijn, maakte Pinehas zich volgens Num. 25 zeer verdienstelijk door het doden van Zimri, een stamhoofd der Simeonieten, die met een Midianietisch meisje, Kozbi geheten, hoererij bedreef. Zijn ijver toch was oorzaak, dat Israël het verkeer met dit afgodische volk staakte, en de plaag, waardoor reeds 24.000 Israëlieten waren weggerukt, ophield.<blockquote>''Ps 106:30 Toen stond Pinehas op en oefende gericht en de plaag werd tot stilstand gebracht. (HSV)''</blockquote>
[[Bestand:Pinehas doorsteekt Zimri David-Martin 1700.jpg|gecentreerd|miniatuur|1024x1024px|''Afbeelding: Pinehas doorsteekt Zimri in diens slaapvertrek. In de verte dansen Israëlitische mannen met Moabitische vrouwen rond een beeld van Baäl-Peor en wordt er geofferd. Daarvóór worden Israëlitische mannen opgehangen. In werkelijkheid waren ze vermoedelijk al gedood vóórdat ze werden opgehangen. Op de voorgrond doodt Pinehas met een speer een Israëlitische man die hoereert met een Moabitische vrouw. Hierdoor stilde Pinehas Gods toorn en hield de plaag op, die 24.000 Israëlieten het  leven kostte (zie de dode lichamen op de grond.'' ]]
 
#1. Pinehas, een zoon van Eleazar en kleinzoon van Aäron. Zijn ijver voor de Heer deed een dodelijke plaag ophouden en verdiende hem de belofte van God van een altoosdurend priesterschap in zijn familie. Over hem, zie de paragraaf hieronder.
Ter beloning voor zijn gedrag werd hem door God een ‘verbond van vrede’ gegeven, en de opvolging in de priesterlijke bediening en het bezit van het erfelijk priesterschap in zijn geslacht verzekerd.<blockquote>''Nu 25:12 Zeg daarom: Zie, Ik geef hem Mijn verbond van vrede: Nu 25:13 hij, en zijn nageslacht na hem, zullen het verbond van het eeuwige priesterschap hebben, omdat hij zich voor zijn God heeft ingezet en verzoening voor de Israëlieten heeft gedaan.'' (HSV)</blockquote>Krachtens deze belofte is hij zijn vader Eleazar als hogepriester opgevolgd, toen deze ongeveer gelijktijdig met Jozua was gestorven.
 
{{Stamboom Aäron}}
 
#2. Pinehas, priester en zoon van de priester Eli. Hij ontheiligde het priesterschap door zijn goddeloosheid, en werd gedood met zijn broer [[Hofni]] door de Filistijnen toen deze de ark roofden. Hij was vader van Ahitub en Ikabod; zijn vrouw, overmand door verdriet, stervenstierf toen de laatste werd geboren. (1 Sam 1:3; 2:34; 4:4-19; 14:3).
 
{{Stamboom Zadok (hogepriester)}}
 
#3. Pinehas, vader van Eleazar. Deze Eleazar was teruggekeerd uit de Babylonische ballingschap en was Ezra behulpzaam (Ezra 8:33)<br><br>
 
== Pinehas de zoon van Eleazar ==
De eerstgenoemde Pinehas was de oudste zoon van Eleazar en diens vrouw Putiël (Ex. 6:25), kleinzoon derhalve van Aäron. Reeds op de tocht van de Israëlieten door de woestijn, maakte Pinehas zich volgens Num. 25 zeer verdienstelijk door het doden van Zimri, een stamhoofd der Simeonieten, die met een MidianietischMidianitisch meisje, Kozbi geheten, hoererij bedreef. Zijn ijver toch was oorzaak, dat Israël het verkeer met dit afgodische volk staakte, en de plaag, waardoor reeds 24.000 Israëlieten waren weggerukt, ophield.<blockquote>''Ps 106:28 Ook koppelden zij zich aan Baäl-Peor, zij aten de offers voor de doden. Ps 106:29 Zij verwekten de HEERE tot toorn met hun daden, zodat er een plaag onder hen uitbrak. Ps 106:30 Toen stond <u>Pinehas</u> op en oefende gericht en de plaag werd tot stilstand gebracht. Ps 106:31 Het is hem gerekend tot gerechtigheid, van generatie op generatie, tot in eeuwigheid.'' (HSV)''</blockquote>
[[Bestand:Pinehas doorsteekt Zimri David-Martin 1700.jpg|gecentreerd|miniatuur|1024x1024px878x878px|''Afbeelding: Pinehas doorsteekt Zimri in diens slaapvertrek. In de verte dansen Israëlitische mannen met Moabitische vrouwen rond een beeld van Baäl-Peor en wordt er geofferd. Daarvóór worden Israëlitische mannen opgehangen. In werkelijkheid waren ze vermoedelijk al gedood vóórdat ze werden opgehangen. Op de voorgrond doodt Pinehas met een speer een Israëlitische man die hoereert met een Moabitische vrouw. Hierdoor stilde Pinehas Gods toorn en hield de plaag op, die 24.000 Israëlieten het  leven kostte (zie de dode lichamen op de grond.'' ]]
 
Ter beloning voor zijn gedrag werd hem door God een ‘verbond van vrede’ gegeven, en de opvolging in de priesterlijke bediening en het bezit van het erfelijk priesterschap in zijn geslacht verzekerd.<blockquote>''Nu 25:12 Zeg daarom: Zie, Ik geef hem Mijn verbond van vrede: Nu 25:13 hij, en zijn nageslacht na hem, zullen het verbond van het eeuwige priesterschap hebben, omdat hij zich voor zijn God heeft ingezet en verzoening voor de Israëlieten heeft gedaan.'' (HSV)</blockquote>Krachtens deze belofte is hij zijn vader Eleazar als hogepriester opgevolgd, toen deze ongeveer gelijktijdig met Jozua was gestorven.
 
Pinehas raadpleegde Jahweh voor de strafexpeditie van Israël tegen de stad [[Gibea]]. <blockquote>''Ri 20:27 En de Israëlieten raadpleegden de HEERE, want in die dagen bevond zich daar de ark van het verbond van God. Ri 20:28 En Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, stond in die dagen voor Zijn aangezicht en zei: Zal ik nog eens ten strijde trekken tegen mijn broeder, de Benjaminieten, of zal ik ervan afzien? En de HEERE zei: Trek op, want morgen zal Ik hem in uw hand geven. (HSV)''</blockquote>Zijn zoon, die na hem deze waardigheid bekleedde, heette Abisua (1 Kron. 6:4, 50).